Jos Koets schreef op 3 februari 2012 18:33:
Lezers kreeg een leuke mail rechtstreeks. Deze is niet simpel maar laat wel zien hoever we "gezakt" zijn met de examenenstof / cursussen. De vraag is gesteld door ffp. Dit is een graadje hoger dan de SEH (heb helaas maar MEAO). Natuurlijk geef ik ook mijn mening nav. deze vraag. Dat ik vind dat dit voor een zeer beperkt aantal mensen van toepassing is even ter zijde. Het gaat mij meer om te laten zien hoe het nu in de branche gaat. Wel leuk als de AFM en de Jager deze casus willen beantwoorden.
Vraag 18
Joost Kruimel heeft ultimo 2009 een onroerende zaak gekocht en verkregen, welke hij sinds verkrijging voor 70% zelf is gaan bewonen en voor 30% is gaan verhuren als kantoor aan de gemeente. De verhuur kwalificeert in fiscale zin als normaal vermogensbeheer.
De totale waarde van de onroerende zaak is bij aanschaf € 250.000. Dit bedrag is onder te verdelen in € 175.000 voor het gedeelte van de eigen woning en € 75.000 voor het verhuurde gedeelte.
Joost heeft de aanschaf van de gehele onroerende zaak gefinancierd met een lening van € 200.000. Het restant van het aankoopbedrag heeft hij betaald uit eigen middelen uit box 3.
Joost leeft van de huuropbrengsten en van de opbrengsten uit zijn effectenportefeuille van € 1.000.000. Hij ontvangt geen salaris of ander in box 1 belast inkomen.
Welke van de volgende toerekeningen van de lening van in totaal € 200.000 over box 1 en box 3 is in de zin van de Wet IB 2001 in 2011 NIET toegestaan?
A. € 100.000 in box 1 en € 100.000 in box 3.
B. € 125.000 in box 1 en € 75.000 in box 3.
C. € 140.000 in box 1 en € 60.000 in box 3.
D. € 175.000 in box 1 en € 25.000 in box 3.
Volgens (stichting certificering) FFP is A het correcte antwoord. Dit impliceert dat B, C en D incorrect zouden zijn. Maar wat is er mis met antwoord B en D?
Om mijn bedenkingen nog duidelijker voor het voetlicht te brengen, heb ik de vraag geherformuleerd. In essentie wordt deze dan:
Frans verwerft een onroerende zaak. Het pand heeft een gemengde bestemming: de ene helft is woonruimte, de andere helft bedrijfsruimte. Frans gaat de woonruimte gebruiken als ‘eigen woning’. De bedrijfsruimte verhuurt hij (aan een niet-gelieerde derde).
De verwervingskosten betaalt Frans voor de helft uit eigen middelen. Voor de andere helft gaat hij een lening aan.
Mag Frans de lening geheel toerekenen aan één ‘box’ (i.p.v. evenredig)?
Ben benieuwd naar uw visie!