Het cijferseizoen is begonnen en het zijn wederom de techgrootheden, die vriend en vijand verrassen met wederom klinkende resultaten. Zo werden Google en Netflix beide na aankondiging van de laatste kwartaalresultaten meer dan 15% meer waard.
Dan GE, de technologiegigant van weleer. Het conglomeraat is druk bezig zich opnieuw uit te vinden, maar zo ontwrichtend als het was na de uitvinding van de gloeilamp meer dan een eeuw geleden zal het nimmer meer zijn. GE, lange tijd het duurste bedrijf ter wereld, is thans 275 miljard dollar waard.
Dat is natuurlijk nog altijd erg veel geld, maar de beurswaarde van Apple bedraagt 740 miljard euro en Google passeerde vorige week de grens van 400 miljard dollar. Bovendien liggen de waarderingen van die twee techgrootheden (Google en Apple) ook nog eens een stuk lager dan die van de oude industrieel, die nu voor 21 maal de winst te koop is.
De koers-winstverhouding van Apple bedraagt minder dan 14 en dan is de gigantische cashpositie van meer dan 150 miljard dollar niet in het sommetje verwerkt. Google doet minder dan 20 maal de winst en ook dit bedrijf beschikt over enorme reserves.
Verwachtingen waargemaakt
Terwijl de eerste internetrevolutie dreef op slimme ideeën en prachtige vergezichten maar amper omzet genereerde, worden de grote verwachtingen in de tweede internetrevolutie wel waargemaakt.
Bedrijven als Facebook, Netflix, Amazon, eBay en Airbnb hebben in opmerkelijk weinig tijd ons leven op zijn kop gezet. Het zijn bedrijven die hun analoge concurrenten, bedrijven en instituties waar oudere generaties mee zijn opgegroeid, gewoonweg wegvagen.
Netflix is een immens bedreiging voor de televisieomroepen. Net als Facebook eigenlijk, want waarom nog televisie kijken als je met beeld en geluid in vrolijke verbinding staat met alle vrienden in de rest van de wereld.
Amazon en eBay hebben de aanval ingezet op de wereldwijde middenstand. Airbnb weet met wat slimme software en miljoenen loyale particulieren succesvol strijd te leveren tegen het hotelwezen.
Geldmachines
Verschil met het jaar 2000 is ook dat de nieuwste generatie internetbedrijven wel bakken met geld verdient en razendsnel expandeert. Omdat deze expansie in de meeste gevallen met niet al te veel extra kosten gepaard gaan, nemen de winsten exponentieel toe.
En dan geldt juist in de internetindustrie het winner takes it all-principe. Wie kan een Amazon, Facebook of een Google nog bedreigen? Mocht er ergens een gevaarlijke concurrent opstaan, dan wordt die simpelweg opgekocht. Geld is niet het probleem.
Wordt een overname niet uit de eigen cashberg gefinancierd, dan gaan aandeelhouders wel akkoord met een extra aandelenuitgifte.
Nu nog instappen?
Vraag is wel: heeft het nu nog zin om in tech te beleggen? Wie nu instapt, is rijkelijk laat. In de afgelopen jaren zijn techbeleggers al rijkelijk beloond. In de afgelopen drie jaar werd de techsector zo’n 25% per jaar meer waard.
In het afgelopen jaar stegen de beurswaardes zelfs met 40% gemiddeld. Toch zijn er genoeg redenen te bedenken om meer koerswinsten te verwachten. De omzetten stijgen nog altijd hard en er zijn nog genoeg grote markten te ontginnen, zoals een China of India.
Bovendien is de digitalisering van onze wereld nog lang niet afgerond. Met de internet-of-things zitten we eigenlijk nog maar in het begin van de grote internetrevolutie.
Fondsvergelijking
Beleggen in technologie is niet zo moeilijk. Surf naar uw broker, zet het woordje ‘tech’ in de zoekopdracht, en de verschillende techfondsen en tech-ETF’s verschijnen in beeld. Ik heb er drie uitgelicht. En wel:
Uitgangspunt
Fidelity: “Het fonds richt zich op vermogensgroei op de lange termijn, door wereldwijd te beleggen voornamelijk in aandelen van ondernemingen die producten, processen of diensten ontwikkelen of aanbieden die samenhangen met of in hoge mate zullen profiteren van de voortschrijdende technologische ontwikkelingen.”
NN: “Het fonds belegt in ondernemingen die actief zijn op het gebied van software, IT dienstverlening, internet, hardware, halfgeleiders en halfgeleiderapparatuur.”
Pictet: “De doelstelling van het fonds is wereldwijd beleggen in aandelen van ondernemingen die actief zijn in de ontwikkeling, de levering en de marketing van telecommunicatiediensten en -technologieën. Op basis van de grondige kennis van het beleggingsteam en de sectorale expertise van een toegewijde externe adviesraad, tracht het fonds ondernemingen te identificeren met een sterk commercieel potentieel.”
Waardering Morningstar
- Fidelity: 5 sterren
- NN: 3 sterren
- Pictet: 4 sterren
Rendement 5 jaar
- Fidelity: 20% gemiddeld per jaar
- NN: 16% gemiddeld per jaar
- Pictet: 19% gemiddeld per jaar
Rendement 1 jaar
- Fidelity: 46%
- NN: 36%
- Pictet: 40%
Beweeglijkheid (hoe lager, hoe beter)
- Fidelity: 11
- NN: 12,3
- Pictet: 10,4
Aantal posities
- Fidelity: 51
- NN: 45
- Pictet: 50
Top-3 posities
- Fidelity: Google, Cisco, Apple
- NN: Apple, Microsoft, Google
- Pictet: eBay, Google, Apple
Regioverdeling
- Fidelity: Verenigde Staten (72%), ontwikkeld Azië (8%), Japan (7%)
- NN: Verenigde Staten (81%), Japan (10%), eurozone (3%)
- Pictet: Verenigde Staten (67%), Japan (8%), ontwikkeld Azië (8%)
Kosten
- Fidelity: 1,18%
- NN: 0,83%
- Pictet: 1,99%
Conclusie
Het technologiefonds van Fidelity is niet het goedkoopste, en ook niet het minst risicovolle fonds, maar dat het van Morningstar het hoogst aantal sterren heeft gekregen, is niet zo maar.
Het Fidelity Global Technology Fund heeft op de middellange en korte termijn van de drie fondsen het beste rendement geboekt en laat daarmee ook alle indexfondsen ver achter zich.