Details zijn niet belangrijk als je de geschiedenis van de wereld gadeslaat en
in grote lijnen wil weten wat er gebeurd is. In de volwassen financiële markten
geldt echter dat bijna alleen nog maar geld kan worden verdiend als er wordt gefocust
op details.
Een deelnemer aan de markt moet dus als een kruidenier te werk gaan, Albert
Heijn let immers ook op de kleintjes. Zodra zich een buitensporigheid voordoet
moet je snel reageren, anders is er al een andere marktpartij met de buit heengegaan.
Arbitrageprocessen voltrekken zich feilloos in hoog tempo, als was het een geoliede
machine.
Beleggers en handelaren in opties moeten dus alert zijn en reageren op de kleinste
discrepanties. Dat betekent dat zij de markt moeten analyseren als een microbioloog.
Uitpluizen staat daarom iedere dag op de agenda.
Vind je niets, doe dan vooral niets, dat is immers wat de markt impliceert.
Eén van de vele details waar belanghebbenden in de optiehandel op moeten
letten is volatiliteit.
De volatiliteit bestaat niet
Volatiliteit is voor de meesten alleen een lastig aspect. Het valt ook niet
mee om te begrijpen, want wat is nou volatiliteit? Wat is bijvoorbeeld de volatiliteit
van Unilever,
Philips of
de AEX? Heeft
u een idee?
Feitelijk is er ook niet één antwoord op de vraag. De volatiliteit
bestaat niet. Ten eerst is er de volatiliteit op jaarbasis. Deze verschilt van
de maandelijkse volatiliteit of volatiliteit op dagbasis. Eigenlijk heb ik het
hier over de volatiliteit van de onderliggende waarde.
Verder verschilt de volatiliteit per optieserie. Hierbij gaat het dan over
de impliciete volatiliteit die in de optiepremie is berekend. Het getal dat
in een at-the-money optie is verwerkt verschilt van een in- of out-of-the-money
optie.
Voorbeeld
Bij een koers van de oktober FTI-future
van 543,50 noteren de volgende out-of-the-money opties die het dichtst bij de
koers van de future liggen:
" de AEX oktober 540,00 put @ 5,20
" de AEX oktober 545,00 call @ 5,80
De call is duurder dan de put, maar dat komt omdat de uitoefenprijs van de
call dichterbij de koers van de FTI ligt. Met andere woorden, de call is meer
at-the-money dan de put. Maar zie daar dan eens de prijzen van de de volgende
opties:
" de AEX oktober 535,00 put @ 3,75
" de AEX oktober 550,00 call @ 3,55
Of de volgende opties die nog meer out-of-the-money zijn:
" de AEX oktober 525,00 put @ 1,90
" de AEX oktober 560,00 call @ 1,05
Duurdere puts
De puts zijn dus relatief duur, want de afstandvan de futureprijs tot aan de
uitoefenprijs van de opties is bij de puts steeds ietsje groter, maar goed vergelijkbaar
met de afstand bij de calls, maar telkens zijn de puts duurder en het relatieve
verschil tussen call en put wordt groter naarmate de opties meer out-of-the-money
zijn.
Dit komt doordat men een hogere kans koppelt aan neerwaartse koersuitslagen.
Ooit eens de AEX-index op 1 dag 10% omhoog zien schieten? Ik niet. Maar een
neerwaarste beweging van 10% is niet ondenkbaar. Daarom is men bereid om meer
te betalen voor out-of-the-money putopties.
De conclusie is daarom dat de volatiliteit niet bestaat. De impliciete volatiliteit
verschilt per optieserie. Als de impliciete volatiliteit van de at-the-money
opties (uitoefenprijs 545,00) in de AEX 15% is, dan is het niet opzienbarend
dat de implied volatility van de opties (zowel call als put) met uitoefenprijs
500,00 een percentage kennen van 30.
Vola-index
Om toch in het algemeen iets over de volatiliteit in de markt te kunnen zeggen
introduceerde Euronext een maand geleden een volatiliteitsindex,
die net als de VIX in Amerika een beeld geeft van de beweeglijkheid over de
gehele markt.
De volatiliteitsindices op de AEX, de BEL 20 en de CAC 40 zijn nu ook te raadplegen
op IEX. De volatiliteitsindex voor de AEX (VAEX) vindt u hier.
Jerry de Leeuw is derivatenspecialist bij van Mercurious. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Uw reactie is welkom op
deleeuw@iex.nl.