Je zult de euro maar een warm hart toedragen. Het zijn in dat geval geen gemakkelijke tijden. De Europese munt heeft geen best imago. Dat is er de laatste dagen niet beter op geworden. Oud-CPB-directeur Coen Teulings liet zich in de Telegraaf ontvallen dat de voordelen van de euro niet zo duidelijk zijn. In een in 2011 geschreven CPB-boek, geschreven door de toenmalige directeur en enkele medewerkers, concludeerde hij dat de winst van de eenheidsmunt ongeveer één weeksalaris was.
Nu geeft Teulings aan dat de berekening met een korreltje zout moet worden genomen. Zowel voor- als tegenstanders van de euro vielen over zijn uitspraken heen. De geloofwaardigheid van het CPB, of op zijn minst van de oud-directeur, werd ter discussie gesteld. Teulings verdedigde zich op adequate wijze in Nieuwsuur.
Hoewel zijn uitspraken ongelukkig zijn, was de kern van zijn boodschap in 2011 dat de voordelen niet makkelijk aan te geven zijn. In ieder zijn ze beperkt in vergelijking tot de winst van de interne markt, die minsten een maandsalaris zou bedragen. Zijn Telegraaf-uitspraken liggen daarmee in lijn.
Tenenkrommend
Het berekenen van (vermeende) voordelen van gevoerd economische beleid is een hachelijke zaak. Economie is geen scheikunde waar middels experimenten resultaten met elkaar vergeleken kunnen worden, gevolgd door eenduidige conclusies. Hoe kunnen we nagaan wat de voordelen van de euro zijn, als we niet tegelijk kunnen vaststellen hoe de economie er zonder de munt uit zou hebben gezien? Het komt er dan ook op neer dat de meest overtuigende argumenten de doorslag geven om het succes van de euro vast te stellen.
Politici zijn zuinig met die overtuigende argumenten. Ik ben voorstander van de euro, maar het argument van D66 leider Alexander Pechtold, in discussie met SP voorman Emile Roemer, was tenenkrommend. Bij Pauw & Witteman gaf hij aan dat zonder euro onze pensioenfondsen, door bijvoorbeeld devaluaties van de lire, veel op Italiaanse beleggingen zouden hebben verloren. Wat een onzin.
Ten eerste zijn pensioenfondsen helemaal niet verplicht in Italië te beleggen, met of zonder lire. Beleggen doen zij na (hopelijk) grondige analyse vooraf. Als er al geld zou zijn verloren, ligt dat niet aan de lire maar aan verkeerde beleggingsbeslissingen van het pensioenfonds zelf. Ten tweede kreeg datzelfde pensioenfonds een enorme rentevergoeding op Italiaanse staatsleningen als compensatie voor het devaluatierisico. Zelfs bij een afwaardering van de Italiaanse munt staat een (totaal)verlies op voorhand niet vast.
Naar elkaar groeien
Tot slot moet Pechtold in zijn redenering dan ook de verliezen betrekken die onze pensioenfondsen daadwerkelijk hebben geleden op beleggingen in staatsobligaties van de probleemlanden, luidende in euro. Nu is er herstel, maar de koersen van de zuidelijke staatsobligaties waren fors gedaald, of werden deels afgestempeld (Griekenland). Dit soort pro euro argumenten kunnen we missen als kiespijn.
Mijn belangrijkste argument voor de euro is dat de munt ertoe bijdraagt dat de Europese economieën naar elkaar toegroeien. Eurosceptici stellen vaak dat de munt pas ingevoerd had moeten worden op het moment dat de economische verschillen binnen de EU niet meer zo groot zouden zijn. Echter, met de oude munten en de devaluatiepolitiek van de zuidelijke lidstaten, was er uiteindelijk te weinig druk om echte economische hervormingen door te voeren.
Dat gebeurt nu wel, omdat er gewoonweg geen alternatief is. Weliswaar is dit een pijnlijk proces, maar het resultaat is dat de economieën binnen de eurozone naar elkaar toegroeien. Door de euro! Dat is de winst voor alle deelnemende landen.
Rentekosten uitsparen
Ik heb nog een tweede argument voor de euro. De eenheidmunt maakt het mogelijk dat de EU landen gezamenlijk eurobonds uitgeven. Eerder betoogde ik dat de noordelijke lidstaten dan de risicopremie die de zuidelijke lidstaten betalen kunnen incasseren, in plaats van de markt. Dat grote voordeel laat ik even buiten beschouwing. Het gaat mij in dit geval om de liquiditeitspremie die alle lidstaten via eurobonds ontvangen. Grote, goed verhandelbare euroleningen waarderen beleggers door een lagere rente te eisen. Ik maak een kleine berekening.
- De totale Europese overheidsschuld bedraagt circa 9000 miljard euro.
- Stel dat de liquiditeitspremie op eurobonds 0,1% bedraagt.
- Op termijn zouden de EU lidstaten dan jaarlijks 9 miljard euro aan rentekosten uitsparen.
Afgelopen woensdag stond in het FD een aardig overzicht van de totale kosten van alle EU-instellingen. Het gaat om het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Europese Raad en de 44 Agentschappen. Het totaalbedrag kwam uit op circa 6,8 miljard europer jaar. Deze kosten van de Europese instellingen kunnen ruimschoots gefinancierd worden uit het rentevoordeel dat ontstaat bij gezamenlijke schulduitgifte. Ik ga er vanuit over drie jaar nog steeds achter deze berekening te staan.