De merites van goud zijn ondertussen genoegzaam bekend. Het gele materiaal in de portefeuille biedt bescherming tegen allerhande risico’s en zwarte zwanen in de portefeuille.
Wie een actief wil dat buiten het banksysteem staat en aldus ook geen tegenpartijrisico in zich draagt, wendt zich al snel tot fysiek goud. Maar beleggers die investeren in (fysiek) zilver, die zijn heel erg schaars.
Dat hoeft niet meteen te verbazen. Het feit dat beleggers relatief weinig in zilver beleggen, heeft te maken met drie zaken.
Minder bekend
Eerst en vooral is het gewoon minder bekend en voor de hand liggend om in zilver te beleggen. Wie een serieuze tegenwaarde in zilver wil beleggen, moet al heel wat zilvermunten kopen, die op dit moment om en bij de 20 euro kosten voor een munt van 1 ounce (Silver Eagle, Maple Leaf).
Ook met de zilverbaren (vanaf 1 kilo) schiet het niet erg op. De kostprijs is zo’n 550 europer stuk, dus een serieuze belegger moet al snel 100 kilobaren of meer transporteren en opbergen.
Kleine markt
Ten tweede is zilver een heel kleine markt. Op dit moment wordt de zilverprijs immers vooral bepaald op de papieren futuresmarkten waar het dagelijkse gemiddelde volume op de Comex-beurs ongeveer 300 miljoen ounce bedraagt.
Dat is een enorm aantal als je weet dat de dagelijkse mijnproductie van zilver ongeveer 2,5 miljoen ounce bedraagt. De zilvermarkt is bijgevolg veel kleiner dan de goudmarkt. De fysieke vraag naar zilver wordt geschat op slechts 15,2 miljard dollar per jaar.
Hierdoor kan een grote trader of investeerder deze markt vrij gemakkelijk beïnvloeden. Ik denk bijvoorbeeld aan de broers Hunt, die in 1973 deze markt begonnen te beïnvloeden, waardoor de zilverprijs in januari 1980 piekte op een hoogtepunt van rond de 50 dollar per ounce.
Volatieler dan goud
Ten derde is zilver veel volatieler dan goud. De zilverprijs is gemakkelijker te manipuleren, net door het feit dat op de papiermarkten veel grotere volumes worden verhandeld dan wat er fysiek te krijgen is. In het jargon is zilver een belegging met een veel hogere bèta dan goud.
Zilver stijgt veel sneller dan goud in een stierenmarkt, maar valt ook forser terug in een berenmarkt. Je kan zilver daarom best bestempelen als goud met een hefboom. Toch is zilver een potentieel heel interessante belegging.
Goud-zilverratio
En de basis voor mijn positieve kijk op de zilvermarkt wordt gelegd door de goud-zilverratio. Die is uit balans. Sinds 1687, zo ver als de geschiedenisboeken teruggaan, schommelde deze ratio tussen 14 en 100, grofweg gesteld. Rond 1900 stabiliseerde de ratio, en bleef hij relatief vlak.
Voor het jaar 1900 was de goud-zilverratio ongeveer 16. Dit had te maken met het feit dat veel landen gebruikmaakten van munten die waren gedekt door fysiek goud en zilver. Frankrijk en de Verenigde Staten (en nog andere landen) kenden statutair limieten toe aan wat de ratio mocht bedragen.
De Geologische Studiedienst van de Verenigde Staten schat dat er ongeveer 17,5x meer zilver in de aardkorst zit dan goud, en dat kan ook een verklaring zijn voor de goud-zilverratio van voor 1900.
50% erbij
In de loop van de twintigste eeuw bedroeg de goud-zilverratio gemiddeld tussen de 47-50 en waren er forse schommelingen op te tekenen. Hieronder staat een grafiek van de verhouding tussen goud en zilver vanaf 1975.
U merkt dat in 1981, op het hoogtepunt van de zilvergekte, de ratio was weggezakt naar nieuwe laagtepunten. Momenteel bedraagt de ratio ongeveer 74. Dat is relatief hoog in historisch perspectief, en ik denk dat een terugkeer naar een gemiddelde van zowat 49 een haalbare kaart is.
Dat betekent dat de zilverprijs, als alles gelijk blijft, van op het huidige prijsniveau van ongeveer 16,31 dollar per ounce met zowat 50% kan stijgen om alleen maar dit historische gemiddelde opnieuw te bereiken.
Krappe productie
Ook de productie van zilver is erg krap en kan eigenlijk geen gelijke tred houden met de vraag. Daardoor komt er steeds grotere druk te staan op scrap-metaal en recyclage.
In 2013 bijvoorbeeld steeg de zilverproductie met zowat 3,5% in vergelijking met 2012 en was het nog maar voldoende om aan 76% van de totale zilvervraag van dat jaar te voldoen.
Terwijl de mijnproductie blijft toenemen, zal dit tekort voor de nabije toekomst niet snel verdwijnen aangezien veel belangrijke zilvermijnen hun ontwikkelingsplannen moeten terugschroeven door de lage prijzen. Het duurt trouwens ook een hele tijd alvorens een nieuwe mijn operationeel is.
Vraag neemt toe
Ondertussen stijgt de vraag. Vanuit Turkije bijvoorbeeld zit de import in stijgende lijn. Dat kan u zien op de onderstaande grafiek. Ook vanuit landen als China, India en Rusland is er heel wat vraag naar het fysieke metaal.
Zilver en geld hebben in heel wat talen hetzelfde woord, en dat is geen toeval. Daar waar goud altijd het geld van koningen is geweest, zat het vermogen van de gewone man in zilver.
Goud heeft al die tijd zijn monetaire rol behouden, maar zilver is volledig uit de gratie geraakt (ten voordele van het papieren geld van de overheden). Daarom vind ik zilver een verwaarloosd actief met heel wat potentieel voor aandachtige beleggers. Vooral aan deze lage prijzen!