Deze week berichtte Het Financieele Dagblad dat volgens een onderzoek van State Street onder 300 institutionele beleggers de beurs binnen een jaar zal instorten op een vergelijkbare wijze als in 2008. Ruim 70% van de geraadpleegde pensioenfondsen, zakenbanken en fondsbeheerders houdt een nieuwe beurskrach voor waarschijnlijk.
De vraag is hoe realistisch deze aanname is. In eerste instantie zegt het gezonde verstand dat een nieuwe beurskrach onwaarschijnlijk is. Wanneer het merendeel dit scenario verwacht is deze visie wellicht al door de markt in de beurskoersen is verdisconteerd.
Immers, je zou dan verwachten dat de verantwoordelijke vermogensbeheerders hierop voorgesorteerd hebben. Uit de enquete zou echter ook blijken dat slechts 20% voldoende beschermd is tegen een nieuwe ineenstorting. Een conclusie zou dan kunnen zijn dat men op dit moment wel rekening houdt met een rampscenario, maar dat wereldwijd de hoop of het optimisme naar aanleiding van de diverse getroffen stimuleringsmaatregelen van de centrale banken prevaleert.
Bron van zorg
In tweede instantie geeft berichtgeving in de financiële media wel aanleiding om een herhaling van 2008 te verwachten. Het IMF, de Wereldbank en de OESE hebben afgelopen week een somber beeld geschetst voor de wereldwijde economische groei. Met name de kapitaalvlucht uit Spanje en Italië in de twaalf maanden tot halverwege dit jaar is een grote bron van zorg.
Volgens de eurozone forecast van adviesbureau Ernst & Young, in samenwerking met de Britse denktank Oxford Economics, ontstaat het beeld dat de economie in de eurozone nog jaren zal doorkwakkelen. Deze week werd ook bekend dat het koepelorgaan van de Franse lagere overheden de noodklok luidt over de geldnood die nu in Franse regio’s is ontstaan.
Tel hierbij op dat de grote Duitse economische onderzoeksinstituten in 2013 een halvering van de Duitse groei verwachten. In de derde plaats schetst Robert Shiller (hoogleraar economie aan Yale University) een scenario wat veel belangrijker is en dat is het verhaal dat zich in de hoofden van de mensen afspeelt.
Depressie aanpraten
De terugval in de economie prikkelt het menselijk brein tot voorstellingen die ons overal ter wereld nog levendig voor ogen staat. De massapsychologie wordt door de media wereldwijd gevoed door een negatieve feedbackloop. Samengevat, we praten elkaar een depressie aan.
Alleen een plotselinge onverwacht positieve gebeurtenis kan de neerwaartse spiraal een halt toeroepen. Vooralsnog ziet het ernaar uit dat de vrees voor een herhaling van 2008 toch realistisch is. Dezelfde Shiller heeft in 1987 naar aanleiding van de beurscrash in 1987 en de mini-crash in 1989 onderzoek gedaan naar de oorzaken van de ineenstortingen destijds.
Wat bleek? Vlak voor de beurskrach van 1987 had bijna 55% van de institutionele beleggers met anderen gefilosofeerd over een herhaling van de beurskrach van 1929. In oktober 1989 gaf 77% van de ondervraagden aan dat psychologie de echte aanleiding gaf, nadat er al eerder allerlei ander slecht nieuws was geweest.
Kuddenvolk
De massapyscholoog Jaap van Ginneken constateert in zijn boek ‘Breinbevingen’ onder andere dat bij de plotseling neergaande lijn opeens sprake is van een veel strakkere en kortere koppeling tussen het gedrag van beleggers. Daardoor neemt het risico toe dat iedereen verkoopt, omdat iedereen verkoopt, zodra er nog een druppel valt die de emmer doet overlopen.
Beurscrashes laten zich lastig voorspellen, maar de geschiedenis kan toch een gids zijn voor de toekomst. In de koersgrafiek van de Dow Jones Industrial Average is sprake van een lange termijn opgaande trend (zie koersgrafiek vanaf 1897).
Om het momentum van vertrouwen in de toekomst op lange termijn onder beleggers van de Dow Jones Industrial Average te meten, wordt onderin de koersgrafiek de 10-jaar’s relatieve sterkte index (in het rood) getoond. Hiervan wordt een 10-jaar’s gemiddelde afgeleid (in het blauw). In de afgelopen 100 jaar zien we drie grote neergangen met bodems in 1932, 1974 en 2009.
In de twee oplevingen na 1932 en 1974 is er sprake van een opleving naar het hiervoor genoemde RSI-gemiddelde, waarna weer een terugval plaatsvond die enige jaren in beslag nam. Op basis van wat wij vanuit de media vernemen en wat wij kunnen afleiden uit het handelsgedrag op Wall Street, lijkt een herhaling van de beursperiode 1937-1942 (-52%) en de tweede helft van de jaren zeventig (- 29%) nog het meest waarschijnlijk.
Klik op de grafiek voor een grote versie