Dat beleggers exposure naar opkomende markten zoeken, is prima. Maar ze kijken daarbij teveel de verkeerde kant op. Terwijl iedereen rendement zoekt in Azië, nemen de risico’s daar toe. Chris Palmer, directeur Global Emerging markets bij Henderson, zegt tegenover IEXProfs dat beleggers Latijns-Amerika ten onrechte negeren. “De Aziatische regio profiteert van de mythe die er sinds de jaren tachtig – toen het begrip Aziatische Tijgers ontstond – rond Azië hangt. Maar was Ierland niet de Keltische Tijger?”.
En de geschiedenis leert dat crises in Azië niet ondergedaan hebben voor die in Latijns-Amerika. En ook nu ziet Palmer donkere wolken boven Azië. “De schuld van huishoudens is hoger dan in Latijns-Amerika of Oost-Europa. En de valuta in Azië zijn ook niet echt vrij maar over het algemeen aan de Amerikaanse dollar gekoppeld. En dat beperkt de bewegingsvrijheid van de centrale banken in die landen.
Dure munt, inflatie
Hoewel de binnenlandse consumptie er toeneemt is Azië nog altijd te veel afhankelijk van export om de valuta los te koppelen en te laten opwaarderen, veronderstelt Palmer. “Zelfs al de centrale banken al zouden willen, is de politieke invloed van ceo’s uit de exportsectoren nog veel te groot. Die willen een goedkope munt.”
Dat een gekoppelde munt niet altijd handig is, is een les die landen als Mexico en Argentinië in het verleden geleerd hebben. Brazilië laat de munt al aardig meebewegen met het economisch tij. “In slechte tijden hebben ze de flexibiliteit om te munt in waarde te laten dalen om het bij goede tijden weer wat op te laten komen. In Azië is die flexibiliteit er niet.”
Daarnaast wordt Azië nu geteisterd door oplopende inflatie – een vijand die de afgelopen decennia vooral aan Zuid- en Midden-Amerika werd gelinkt. “Latijns-Amerika heeft geen Singapore als sterk financieel centrum, maar staat er nu wel een stuk beter voor als in de jaren tachtig. Toen leed de regio onder een combinatie van deflatie door grondstofprijzen, een energieshock en slecht monetair beleid.”
India: accident waiting to happen
Veel kleinere landen in de regio – Chili, Colombia, Peru en Mexico – hebben al een aardige rally achter de rug in de voorbije jaren. Dat heeft volgens Palmer vooral te maken met de verplichte pensioenregelingen waardoor die fondsen veel in eigen land aandelen inkochten. “Werknemers moeten verplicht 4 tot 7% van hun loon in een pensioenplan steken. Dat heeft de lokale aandelen- en obligatiemarkten een stevige zet gegeven.” Maar met name over grootmachten Brazilië en Mexico is Palmer optimistisch.
Volgens Palmer zijn beleggers meer vergevingsgezind naar Azië toe dan naar Latijns-Amerika. De crisis in Latijns-Amerika in de jaren negentig heeft beleggers schrik aangejaagd, en die zit nog steeds in de benen. In schril contrast met het bijna blinde enthousiasme rond Azië. “India is een inflatierecept voor een economische ramp. Ze investeren daar massaal in infrastructuur, maar het geld van de overheid is op en van de banken ook. En India is langzaam in het opengooien van de obligatiemarkt.”
Zo schiet Palmer bijna tussen neus en lippen door een paar aardige gaatjes in de euforie rond Azië en dat is aardig te horen uit de mond van iemand die – als hoofd opkomende markten wereldwijd – er niet direct baat bij heeft Azië af te branden en Latijns-Amerika op te hemelen.