Dagelijks worden we bestookt met nieuwe ramingen en voorspellingen. Niet lang geleden dreigde er nog een flinke economische crisis. Nu wacht ons slechts een milde recessie. Elke keer wordt er wel een andere verklaring gegeven voor meevallende of tegenvallende ramingen. De stijgende of juist dalende olieprijs, de schuldencrisis, de huizenprijzen en het rentebeleid van de centrale banken. Genoeg oorzaken om de prognoses aan op te hangen.
Toch komen die voorspellingen over de economie opvallend slecht uit. De economische werkelijkheid is, in ieder geval de laatste jaren, doorgaans minder ongunstig dan de vaak sombere verwachtingen. Die verwachtingen worden vaak nog meer beangstigend als de jaren zeventig of zelfs de jaren dertig erbij worden gesleept.
Oliecrisis
De eerste en tweede oliecrisis van de jaren zeventig spreken tot de verbeelding. De OPEC landen verhoogden, mede om politieke reden, hun olieprijzen tot ongekende hoogten. De Westerse economieën liepen als gevolg daarvan helemaal vast. Geen wonder dat de huidige hoge olieprijs associaties met de toenmalige situatie oproept. Ten onrechte. Destijds werd die olieprijsverhoging “niet geaccepteerd” en daarbij eisten vakbonden steeds hogere lonen zodat bedrijven dat weer doorrekenden in hun prijzen. Daar is nu geen sprake van.
In de jaren dertig, om maar wat verder terug te gaan, bezuinigden de overheden zeer sterk om de crisis te lijf te gaan. Het gevolg was een verdere verdieping van de crisis met alle catastrofale gevolgen van dien. Die fout mogen we niet meer maken, is een veelgehoorde stelling aan de linkerkant van het politieke spectrum. Keynes wordt daarbij, zoals gewoonlijk, misbruikt om bezuinigingen te attaqueren en tot nader order uit te stellen.
De gedachte van Keynes
Keynes gedachte was eenvoudig, briljant en grotendeels vrij van politieke smetten. De economische activiteit in een land wordt bepaald door de vraag van overheid, private sector en het saldo van importen en exporten. In tijden van recessie of depressie dalen de lonen in de private sector en, in combinatie met oplopende werkloosheid, is er vraaguitval. Het tijdelijk opschroeven van de overheidsconsumptie biedt tegenwicht en kan ertoe bijdragen de crisis te matigen of te overwinnen. Nadien, in tijden van voorspoed, is het zaak de tekorten en schulden weg te werken.
De actuele situatie heeft niets te maken met tijdelijke vraaguitval, maar met een omvangrijke vertrouwens- en financiële crisis. Het laten oplopen van de schulden is helemaal geen antwoord op de huidige problemen. Het wegstrepen van schulden, zoals nu met Griekenland gebeurd is, trouwens ook niet.
Het juiste antwoord wordt gegeven door de ECB, die een extreem ruime geldpolitiek voert. Dat geeft de gewenste consumptie zoveel mogelijk ruimte, maakt investeringen eerder rendabel en er wordt tijd gewonnen om voor de schuldencrisis een oplossing te vinden. De ruime geldpolitiek is op zichzelf natuurlijk geen oplossing, maar een middel om tot een oplossing te komen.
Flexibele economie
Een dergelijk monetaire politiek moet wel gepaard gaan met het zo snel mogelijk terugdringen van tekorten en schulden. Daarnaast zullen sterke hervormingsmaatregelen moeten worden genomen om de economie (nog) flexibeler te maken. Dat is ook de reden waarom sombere prognoses over de economie vaak meevallen, of in ieder geval snel weer ten goede omslaan.
De toegenomen flexibiliteit van de economie, ten opzichte van de jaren zeventig en zeker de jaren dertig, zorgen ervoor dat vergelijkingen met die tijd volkomen zinloos zijn. Waar bezuinigingen en vraagval toen veelal leidden tot inactiviteit en langdurige neerwaartse vicieuze cirkels, is dat nu geheel anders.De dynamiek van de maatschappij, natuurlijk voor een belangrijk deel op conto te schrijven van de technologische ontwikkelingen, laat grootscheepse langdurige economische crisis minder makkelijk toe.
Want laten we eerlijk zijn, als we terugkijken op de afgelopen jaren met twee enorme financiële crises, is het bijna een wonder hoe de economie er momenteel voorstaat. In de huidige maatschappij kan de private sector veel sneller initiatieven nemen op gewijzigde omstandigheden. De crisis vormt in zekere zin een stimulans voor dergelijke ontwikkelingen.
Vermogensrendementheffing
Economische flexibiliteit is cruciaal als het gaat om het opvangen van crisis en het voorkomen daarvan. Het terugdringen van het overheidtekort is absolute noodzaak, maar één maatregel die tekortverhogend werkt mag wat mij betreft morgen ingevoerd worden.Hoe is het mogelijk dat beleggers en spaarders in dit land nu al jaren accepteren dat de overheid 30% belasting heft over een fictieve rente van 4%.
Terwijl de rente op eigen staatsleningen nog geen 0,5% bedraagt voor looptijden van enkele jaren! De spaarrente levert nauwelijks meer dan 2,5% op. De effectieve belastingdruk van de vermogensrendementheffing ligt daarmee tussen 50% en meer dan 100%. Overheid, flexibiliseer ook op dit gebied, en vervang het fictieve rendement van 4% door een jaarlijkse koppeling aan de (gemiddelde) spaarrente.