Mijn beleggingsportefeuille moet ook inkomen genereren. Hoe kan ik dit het beste bereiken? Met hoogdividendaandelen? Obligaties? Af en toe wat stukken verkopen?
De rente staat, ondanks de stijging van dit jaar, zeer laag en met deze lage rente is de belastingdruk relatief hoog. Gelukkig is de inflatie vooralsnog zeer laag. In ieder geval kunnen we concluderen dat het leven van alleen de rente van spaar- en obligatiegeld niet mogelijk is.
In de tussentijd moeten we de beleggingsportefeuilles aanpassen aan de marktomstandigheden. Randvoorwaarde is dat we niet vasthouden aan oude principes en dat we een portefeuille samenstellen en onderhouden die slagvaardig is. Bij beleggingsportefeuilles die gericht zijn op het genereren van inkomen wordt van oudsher gedacht aan een significant gedeelte in obligaties.
De mate waarin is afhankelijk van de noodzakelijkheid van het inkomen. Ook nu, ondanks de lage rente, gaat de voorkeur uit naar een goed gespreide portefeuille. Immers, wanneer de doelstelling inkomen is, kan een event als een aanslag, natuurramp of politieke aardverschuiving vaak desastreuse gevolgen hebben voor aandelen en in mindere mate voor obligaties.
Niet beleggen is ook beleggen
Anno 2013 betekent spreiding echter meer dan aandelen en obligaties. Tegenwoordig tellen ook vastgoed, high yield-obligaties, grondstoffen en liquiditeiten mee. Juist het samenspel moet zorg dragen voor het gewenste rendement in combinatie met een aanvaardbaar risico. En liquiditeiten? Niet beleggen is ook beleggen. Natuurlijk leveren liquiditeiten niets op, maar gezien de schommelingen op de beurs van de afgelopen tien jaar moet daar de discussie niet over gaan.
Nu is de rente op klassieke staats- en bedrijfsobligaties zo laag dat er vanuit dat gedeelte vrijwel geen brood op de plank komt. En de algemene verwachting is dat de rente gestaag zal gaan oplopen in de komende jaren. Toch zou een deeltje in (Europese) bedrijfsobligaties niet misstaan.
Aan de ene kant vanwege de spreiding, aan de andere kant vanwege het economisch herstel, hoe mager dat dan ook is. Per saldo levert dat net wat meer op dan de spaarrekening en niet onbelangrijk in deze tijd, we hebben geen last van de grens van het depositogarantiestelsel.
Tegenwoordig worden de meeste bedrijfsobligaties uitgegeven met een denominatie van minimaal 100.000 euro. Dan ben je voor de gewenste spreiding al snel aangewezen op een beleggingsfonds of een ETF. Bijvoorbeeld SPDR Barclays Euro Corporate Bond UCITS ETF (IE00B3T9LM79).
Sigaar uit eigen doos?
Naast deze klassieke vorm van beleggen in obligaties zijn tegenwoordig beleggingen in high yield-obligaties niet meer weg te denken. Dit is niet een categorie om grote percentages in weg te zetten, maar gezien de huidige rentestructuur moet dit zeker een plek hebben. Wanneer we uitgaan van aantrekkende rente, maar toch een aantrekkelijk direct rendement zou bijvoorbeeld de Pimco Short-Term High Yield Corporate Bond Index Source ETF (eurohedged IE00BF8HV600).
Inkomen kan ook uit dividend komen. Hierbij heeft de afgelopen tien jaar duidelijk gemaakt dat dit ook een sigaar uit eigen doos kan zijn. Voorbeelden hiervan zijn KPN, Royal Dutch Shell. Dit laatste aandeel heeft vooralsnog absoluut een aantrekkelijk dividendrendement, maar wanneer we de optelsom maken is het koersverlies sinds 2000 nagenoeg gelijk aan het uitgekeerde dividend. Toch is de grootste positie van de Nederlandse beleggers nog steeds het aandeel Royal Dutch Shell!
Juist bij een inkomensportefeuille is het een kwestie van zoveel mogelijk specifieke risico’s uitsluiten. Als alternatief voor bijvoorbeeld Shell is dan een ETF op de olie- & gassector aantrekkelijker. Ook dan beleg je voor een deel in RDS, maar took ib nog enkele tientallen andere bedrijven in dezelfde sector. Bijvoorbeeld de iShares DJ Stoxx 600 Oil & Gas (DE000A0H08M3).
Gewenste cashflow
Natuurlijk zit er ook een specifiek risico aan sectorgericht beleggen en kan een belegging richting een bepaalde regio een defensievere aanpak betekenen. Bijvoorbeeld een ETF gericht op dividendaandelen in Europa, Lyxor ETF Stoxx Europe Select Dividend 30 (FR0010378604).
Uiteindelijk moet de combinatie van alle beleggingen de gewenste cashflow opleveren. Dit betekent niet alleen rente of dividend, maar ook de cashflow door verkopen of uitloting van obligaties. Dit laatste is echter niet echt meer van deze tijd. Het inbouwen van een ladderstructuur betekent immers dat er wel periodiek liquiditeiten vrijvallen doordat de hoofdsom van een obligatie vrijvalt, maar het is eigenlijk visieloos beleggen. Er wordt dan totaal geen rekening gehouden met de rentecurve.
De slotconclusie is in ieder geval dat we ons niet moeten blindstaren op hoge couponnen en dat ook een inkomensportefeuille actief beheerd dient te worden. Beleg daarom alleen in zeer liquide (beursgenoteerde) effecten en zeker niet alleen in eigen producten van de bank of beheerder. Vermogensbeheer is immers een werkwoord, maar dan moet er wel mee gewerkt kunnen worden. Dat kan niet bij producten die maar eenmaal per maand verhandeld kunnen worden of kleinschalig opgezette vastgoedproducten.
Klik hier voor meer columns van Tjerk Smelt.