Als er twee ruilen, moet er één huilen. Dat oude spreekwoord lijkt perfect van toepassing op de problemen van het midden- en kleinbedrijf (MKB) met rentederivaten. ABN Amro gaat nu een aantal MKB-bedrijven compenseren die een swaptransactie hebben afgesloten.
Wat is er nu precies aan de hand met deze swaptransacties? Tijdens en vlak na de kredietcrisis leken de rentes in eerste instantie fors op te lopen. Veel (kleine) ondernemers hadden leningen met variabele rente of leningen met vaste rente die ze op (korte) termijn zouden moeten verlengen.
Bij een stijgende rente zouden de rentekosten voor deze bedrijven sterk stijgen. De banken hadden een oplossing: de renteswap. Een bedrijf met een variabele rentelening kon die ruilen tegen een vaste rente. Als de rente conform de toenmalige verwachting zou stijgen, was dat een mooie ruil.
Rentecompensatie
Stel de rente is 4% en er wordt een tienjaars swap op dat renteniveau afgesloten. Het bedrijf gaat dan tien jaar een vaste rente van 4% betalen en ontvangt daarvoor de variabele rente, die in principe gelijk is aan de variabele rente op de al bestaande lening. Deze ruil vindt plaats met gesloten beurzen.
Stel vervolgens dat de rente met 1% stijgt. Het bedrijf heeft zijn rente door de swap op 4% vastgezet, maar gaat wel 1% meer variabele rente betalen. Echter, die hogere variabele rente wordt gecompenseerd omdat uit hoofde van de swap ook een hogere variabele rente wordt ontvangen.
Tot zover is het plaatje mooi. Het bedrijf heeft zich ingedekt tegen de rentestijging. Maar het liep anders. De rente is na de kredietcrisis enorm gedaald. Het bedrijf betaalt echter door de swap 4% rente en profiteert niet van de rentedaling.
De variabele rente op de oorspronkelijke lening is weliswaar omlaag, maar via de swaptransactie wordt ook een lagere variabele rente ontvangen. Tot zover is er nog steeds niets aan de hand. Het bedrijf heeft geen voordeel van de rentedaling, maar dat is nu eenmaal het gevolg van de keuze de rente vast te zetten.
Niets aan de hand?
Waarom ging het dan toch vaak fout met deze rentederivaten? Daarvoor zijn verschillende oorzaken.
1. Hoge marge
Ten eerste moet de gebruiker van de swaptransactie bij ongunstige renteveranderingen (in dit geval een rentedaling) doorgaans een marge aanhouden om de bank de zekerheid te geven dat aan de swapverplichtingen kan worden voldaan.
Als een tienjaars 4%-swap is afgesloten, en de rente gaat naar 3%, dan wil de bank zeker weten dat die dan 1% hogere rente over de gehele looptijd wordt ontvangen. Die 1% over de gehele looptijd van tien jaar vertegenwoordigt een waarde van ongeveer 9%.
Als het gaat om een lening van 1 miljoen, kan de bank 90.000 euro aan zekerheid vragen. Lang niet alle MKB-bedrijven kunnen een dergelijk bedrag ophoesten.
2. Opslag
Een tweede probleem is dat de variabele rente minder, of helemaal niet daalt, terwijl de ontvangen variabele rente wel afneemt. Dat heeft te maken met het feit dat de bank onder bepaalde omstandigheden een opslag mag rekenen.
Bijvoorbeeld als er sprake is van financiële problemen bij het bedrijf, of er moeilijke omstandigheden zijn voor de bank om (kort) geld te lenen. Het bedrijf ontvangt daardoor minder rente dan het aan variabele rente (inclusief opslag) moet betalen.
3. Toch geen lening nodig
Een ander probleem kan ontstaan als het bedrijf, mogelijk door veranderde omstandigheden, uiteindelijk geen lening meer nodig heeft. Vaak, zeker bij een variabele rentelening, kunnen bedrijven zonder problemen de lening dan aflossen. Maar als een swap is afgesloten, moet die worden teruggekocht.
En zoals aangegeven, is de waarde van de swap flink opgelopen als de rente is gedaald. Het terugkopen van de swap kost dan veel geld, met alle gevolgen voor het betreffende bedrijf van dien.
Als het gaat om problemen van bedrijven omdat zij achteraf toch geen lening nodig hadden en de swap moesten afkopen, vraag ik mij af of de onderneming recht zou moeten hebben op compensatie.
Stel het bedrijf had destijds geen swaptransactie aangegaan, maar de variabele rentelening afgelost en daarvoor direct een nieuwe tienjarige lening afgesloten met vaste rente. Dan waren dezelfde problemen ontstaan als later zou blijken dat het bedrijf deze lening niet meer nodig zou hebben.
De (vervroegde) aflossing van de tienjarige lening met vaste rente zou dan met een boete van dezelfde omvang als die van het swapcontract hebben moeten plaatsvinden.
Verkeerd advies
Bij het berekenen van de opslag op de korte rente zit wel een fout die mijns inziens de banken valt toe te rekenen. Vaak wordt gezegd dat de mogelijkheid van een dergelijke opslag in de leningvoorwaarden staat.
Dat zal ongetwijfeld juist zijn, maar met een op de loer liggende opslag is een renteswap een onjuist instrument om het renterisico af te dekken. De bank had deze methode dan ook niet mogen adviseren.
Uiteindelijk staat alles, zoals zo vaak als het om beleggen gaat, bij transparantie. Rentederivaten zijn mooie producten om risico's mee te beheersen.
Het is jammer dat zowel het gedrag van klanten (indienen van claims, als er sprake is van een logische consequentie van zelf genomen risico's) als van aanbiedende partijen (verkoop uit hebzucht, zonder het klantbelang centraal te stellen) deze producten in een negatief daglicht hebben gesteld.