Waar het zich bevindt, weet ik niet. Maar in Athene schijn je een Max van der Stoel-plein te hebben. De in 2011 overleden Nederlander zette zich als minister van buitenlandse zaken persoonlijk in tegen het kolonelsregime in Griekenland. Dat maakte hem tot op de dag van vandaag zeer populair.
Van die andere Nederlander, minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem, zal er geen plein met zijn naam in de Griekse stratenboekjes opduiken. Zijn bijdrage aan het bezuinigings- en hervormingakkoord met Tsipras is onmiskenbaar. Daarmee heeft hij bij de Griekse bevolking niet naar de heldenstatus gesolliciteerd.
Of de Griekse premier Tsipras die status wel verkrijgt, is de vraag. Zijn rol in het proces is a-typisch. Hij maakte een enorme ommezwaai door de opgelegde maatregelen te accepteren om vervolgens aan te geven er niet achter te staan. Dat belooft weinig goeds.
Mijn ommezwaai
Enkele weken geleden maakte ik ook een ommezwaai. Ik gaf aan niet meer te geloven in het euro-experiment. De politieke en economische doelstellingen van de gezamenlijke munt zijn niet gerealiseerd.
Over de economische consequenties van de muntunie kun je nog lang discussiëren wat per saldo de gevolgen zijn. Er zijn zowel positieve effecten als negatieve, zodat het geaggregeerde effect moeilijk aantoonbaar is.
Neem de hele financiële problematiek. De miljardenstroom naar de zuidelijke eurolanden, met name natuurlijk Griekenland, zal ongetwijfeld de economische groei drukken. Anderzijds heeft de extreem lage rente in de noordelijke eurolanden (en later ook die in het zuiden) een positieve impuls aan de economie geven.
Politieke mislukking
Maar dan moet ook onderscheid gemaakt worden in korte- en langetermijneffecten. Nog geen honderd columns zijn genoeg om maar een begin van deze geaggregeerde analyse te maken. De politieke mislukking is echter overduidelijk.
Al meer dan vijf jaar wordt de Europese politiek ontsierd door de ene crisistop naar de andere. De sfeer tussen de diverse lidstaten wordt met de dag slechter. Tweedracht is een steeds nadrukkelijker element in de onderlinge verhoudingen dan eenheid.
Daarnaast wordt het politieke proces in verschillende landen gefrustreerd, omdat de "wil van het volk" niet meer vertaald kan worden in concreet beleid. De beleidskaders van de monetaire unie liggen vast en worden steeds strakker. Dat brengt de ruimte voor eigen beleid terug naar microscopische proporties.
Stabiel en overzichtelijk Europa
Hoe is het mogelijk dat destijds de eenheidsmunt zoveel steun ondervond van politiek en bevolking. Natuurlijk, er waren tegenstanders. Zij mogen wat mij betreft nu een groot deel van hun gelijk incasseren. Maar hoe kan het dat het enthousiasme voor het project zo groot was?
En waarom is het dan nu op zo'n (politieke) mislukking uitgelopen? Ik denk dat de mokerslag voor het europroject veroorzaakt is door de dramatische maatschappelijke veranderingen sinds de jaren negentig.
Op het moment dat de gedachte van een gezamenlijke munt werd ontwikkeld en uitgewerkt, er sprake was van een stabiel en overzichtelijk Europa. In elk land regeerden oude, stabiele middenpartijen, of deze nu sociaaldemocratisch, liberaal of christendemocratisch waren.
Internetrevolutie
Deze grote gevestigde partijen implementeerden (politieke) koerswijzigingen als olietankers: traag en op korte termijn nauwelijks waarneembaar. De gedachte van een gezamenlijk beleid als gevolg van een muntunie, met nog maar nauwe beleidsmarges, was geen angstaanjagend vooruitzicht voor deze partijen.
Integendeel, het sloot aardig aan bij het staande beleid. De bevolking in de Europese landen heeft zich daarbij nauwelijks beziggehouden met de financieel-economsiche situatie in andere landen. Het boeide gewoon niet.
Hoe anders is de situatie nu. Deels veroorzaakt door de euro zelf, maar voor een groter deel door de internetrevolutie, is de bevolking niet meer passief en ongeïnteresseerd zoals in het verleden. De gevestigde politieke partijen zijn weggevaagd, of voelen in ieder geval de dreiging daarvan.
Nationale sentimenten
Daarvoor in de plaats komen nieuwe politieke groeperingen opzetten. Zij hanteren daarbij vaak populistische argumenten, wat ik overigens niet per se alleen maar als negatief zie. De overblijfselen van de gevestigde partijen maken overigens gebruik van dezelfde soort retoriek.
Onder deze omstandigheden is een rationeel monetair experiment, waar een eenheidsmunt op lange termijn mogelijk het meeste welvaart zou brengen, tot mislukken gedoemd. In ieder geval op een continent waar nationale sentimenten sterker zijn dan alleen maar het feest van de overwinning van het nationale voetbalelftal.
Als de conclusie is dat de euro onder de nieuwe omstandigheden geen levensvatbare constructie is, kan dat beter niet zonder gevolgen zijn. De fervente aanhangers van weleer, waaronder ikzelf, kunnen reageren als beleggers zouden (moeten) doen.
Posities veranderen
Als de marktomstandigheden sterk wijzigen, is het noodzakelijk eerder ingenomen posities te veranderen. Het almaar vasthouden in de hoop dat het ooit beter wordt, leidt in de toekomst alleen maar tot grotere problemen. Ik ben voor een allxit, allemaal uit de euro. Gecontroleerd, natuurlijk.
De Grieken krijgen weer hun drachme, Italianen hun lire en wij onze gulden. Elk land bepaalt dan weer zijn eigen beleid en daarmee welvaart. Als de Grieken liever met 55 jaar met pensioen willen, en andere leuke dingen wensen, is dat prima.
Als hun munt als gevolg daarvan jaarlijks met 10% devalueert, dus het land eigenlijk jaarlijks met dat percentage failliet gaat, is dat prima en een eigen keus.
De euro was voor Europa theoretisch gezien misschien de beste optie. Maar ik denk dat we gezien de omstandigheden genoegen moeten nemen met de second-best oplossing. De EU levert de euro in en de individuele landen betalen met ongelijke munt terug!