Als een duveltje uit een doosje kwam de Griekse premier met een referendum op de proppen over het laatste hulp- en eisenpakket voor zijn land. Mads Koefoed, macrostrateeg bij Saxo Bank, gaat in op de mogelijke gevolgen van een Grieks ‘nee’.
De peilingen geven een oppositie van 60% tegen de reddingsplannen, maar een veel grotere meerderheid wil ook binnen de eurozone blijven. Koefoed wijst erop dat een ‘nee’ van de Grieken eigenlijk een ‘ja’ voor een ongecontroleerd faillissement betekent. Er wordt ook niet alleen gestemd over de steunmaatregelen van vorige week, maar eigenlijk ook over de 110 miljard euro die Europa en het IMF al eerder in Griekenland hebben gepompt. Die miljarden zijn ook weg bij een faillissement.
Een ‘nee’ houdt voor Griekenland in dat het niet anders kan dan de eurozone te verlaten. Gedwongen ertoe kan het land echter niet worden. Maar het betekent niet dat het land ook de EU moet verlaten, alleen de monetaire unie, denkt Koefoed.
De Europese bankensector zal bij een ‘nee’ van het volk enorm op de proef worden gesteld en de ECB zal met Duitsland garant moeten staan om te overleven. Dit alles is nog mogelijk als Griekenland op zich zou staan. Maar het grote gevaar dat Koefoed signaleert is de besmetting voor de andere zwakke landen, Portugal, Spanje en Italië. Dat is teveel gevraagd voor de ECB.
Gezien die enorme gevaren moet Europa proberen Papandreou op andere gedachten te brengen, anders dreigt Griekenland sneeuwbaleffect te krijgen. Zij moeten ook overwegen om zware bezuinigingseisen voor Griekenland bij te stellen. De beleidsmakers moeten inzien dat de strenge bezuinigingen gepaard gaan met een langdurige depressie.
Koefoed acht het cruciaal dat de Europese beleidsmakers de angst beteugelen, niet zozeer voor een Griekse wanbetaling, maar vooral voor besmetting van de overige regio’s, door de eisen die zij Griekenland hebben opgelegd te verlichten, of door de financiële sector zo op te vijzelen dat speculanten afzien van een aanval op de obligatiemarkt.