NEW YORK (AFN) - De aandelenbeurzen in New York stonden er dinsdag halverwege de dag wisselend bij. De aandacht van beleggers op Wall Street werd vooral getrokken door een grote overname in de chipindustrie, waardoor techaandelen de wind mee hadden. Ook werden er weer veel bedrijfsresultaten verwerkt en keken beleggers nog altijd naar Washington waar de politiek nog geen akkoord heeft bereikt over een nieuw coronasteunpakket.
De Dow-Jonesindex noteerde even na 18.30 uur (Nederlandse tijd) 0,2 procent in de min op 27.638 punten. De brede S&P 500 won 0,2 procent tot 3407 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq steeg 0,8 procent tot 11.443 punten.
Chipproducent Advanced Micro Devices (AMD) neemt zijn branchegenoot Xilinx over in een deal ter waarde van 35 miljard dollar die geheel in aandelen wordt afgerond. Geruchten over een overname deden recent al de ronde. De deal geeft AMD meer armslag om de concurrentie met Intel aan te gaan op het gebied van chips voor datacenters. Het aandeel Xilinx sprong 7,3 procent omhoog en AMD daalde 5,3 procent.
Harley-Davidson
De kwartaalcijfers van motorfietsenbouwer Harley-Davidson waren veel beter dan verwacht en dat werd beloond met een stijging van meer dan 25 procent. Verzekeraar American International Group (AIG) werd 1,2 procent hoger gezet. AIG heeft aangekondigd zichzelf op te gaan splitsen, waarbij de activiteiten op het gebied van levensverzekeringen en pensioenen apart worden gezet. Daarnaast werd een nieuwe topman benoemd bij AIG.
Restaurant Brands International, het moederbedrijf van Burger King, opende de boeken en werd 3,8 procent lager gezet. De restaurants van Burger King hadden een flink lagere omzet dan een jaar eerder, maar zagen wel herstel ten opzichte van het tweede kwartaal. Machinebouwer Caterpillar voelt de crisis nog altijd in de resultaten nu bedrijven minder investeren en werd 2,8 procent lager gezet.
De euro was 1,1828 dollar waard, tegenover 1,1824 dollar bij de slotbel in Europa. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 2,9 procent tot 39,68 dollar. Brentolie kostte 2,2 procent meer op 41,36 dollar per vat.