Wie zijn droomhuis heeft gevonden, zal daarna zijn hypotheek moeten regelen. Veel kopers hebben vooraf al op de diverse internetsites gekeken naar de hoogte van de hypotheekrente. Het is logisch dat een koper de laagte hypotheekrente wil betalen.
Hoe lager de hypotheekrente is, hoe lager de maandlasten immers zijn. Maar ik heb het in de afgelopen dertien jaar al vaker aangehaald: goede voorwaarden zijn belangrijker zijn dan de hoogte van de hypotheekrente. Een mooi voorbeeld hiervan is de hypotheek zonder NHG.
In de tabel hieronder staan de hypotheekrentes van Florius.
Hoogte lening ten opzichte van de marktwaarde van uw huis
Rentevastperiode |
NHG |
t/m 65% |
t/m 65% |
t/m 102% |
meer dan 102% |
variabel |
1,85% |
1,75% |
1,95% |
2,40% |
2,55% |
1 jaar vast |
1,55% |
1,45% |
1,65% |
2,10% |
2,25% |
3 jaar vast |
1,55% |
1,45% |
1,65% |
2,10% |
2,25% |
5 jaar vast |
1,55% |
1,45% |
1,65% |
2,10% |
2,25% |
6 jaar vast |
1,60% |
1,50% |
1,70% |
2,15% |
2,30% |
10 jaar vast |
1,79% |
1,69% |
1,89% |
2,34% |
2,49% |
12 jaar vast |
2,00% |
1,90% |
2,10% |
2,55% |
2,70% |
15 jaar vast |
2,47% |
2,37% |
2,57%% |
3,02% |
3,17% |
20 jaar vast |
2,67% |
2,62% |
2,82%% |
3,27% |
3,42% |
30 jaar vast |
3,75% |
3,65% |
3,85% |
4,30% |
4,45% |
Vier klassen
Florius heeft voor de hypotheken zonder NHG vier klassen. Hoe lager de hypotheek ten opzichte van de waarde van de woning, hoe lager de hypotheekrente. Bij Florius is het ook mogelijk om onbeperkt tussentijds af te lossen.
Het is hierdoor mogelijk om tussentijds (tijdens de rentevastperiode) in een lagere risicoklasse te komen. Er zijn banken zoals Obvion waarbij de rente automatisch wordt aangepast. Bij Florius moet de klant er om verzoeken.
De waarde van de woning moet worden aangetoond door middel van de WOZ-waarde of een taxatierapport. Maar er zijn dus ook banken zoals Nationale Nederlanden waarbij een aanpassing tijdens de rentevastperiode niet mogelijk is.
Ik hoef u niet uit te leggen dat u door tussentijds af te lossen leuk geld kunt verdienen. Vooral voor starters die verplicht een annuïteiten en (of) een lineaire hypotheek hebben afgesloten, is het verstandig om hier rekening mee te houden.
Spaarhypotheek
Voor huizenbezitters die hun hypotheek voor 1 januari 2013 hebben afgesloten, is er ook een leuke mogelijkheid om wat geld te verdienen. Veel huizenbezitters hebben een spaarhypotheek (of bankspaarhypotheek) in combinatie met een aflossingsvrije hypotheek.
Bij de spaarhypotheek komt de spaarpolis meestal na dertig jaar tot uitkering. Er is sprake van een gegarandeerde uitkering. De betaalde hypotheekrente wordt namelijk als spaarrente genomen voor de spaarpolis. In de polis staat bij afgifte ervan de opgebouwde spaarwaarde genoteerd.
Zolang de hypotheekrente niet wijzigt, blijft de spaarwaarde ongewijzigd. Wat kunt u met de tussentijdse opgebouwde waarde doen? Voorbeeld:
- Waarde woning: 200.000 euro
- Lopende hypotheek: 200.000 euro
- Opgebouwde spaarwaarde: 30.000 euro
Tussentijds aanpassen
Bij sommige banken kan de tussentijdse opgebouwde waarde in mindering worden gebracht op de lopende hypotheek. Hierdoor is het dus mogelijk om in een lagere risicoklasse te komen.
Stel dat de rentetabel van Florius in dit voorbeeld van toepassing is en de rentevastperiode is twintig jaar, dan kan de rente worden aangepast naar 2,82%. Het rentevoordeel is nu minimaal 0,45%.
Hierbij moet ik wel opmerken dat bij een spaarhypotheek deze lagere rente er wel voor zorgt dat de spaarpremie hoger wordt. Het nettomaandvoordeel wordt hierdoor minder dan bijvoorbeeld bij de aflossingsvrije hypotheek.
Huiswerk
Helaas werken niet alle banken mee aan het tussentijds verrekenen van de opgebouwde spaarwaarde. Bovendien moet u als huizenbezitter wel actie ondernemen en erom verzoeken. Een bank zal niet zelf zomaar de rente gaan aanpassen.
Heeft u een spaarhypotheek zonder NHG? Dan kunt u nu aan uw huiswerk beginnen:
- De bank bellen of ze meewerken aan deze verrekening.
- Uitzoeken in welke risicoklasse u zit.
- Uitzoeken wat de waarde van uw woning en de waarde van uw spaarpolis is.
- Berekenen of u in een lagere risicoklasse kunt komen.
Hierbij moet u er wel rekening mee houden dat de risicoklassen van toepassing zijn toen u de hypotheek afsloot. In het verleden (paar jaar terug) was het verschil in rente tussen de klassen beduidend minder (soms maar 0,1%).