In het FD van afgelopen zaterdag stond een artikel van de hand van Joost van Kuppeveld. De column ging over binaire opties. Dat zijn financiële instrumenten met een zeer korte looptijd van een minuut tot een paar uur.
De belegger geeft bij een binaire calloptie aan dat de onderliggende index, bijvoorbeeld de AEX, aan het eind van de looptijd hoger staat dan bij de start. Als dat het geval is krijgt de belegger op zijn inleg een rendement van bijvoorbeeld 80%.
Als de voorspelling onjuist is. de AEX staat lager, dan gaat de gehele inleg verloren. Dus na een inzet van bijvoorbeeld 10 euro, wordt bij een hogere AEX na een uur, 18 euro uitgekeerd. Als de AEX lager staat gaat de 10 euro geheel verloren. Dat is gokken, zegt van Kuppeveld, en dat vindt AFM ook.
Gokopties
Daarom tekende de toezichthouder hoger beroep aan tegen het vonnis van de rechter waarin de AFM werd gedwongen Optieclub, een aanbieder van binaire opties, een vergunning voor zijn activiteiten te geven. AFM wil deze instrumenten helemaal niet faciliteren.
Ik ben het eens met Van Kuppeveld en de AFM dat binaire opties gezien kunnen worden als gokopties. Het heeft niets met verantwoord langetermijnbeleggen te maken. Maar betekent dit dat deze opties moeten worden verboden, of in ieder geval niet via een vergunning van AFM in Nederland beschikbaar moeten worden gesteld?
Ik ben tegen een verbod van producten zoals binaire opties. Als ik kijk naar de Amsterdamse beurs, toch niet bekend als het nationale gokpaleis, zie ik een grote hoeveel opties genoteerd staan.
Er zijn opties met een (oorspronkelijke) looptijd van vijf jaar. Maar ook opties met looptijden van één jaar, één maand, één week en zelfs één dag zijn ruimschoots voorhanden.
Weinig verschillen
Zo kan, bij een indexstand van 439 punten, de belegger een optie kopen met uitoefenprijs 439 en met afloop 2,5 uur later. Eén optiecontract kost, exclusief transactiekosten, 68 euro:
- als de index onder de 439 blijft gaat de hele inleg verloren
- bij een koers van 439,68 punten is de inleg terugverdiend
- pas bij een indexstand van 440,22 heeft de houder van deze optie 80% verdiend
Ik zie het principiële verschil niet tussen deze door alle toezichthouders gefaciliteerde aan de beurs genoteerde opties en de vermaledijde binaire opties. Ook niet als het om de opties met langere looptijden dan één week, één maand of zelfs één jaar gaat.
Krampachtige redeneringen
In alle gevallen gaat het om speculatieve instrumenten met een duidelijk gokelement. Althans, zo kunnen ze door elke koper gebruikt worden. Door de extreem korte looptijd van binaire opties ineens te zien als belemmering om daar onder vergunning mee te handelen, ontstaan krampachtige redeneringen.
Kijkt u maar eens op de AFM-website. De toezichthouder geeft aan dat met looptijden van één minuut tot een paar uur het bijna onmogelijk is de richting van de onderliggende waarde (bijvoorbeeld AEX) te voorspellen.
Een zeer opmerkelijk standpunt. De AFM gaat er kennelijk vanuit dat de richting van de markt wel te voorspellen is als het om een dag, week, maand of jaar gaat. Het lijkt mij een onhoudbare stelling.
Het pijnpunt
Moet de AFM dan maar lijdzaam de vergunning aan dit soort clubs afgeven zonder aanvullende eisen te stellen? Absoluut niet. AFM geeft op dezelfde website namelijk wel een duidelijk pijnpunt aan wat betreft de binaire opties. Dat zijn de impliciet zeer hoge kosten die worden gerekend.
Bij 80% rendement (juiste voorspelling) en 100% verlies (verkeerde voorspelling) is er in feite sprake van een kostenfactor van 20%. Tegenwoordig is de uitbetaling van 80% iets hoger en mede afhankelijk van de marktomstandigheden.
Maar terecht geeft AFM aan dat door de hoge kosten de binaire-optiehandelaar het wel heel vaak goed moet hebben om uiteindelijk winst te maken. Die hoge kosten, waardoor er in principe weinig kans is op langeretermijnwinst te maken, is het aangrijpingspunt voor AFM.
Duidelijker informatie
In plaats van het weigeren van vergunningen aan binaire optieaanbieders, zou de toezichthouder zware eisen kunnen stellen met betrekking tot de geboden informatie.
Bijvoorbeeld door de verplichting duidelijk over de kosten te communiceren en, nog beter, te eisen dat prominent op de website aan wordt geven hoe vaak de belegger per honderd keer het goed moet hebben om een zekere winst te behalen.
Ik denk dat AFM in hoger beroep weinig kans maakt bij de rechter binaire-optieaanbieders een vergunning te weigeren. Mocht dat wel zo zijn, dan vrees ik dat het snel gedaan is met de vele opties die genoteerd staan aan de Amsterdamse beurs.
Ik denk niet dat de rechter daar zijn handen aan zal willen branden.