Bernd Lucke en Holger Schmieding zijn twee Duitse economen. Beiden zijn tegen de uitgifte van eurobonds. Ik ben een voorstander van de uitgifte van gezamenlijke EU obligaties, maar mijn sympathie gaat toch uit naar de opinie van Lucke.
Hij is economiedocent aan de Universiteit van Hamburg en fel tegenstander van de euro. Sinds kort heeft de man ook internationale bekendheid vanwege de oprichting van Alternative für Deutschland. Deze zogenaamde anti-euro partij heeft als hoofddoelstelling zo snel mogelijk een Dexit te bewerkstelligen.
Duitsland heeft niets in de euro te zoeken, zo vindt Lucke. Waarom zou de Duitse belastingbetaler doorgaan met het steunen van Griekenland en andere zwakke broeders in het eurogebied die hun begrotingen niet op orde krijgen? Zulke retorische vragen gaan er in als koek bij een groeiend deel van het electoraat.
Mooie tournedos
Het is consequent dat eurosceptici geen voorstander zijn van eurobonds en niet openstaan voor de voordelen daarvan. Een discussie met hen over eenheidsobligaties is zinloos. Het is alsof je een vegetariër een mooie tournedos wilt verkopen.
Met voorstanders van het opheffen van de euro is het zinniger om te discussiëren over de voordelen van de euro zelf. Dat is een lastige discussie omdat, ik geef het toe, de nadelen ook groot lijken. De discussie is een soort Catch22.
De nu zichtbare nadelen van de euro, bijvoorbeeld de enorme geldstromen naar zuidelijk Europa, zijn voor een belangrijk deel veroorzaakt door verkeerde politiek. Die verkeerde politiek wordt veroorzaakt doordat de euro, met al zijn voordelen, niet volledig omarmd wordt.
Voor de euro, maar tegen eurobonds?
Voor- en tegenstanders zullen in deze diffuse situatie elkaar om de oren slaan met hoge bedragen aan kosten c.q. voordelen, zonder dat overtuigend bewijs voorhanden is. Hoezeer oneens ik het ook ben met Lucke, het standpunt van Holger Schmieding begrijp ik echt niet.
Deze Duitse econoom is voorstander van de euro, maar hij is fel tegen eurobonds. Immers, zo stelt hij, het gaat nu prima in de eurozone. De probleemlanden worden geholpen en onder voortdurende druk van buitenaf zijn zij gedwongen te hervormen.
Met de invoering van eurobonds zou, daar is hij weer, de Duitse belastingbetaler moeten opdraaien voor de zuidelijke landen. Immers, met eurobonds vervalt de noodzaak voor verdere hervormingen. Ik begrijp niet hoe voorstanders van de euro zo tegen eurobonds ageren.
Permanente crisissfeer
Hoe is het mogelijk dat het rijke Europa financieel op de been moet worden gehouden met noodfondsen, hulppakketten, wekelijkse eurogroep-vergaderingen en meer van dat soort beschamende zaken. Afgezien daarvan is de daarmee samenhangende schade, in de vorm van onzekerheden en daaruit voortvloeiende economische malaise, enorm.
Onlangs gaf het IMF aan dat de eurozone ook de komende jaren minder presteert dan de andere continenten. Dat heeft alles te maken met het gebrek aan een samenhangend monetair en economisch systeem in Europa. Er zijn twee manieren deze chronische onevenwichtigheid te herstellen.
Ten eerste kan er worden gekozen de euro los te laten en terug te keren naar een gescheiden muntstelsel. De eenmalige en structurele kosten zijn zeer groot, maar het zal wel snel een einde maken aan de welhaast permanente crisissfeer in de eurozone. De tweede en beste oplossing is de consequenties te aanvaarden van de euro en tot snelle introductie van eurobonds te komen.
Default nagenoeg uitgesloten
Het argument dat dit tot veel hogere (rente)kosten zal leiden, bestrijd ik. Ten eerste moet de huidige rente niet als referentieniveau worden gekozen. De rentetarieven in Duitsland en Nederland op 10-jarige obligaties zijn met 1,3% tot 1,6% natuurlijk extreem laag. Maar dat is juist het gevolg van de financieel-economische crisis, die met de uitgifte van eurobonds flink getemperd wordt.
Het is een ridicule gedachte een crisis niet op te (willen) lossen, omdat dit zou leiden tot een stijging van de rente. Ten tweede zal de gezamenlijke eurobond tot een zeer liquide en concurrerende markt leiden, met name ten opzichte van Amerikaanse staatsobligaties. De (relatieve) rentevoordelen daarvan zijn evident.
Ten derde zal de eurorente geen gemiddelde zijn van het huidige gemiddelde, maar tenderen naar het niveau van de beste debiteur, in casu Duitsland. Immers, de markt zal een default van een individueel land, maar ook dat van de eurozone als geheel, nagenoeg uitsluiten, zoals het dat ook doet voor de VS, ondanks de grote financiële problemen aldaar.
Lagere rentelasten
Tot slot tackle ik het argument dat eurobonds de druk voor hervormingen laten wegvallen, met hogere (rente)kosten voor Noord-Europa als gevolg. Een goede organisatie van de uitgifte van eurobonds zal juist leiden tot verdere verlaging van de rentelasten. In een adequaat eurobondsysteem leent het centrale instituut tegen de lage marktrente, maar vindt vervolgens intern een renteverrekening plaats.
De door elke individuele lidstaat te betalen rente hangt af van het tekort en de omvang van de staatsschuld. Bij een gemiddelde eurbondrente van 1,5% betaalt Duitsland dan bijvoorbeeld slechts 1% rente, maar Spanje bijvoorbeeld 3%. De voordelen zijn enorm.
Ten eerste betaalt Duitsland in dit systeem minder dan de actuele marktrente. Ten tweede strijken de eurolanden, en daarmee de belastingbetalers, zelf de risicopremie op in plaats van de markt. Nu profiteren beleggers van de hoge Spaanse rente, terwijl de belastingbetaler zorg draagt voor het afwenden van faillissement van de zwakke landen.
Eurobonds geven rust
Een laatste voordeel is dat de zwakke landen minder rente betalen dan de actuele marktrente, waardoor de economische hervormingen makkelijker en het economisch herstel sneller plaatsvindt. De rust die door de uitgifte van eurobonds in de financiële markten gecreëerd wordt, zal daarnaast de economie een enorme impuls geven.
Voorstanders van de euro hebben naar mijn overtuiging geen enkel overtuigend argument om de uitgifte van eurobonds te blokkeren.