NEW YORK (AFN) - De aandelenbeurzen in New York kwamen vrijdag tussentijds niet ver van hun plek. Beleggers lassen een adempauze in na de forse winsten eerder in de week in de aanloop en de nasleep van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Daarnaast verwerken ze een recordtoename van het aantal coronabesmettingen in de Verenigde Staten en een nieuw banenrapport.
De Dow-Jonesindex stond omstreeks 19.30 uur (Nederlandse tijd) 0,2 procent lager op 28.340 punten. De brede S&P 500 steeg 0,1 procent tot 3512,78 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq won 0,2 procent tot 11.908 punten.
Democraat Joe Biden heeft voorlopig zijn achterstand op zittend president Donald Trump ingehaald in de staten Georgia en Pennsylvania, melden Amerikaanse media. Als Biden de voorsprong in die laatste staat niet meer kwijtraakt, heeft hij genoeg kiesmannen om de verkiezingen te winnen.
Beleggers leken de afgelopen dagen al rekening te houden met een overwinning van Biden, die tegelijkertijd opgescheept zit met een overwegend Republikeinse Senaat. Radicale koerswijzigingen op het vlak van bijvoorbeeld winstbelastingen of fossiele brandstoffen lijken daardoor niet erg waarschijnlijk. De winst in de afgelopen vier dagen was de sterkste sinds april.
Ondertussen verwerkten de markten ook een nieuw Amerikaans banenrapport. De werkgelegenheid in de VS is vorige maand minder hard gegroeid dan in september. Wel overtrof de toename de verwachtingen van economen.
Bij de bedrijven gooide techbedrijf Uber Technologies hoge ogen met zijn recentste kwartaalcijfers. Door de coronacrisis waren er fors minder taxiritten via de gelijknamige ritjesapp, maar de bezorgtak groeide wel erg hard omdat veel meer maaltijden aan huis werden bezorgd, net als boodschappen. Het aandeel won ruim 3 procent.
Booking Holdings, het moederbedrijf van onder meer de Nederlandse hotelboekingswebsite Booking.com, had ook de afgelopen maanden veel last van de coronacrisis. Desondanks won het aandeel 1 procent.
Een vat Amerikaanse olie werd 3,8 procent goedkoper op 37,35 dollar. Brentolie daalde 3,1 procent op 39,66 dollar. De euro was 1,1883 dollar waard, tegenover 1,1884 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen.