Untitled Document
De eerste reactie op wat ik maar even zal samenvatten als de Amerikaanse
subprime
crisis op de aandelenmarkt van Hongkong was wat je zou verwachten. Hongkong bleef
achter bij de wereld, wat logisch is voor een meer risicovolle opkomende markt.
De beurs van Hongkong is vooral interessant omdat het toegang biedt voor buitenlanders
tot Chinese aandelen, naast uiteraard lokale bedrijven. Maar na de vlucht vooruit
van Fed-voorzitter Ben Bernanke, die net als zijn voorganger Alan Greenspan
ook de indruk wekt zijn naam aan een 'put' te willen verbinden, barstte een
bull run los.
De MSCI China-index heeft in twee maanden een rendement van 65%
behaald. Sinds de start van 2007 staat de teller op 76%.
Over de voor niet-Chinese beleggers slecht toegankelijke beurzen van Shanghai
en Shenzen wil ik het eigenlijk niet eens hebben.
Die hebben tijdens de recente onrust op financiële markten sowieso geen krimp
gegeven. De CSI-300 index met daarin de driehonderd meest representatieve
Chinese A shares staat 160% hoger sinds het
begin van dit jaar.
Winsten en geruchten
Alles wijst erop dat we met een speculatieve manie te maken hebben, in elk geval op lokale markten, maar ook de in Hongkong verhandelde aandelen beginnen zeepbelachtige trekjes te vertonen. De koerswinstverhouding is in twee jaar verdubbeld. Je betaalt nu 23 keer de winst voor de komende twaalf maanden.
China is inmiddels hoger gewaardeerd dan India. Uiteraard past hierbij de
kanttekening dat waardering een waardeloos timing instrument is. Bovendien
is de winstgevendheid van Chinese bedrijven sterk verbeterd en is de winstgroei
één van de hoogste wereldwijd. Niet zozeer de winstontwikkeling is de drijvende
kracht achter de rally.
Het zijn vooral de geruchten over een komende Chinese invasie van beleggersgeld naar Hongkong. Zowel vanwege de inmiddels opgeschorte maatregel om het Chinese particulieren mogelijk te maken in Hongkong te beleggen, als de oprichting van een staatsfonds ter grootte van 300 miljard euro, dat een deel van de torenhoge Chinese officiële reserves agressiever moet gaan beleggen.
Duizelingwekkend
Het is onduidelijk of en in welke mate dit fonds in Hongkong gaat beleggen, maar vanwege het enorme waarderingsverschil tussen bedrijven met een dubbele notering (zowel lokaal in China als in Hongkong) ligt hier een enorme potentiële arbitragemogelijkheid ten gunste van Hongkong. Ondanks de overduidelijke zeepbeltrekjes is het zeker geen uitgemaakte zaak dat de bel op korte termijn zal uiteenspatten.
De reden is de enorme lokale vraag naar aandelen bij gebrek aan beter. Een
fraai voorbeeld is de recente IPO van Shenhua
Energy, China's grootste kolenproducent, de grootste beursgang van 2007,
die 41 keer werd overtekend en slechts een voor Chinese begrippen bescheiden
koersstijging van 91% liet zien. Uiteraard hebben
we het hier wel over een megabedrijf, dus is die 91%
toch duizelingwekkend.
IRIS handhaaft zijn koopadvies, ons favoriet aandelenfonds is Robeco
Chinese Equities dat zich op Chinese large caps richt zonder voorkeur voor
groei of waarde. Ik zou wel een stoploss op 63 euro zetten, het dieptepunt van
september.
Léon Cornelissen is Hoofd Strategie van het Institute for Research and Investment Services, kortweg IRIS. IRIS is een gezamenlijke onderneming van de Rabobank en Robeco, waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het verstrekken van beleggingsresearch. De informatie in zijn columns is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Op dit moment heeft hij posities in diverse beleggingsfondsen. Klik hier voor een uitgebreide disclaimer. Uw reactie is welkom op
cornelissen@iex.nl.