Ontvang nu dagelijks onze kooptips!

word abonnee
IEX 25 jaar desktop iconMarkt Monitor

Beleggen in obligaties voor beginners

De voor- en nadelen van obligaties
Beeld: iStock

Hoewel vooral aandelen bekend zijn onder particuliere beleggers is de obligatiemarkt een aanzienlijk stuk groter. Met name omvangrijke partijen, zoals institutionele beleggers, houden zich in deze markt op.

Toch kunnen obligaties ook voor particulieren een goede belegging zijn. Zo zorgen ze voor meer spreiding in de portefeuille en is het een relatief veilige manier voor het opbouwen van vermogen. Wat zijn de voor- en nadelen van obligaties en wanneer is het interessant om in te stappen? 

Een obligatie is een lening uitgegeven door een onderneming of een overheid. Als je een obligatie aankoopt - ook wel staats- of bedrijfspapier genoemd – ontvang je daarover periodiek rente. In de meeste gevallen staat de rentecoupon vast, zoals bij een Nederlandse staatsobligatie, maar in een aantal gevallen is deze variabel. Dit laatste betekent dat de couponrente kan veranderen gedurende de looptijd. Zo heb je obligaties waarvan de rente is gekoppeld aan de heersende inflatie. 

Obligatiesoorten

Obligatiebeleggers kunnen hun geld uitlenen aan bedrijven, maar bijvoorbeeld ook aan een Nederlandse of buitenlandse overheid. Een staatsobligatie is een lening aan de overheid en is over het algemeen risico-arm: de staat heeft in de regel een hoge kredietwaardigheid, waardoor de garantie van terugbetaling relatief groot is.

Een bedrijfsobligatie is een obligatie die wordt uitgegeven door een onderneming. Dit wordt ook wel een corporate bond genoemd. De rente van bedrijfsobligaties liggen bijna altijd iets hoger dan een staatsobligatie met een zelfde kredietwaardigheid. Het renteverschil wordt spread genoemd. 

High yield obligaties, de naam zegt het al, keren hoge couponrentes uit. Reden is dat de uitgever een lage kredietwaardigheid heeft waardoor beleggers een hogere risicovergoeding eisen. Wanneer dergelijke obligaties worden aangeschaft, kan er een relatief hoog rendement worden behaald. Daartegenover staat wel dat een obligatiehouder meer risico loopt op het verliezen van het uitgeleende geld.

Naast de bekende obligaties bestaan er ook nog andere varianten, zoals inflatiegebonden obligaties, achtergestelde obligaties, converteerbare obligaties en perpetuele obligaties. Informatie hierover kunnen beleggers opvragen bij een broker of bank.

Zo geven ABN Amro en ING meer toelichting op deze obligaties via hun website. Over het algemeen kopen particulieren geen losse obligaties, maar een selectie van meerdere obligaties in de vorm van een fonds of ETF. Maar het is altijd nuttig om te weten hoe de obligatiemarkt in elkaar zit.

Waarom beleggen in obligaties?

Dus waarom zou je als belegger obligaties aanschaffen? Allereerst is het goed om rekening te houden met een goedgespreide beleggingsportefeuille. Je kunt beleggen in edelmetalen, individuele aandelen, indices zoals ETF’s en als aanvulling dus ook in obligaties.

Doordat je je geld op verschillende plekken wegzet, verlies je niet snel alles in een keer wanneer er een negatieve beweging in de markt of economie ontstaat. Een stelregel die door verschillende experts gehanteerd wordt is je leeftijd gebruiken als maatstaf: ben je 25 jaar oud? Zorg dan dat 25% van je portefeuille bestaat uit obligaties.

Obligaties zijn overigens wel op andere wijze gevoelig voor renteverhogingen en -verlagingen dan aandelen, houd daar rekening mee. De couponrente van een obligatie is bijvoorbeeld afhankelijk van wie de obligatie-uitgever is en het risico dat de lening met zich meebrengt. De couponrente wordt door een uitgevende instelling vastgesteld bij de uitgifte van een obligatie. 

Daarnaast staan obligatiehouders vooraan in de rij wanneer een bedrijf faillissement heeft aangevraagd en dus schulden moet afbetalen. Als aandeelhouder heb je in dat geval weinig tot geen poot om op te staan en kun je fluiten naar je geld.

Hoe werkt een obligatiekoers?

Obligaties kennen net als aandelen een koers. Deze is niet alleen afhankelijk van eerdergenoemde marktrente en de kredietwaardigheid van de uitgever, maar ook vraag en aanbod speelt een belangrijke rol. Waar de koersen van aandelen – afhankelijk van het soort – kunnen stijgen bij een renteverhoging, is dat bij obligaties juist andersom.

Daar dalen de koersen wanneer de rentes stijgen en vice versa. Vooral obligaties met een langere looptijd zijn hier gevoelig voor. Immers: als je minder couponrente krijgt voor een langere periode, is het niet aantrekkelijk om deze te houden. Hieronder volgt een rekenvoorbeeld.

Stel, er is een obligatie aangekocht met een nominale waarde van €1.000. De couponrente is 5% voor een looptijd van tien jaar. Een decennium lang ontvangt de obligatiehouder dus ieder jaar €50 (0,05 x €1.000), totdat de looptijd voorbij is en de houder - vaak een institutionele belegger met grote posities - ook de nominale waarde als afbetaling ontvangt. Voor particulieren die handelen via een broker is de openingskoers altijd €100.

Doordat obligaties in de praktijk nogal eens wisselen van eigenaar verandert de koers. Wanneer de rente bijvoorbeeld daalt naar 3%, wil iedereen liever de eerder uitgegeven obligatie tegen een couponrente van 5% in bezit hebben. Daar behaal je immers meer rendement mee. Zo kan het gebeuren dat de koers van een obligatie ver boven de €100 komt te staan: de markt (vraag en aanbod) doet dan zijn werk.

Daarentegen kan het ook zomaar zijn dat een obligatiehouder van zijn obligatie af wil, omdat de rente stijgt. Stel dat deze oploopt naar 8%, dan is de obligatie met een couponrente van 5% niet zo aantrekkelijk meer. Doordat vraag en aanbod nu verschuift, stijgen en dalen ook de koersen. Hoe langer de looptijd, hoe meer gevoelig de obligatie is voor schommelingen.

De 100-jarige Oostenrijkse staatsobligatie

De beroemde 'Oostenrijk 0,85% 2120'-obligatie is een mooi voorbeeld waarin wisselende koersen te zien zijn. De 100-jarige Oostenrijkse staatsobligatie werd in 2020 uitgegeven tegen een couponrente van 0,85%. Obligatiehouders ontvangen daarmee dus tot 2120 ieder jaar 0,85% rente, ervanuitgaand dat de staat keurig betaald. Het lage risico trok veel kopers aan, maar de lage couponrente zette de koers ook flink onder druk.

De obligatie ging bijna vier jaar geleden zoals gebruikelijk de markt op met een koers van €100. Doordat de rentes na uitgifte verder daalden ging het even goed: de obligatie steeg binnen een paar maanden met 40%. Maar toen begon inflatie langzamerhand de kop weer op te steken en werden rentes verhoogd. Dat betekende een koersdaling, want zoals eerder uitgelegd: hoe langer een obligatie loopt, des te gevoeliger deze is voor rentebewegingen. En als de rente stijgt, dan daalt de koers.

Momenteel koerst het aandeel daarom rond €44. Ter verdieping kun je hier eens kijken naar de actuele rentestanden van Nederlandse staatsleningen. Ook op onze website kun je naar de actuele obligatiekoersen van dit moment kijken.

Risico’s: van ‘tripte A’ naar D

Beleggen in obligaties gaat dus niet gepaard zonder risico’s. Dergelijk risico wordt ook wel uitgedrukt in een rating: een beoordeling die dient ter indicatie van de kredietwaardigheid van de uitgever. Die beoordeling wordt uitgevoerd door partijen als Moody's en Standard & Poors (S&P).

Hun ratingen variëren van AAA, ook wel ‘triple A’ genoemd (een instelling met een hoge kredietwaardigheid) tot D (een instelling die niet het vermogen heeft om te betalen). Het is dus altijd verstandig om te kijken naar deze rating wanneer je erover nadenkt om een deel van je vermogen te beleggen in obligaties.

De meeste obligaties worden overigens in grote getalen uitgegeven en zijn in handen van pensioenfondsen, banken en verzekeraars. Het aankopen van een obligatie is redelijk eenvoudig en kan via een bank, beleggingsadviseur of broker. Zij kunnen antwoorden geven op allerlei vragen over het aankopen van een staats- of bedrijfslening en kunnen samen kijken of de aankoop een geschikte aanvulling is op de portefeuille. Laat je daarom goed adviseren.

Obligaties en belastingen

Als je obligaties in portefeuille hebt, moet je daarover ook belasting betalen. Obligaties vallen, net als andere effecten en cryptovaluta, onder het box-3 inkomen. Zonder fiscale partner hoef je tot €57.000 geen vermogensbelasting te betalen: dat is het heffingsvrij vermogen. Mét fiscale partner ligt deze grens bij €114.000.

Heb je in 2024 meer vermogen in bezit dan een van deze bedragen, dan wordt uitgegaan van een fictief rendement van 6,04%. Over dat rendement moet je vervolgens 36% belasting betalen. Bekijk hier de rekenvoorbeelden van de belastingdienst.

Een belangrijke vraag die je jezelf moet stellen is of het haalbaar is om meer dan 6,04% rendement te behalen wanneer je met je vermogen boven de eerdergenoemde grensbedragen zit. Soms kan het verstandiger zijn om je geld dan ‘gewoon’ op een spaarrekening te stallen bij een bank. Dat hangt natuurlijk wel van de actuele rentestanden af.

Momenteel liggen de spaarrentes gemiddeld tussen de 2 à 3% bij banken, terwijl het fictief rendement op sparen in 2024 op 1,03% ligt. Daarentegen kan het soms ook aantrekkelijk zijn om een rekening te openen bij een broker. Zo ontvang je bij Trade Republic een jaarlijkse rente van 4% over een saldo tot €50.000. Lees overigens wel altijd goed de voorwaarden voordat je dergelijke rekening opent.

Beleggen in obligaties is dus iets om goed over na te denken. Enerzijds kunnen obligaties dienen als aanvulling op een goedgespreide portefeuille en is het een redelijk veilige manier voor het opbouwen van vermogen. Anderzijds dien je wel je huiswerk te doen en grondig te onderzoeken in hoeverre het daadwerkelijk genoeg rendement oplevert. Wil je geld voor je te laten werken, dan moet je er immers wel genoeg voordelen uit weten te halen.

Lees ook: Zo worden obligaties beoordeeld


Kim Bergsma is (eind)redacteur van IEX. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Auteur:

Kim Bergsma is als redacteur geïnteresseerd in alles waarin zij zich kan vastbijten. Bij IEX maakt ze zich de financieel-economische materie eigen.