Natuurlijk heb ik met grote spanning het Chinese PMI (Purchasing Managers Index) afgewacht. En de uitslag leek wel een mislukte éénapril-grap. De China Federation of Logistics and Purchasing (ja, een overheidsorganisatie) vertelde ons dat de Chinese inkopers het weer helemaal zien zitten.
De PMI-index was flink gestegen van 51,0 naar 53,1. Dat is een ongelofelijk sterk herstel. Waar we de afgelopen weken vreesden voor een Chinese meltdown, kunnen de vlaggen nu uit. Alle zorgen zijn voorbij, toch?
Maar, waarom is het vergelijkbare cijfer van de commerciële organisatie HSBC- Markit een stuk lager? Deze inkopersindex daalden van 49,6 in februari naar 48,3 in maart. Dus blijft de grote vraag: wie heeft het bij het juist eind?
Ik houd mijn vlag nog maar even binnen. De overheids-PMI is gemiddeld 1 à 2 punten positiever dan de HSBC-Markit-index, maar bijna 6 punten verschil dat komt vrijwel nooit voor.
Klik op de grafiek voor een grote versie
Cementverbruik
Dus weten we nog steeds niet of China een harde landing tegemoet gaat of niet.
Laatst kwam ik een onooglijke grafiek tegen. JP Morgan probeert te bepalen in hoeverre er een bouwbubbel is aan de hand van het cementverbruik per hoofd van de bevolking en dit te vergelijken met andere bouwbubbels.
Het fijne van een dergelijke indicator is dat het de discussie objectief maakt.
Ik heb de data niet kunnen achterhalen in Datastream, anders had ik er een leesbare versie van gemaakt. Maar als u even goed in de onderstaande grafiek kijkt, krijgt u wel een duidelijk antwoord op de vraag of de Chinese economie nu een bubbel is of niet.
Het cementgebruik per hoofd van de bevolking. U ziet de pieken:
- Korea in 1997 op 1400 kilo per inwoner
- Taiwan in 1993 op 1300 kilo
- Spanje 1300 kilo in 2006
China zit nu op een cementverbruik van ruim 1500 kilo. Dat is in het verleden nog bij geen een bubbel vertoond. De boodschap lijkt duidelijk.
Klik op de grafiek voor een grote versie