Met mijn collega’s spreek ik dagelijks over de noodzaak om te komen tot een echt besluit in Europa. De oplossing die gevonden moet worden om de eurocrisis te bezweren is blijkbaar niet eenvoudig te vinden. Dat geeft ook niet want een beetje uitdaging maakt het leven spannend.
Maar besluiteloos door het leven gaan heeft nooit gewerkt en besluiteloos blijven tijdens een crisis zou een gevangenisstraf moeten opleveren. U weet inmiddels dat ik een hoofdrol toedicht aan de Europese Centrale Bank (ECB) om de eurocrisis te bezweren.
Bookwise door het leven gaan kan lang goed gaan maar het lijkt tijd om streetwise te worden en toe te passen wat we in het dagelijkse leven op de straat hebben geleerd en snel iets te besluiten.
Veteranen
Deze week las ik dat de voorman van de Amerikaanse verzekeraar AIG stelde dat als gevolg van de eurocrisis de pensioenleeftijd in Europa zo maar eens richting de 80 zou moeten worden opgetrokken.
De man meende het serieus en dat werd mij duidelijk toen de 68-jarige CEO ook nog eens stelde dat hij inmiddels veteranen naar Griekenland had gestuurd om daar de zaken van AIG te behartigen.
Die veteranen zijn AIG-medewerkers die de Argentinië-crisis van rond de eeuwwisseling hebben meegemaakt en daarom ervaring hebben met wat Griekenland zou kunnen gaan overkomen. De Griekse centrale bank heeft ook een idee wat de Grieken zou kunnen gaan overkomen en de bank zond daarom vorige week een noodsignaal uit.
Devaluatie
De Griekse centrale bank verwacht dat het verlaten van de euro zal gaan leiden tot een drachme die met 65% gedevalueerd gaat worden. Ik neem aan dat de bankiers doelen op een devaluatie ten opzichte van de oorspronkelijke ruilverhouding van de drachme naar de euro.
Door de devaluatie zal er ook in een enorm tempo geldontwaarding gaan plaatsvinden en zal het inkomen van de Grieken (die dan nog werken) halveren, volgens de bank. Nare berichten, toch?
Maar omdat deze teksten van de hand komen van meneer Provopoulos neem ik ze toch met een korreltje Grieks zout. Dezelfde Provopoulos stelde namelijk nog geen half jaar geleden dat Griekenland geen bankencrisis beleefde.
Dat ik dat toen een rare opmerking vond omdat grote Griekse banken tot wel 6 keer hun eigen vermogen in Griekse staatsobligaties hadden belegd, waar ruim 70% op afgeschreven moest gaan worden, werd mij toen gelukkig niet kwalijk genomen.
Ontsnappingsroute
Klopt het wel wat deze man nu stelt? De Europese periferie gaat gebukt onder enorme schuldenbergen die onbetaalbaar groot zijn geworden. Omdat de Europese probleemlanden rekenen en betalen in een euro die niet kan devalueren ten opzichte van naaste handelspartners werken oude ontsnappingsroutes niet meer.
Een beproefde ontsnappingsroute was gecontroleerd failleren, schulden herstructureren en devalueren. Deze ontsnappingsroute, waar Provopoulos blijkbaar zo tegen is, veroorzaakte in het verleden altijd een scherpe economische terugval, maar deze terugval werd doorgaans gevolgd door een zeer scherp herstel van de economie.
Grexit
Devalueren kan met een oorspronkelijke valuta maar kan natuurlijk ook plaatsvinden nadat een land uit een muntunie stapt en zijn oorspronkelijke valuta weer adopteert.
Het verlaten van een muntunie is volgens een onderzoek (Rose, 2007) zelfs een actie die relatief simpel en snel afgewikkeld kan worden waarbij de bewegelijkheid van de economie relatief beperkt blijft. Een iets andere conclusie dan die van Provopoulos.
Natuurlijk heeft Griekenland met een enorme schuldenberg te maken en dat maakt uitstappen uit de euro wel lastiger maar de meeste beleggers hebben eigenlijk al bijna alles verloren van wat ooit aan de Grieken is geleend.
Noodkredieten
De ECB heeft overigens nog een pakket van 50 miljard euro, niet afgeboekte, Griekse staatsobligaties op de plank liggen maar voor een centrale bank lijkt mij dit met een pennenstreek opgelost.
Ook moeten we niet vergeten dat het uitstappen van Griekenland uit de euro en de introductie van een nieuwe drachme betekent dat de beloofde scheepsladingen vol met noodkredieten, wat mij betreft, ook voor een groot deel kunnen vervallen.
Argentinië
Een veel gebruikt voorbeeld van een recente devaluatie is Argentinië. Argentinië had tot januari 2002 een vaste verhouding van één-op-één van de peso met de Amerikaanse dollar.
Deze vaste verhouding met de dollar was geïntroduceerd in de tachtiger jaren toen Argentinië probeerde af te rekenen met de hyperinflatie.
Dat het mis ging in 2000-2001 had volgens verschillende onderzoekers te maken met de slechte adviezen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) maar vooral het onverantwoordelijke beleid en corruptie kregen de schuld van de Argentinië-crisis.
Met al deze omstandigheden lijkt Griekenland momenteel ook te maken te hebben. Griekenland is de laatste jaren meegezogen in het zog van te sterke Europese landen die kracht gaven aan de euro, net zoals Argentinië valutair werd meegezogen door de kracht van de Amerikaanse economie die de dollar steeds sterker maakte.
Dollarkoppeling
Argentinië kwam in een diepe crisis terecht door de koppeling aan de sterke dollar die het land kansloos maakte als exporteur. Om de crisis te bezweren raadde het IMF de Argentijnse regering aan flinke bezuinigingen door te voeren, net zoals dat nu geadviseerd wordt aan Griekenland, Portugal en Ierland.
Bezuinigingen in Argentinië hadden vooral betrekkingen op verlagingen van ambtenarensalarissen en pensioenen. Argentijnen namen in 2001 ook steeds meer spaargelden op en verruilden deze contanten naar dollars in de hoop aan de ontwaarding van de peso te ontkomen.
De Argentijnse regering greep in door opnames te maximaliseren of soms zelfs voor korte tijd tegoeden te bevriezen. Uiteindelijk barstte, na veel geweld, de bom en besloot Argentinië de vaste één-op-één koppeling aan de dollar los te laten en de peso met wel 70% in waarde te laten dalen.
Zes maanden
De economische terugval na de devaluatie in Argentinië duurde nog geen zes maanden. Daarna keerde de groei al weer terug. Na drie jaar was het Argentijnse bruto binnenlands product met 25% gegroeid en was met succes afscheid genomen van een inktzwarte periode uit de Argentijnse monetaire geschiedenis.
De Argentijnse aandelen maakten vanaf 2002 ook een prachtige periode mee. De Merval-index verzesvoudigde in de periode van 2002 tot 2007.
Brussel moet, samen met de ECB, ook snel afscheid gaan nemen van deze zwarte bladzijde in monetaire geschiedenis van Europa. Ons laten regeren door angst is niet goed, denk ik.
Zwakkere euro
De geschiedenisboeken kunnen ons helpen en vele multinationals hebben zelfs personeelsleden in dienst die nog redelijk recent hakten met een devaluatie-bijltje. Griekenland zou de stap gewoon moeten zetten en zich los moeten gaan maken van de euro.
De ECB op zijn beurt zou landen als Spanje, Portugal en Ierland moeten helpen door als centrale bank te gaan starten met het opkopen van lokale staatsobligaties en lokale banken te voorzien van extra cash.
De kwantitatieve verruiming van de ECB zou moeten leiden tot het verder verzwakken van de euro. Ook zou de ECB een beleid ter hand moeten nemen dat wat ruimte geeft aan geldontwaarding.
Het starre vasthouden aan het door het IMF geadviseerde beleid om verdere bezuinigingen door te voeren lijkt op ongelukken uit te gaan draaien.
Laat angst Europa niet regeren en kijk naar recente voorbeelden. Natuurlijk kan het uitstappen van een land als Griekenland onverwachte ontwikkelingen geven maar onszelf gaar laten koken als een kikker in een pan met kokend water lijkt mij een slechte optie.
Voor beleggers is een besluit gewenst. Beleggen in Argentinië was levensgevaarlijk in 2000 en 2001 omdat de onzekerheid dodelijk was voor de koersen. Van onzekerheid hou ik niet en u waarschijnlijk ook niet en beurskoersen al helemaal niet.
Enig uitzicht op echt betere tijden voor de Europese beurzen lijkt er pas te komen als Brussel en Frankfurt een besluit nemen. Tot die tijd blijf ik maar gewoon beleggen in mijn multinationals.