AMSTERDAM (AFN) - De Europese aandelenbeurzen stonden vrijdag opnieuw diep in het rood na de stevige verliezen een dag eerder. De vrees voor een handelsoorlog tussen de economische grootmachten de Verenigde Staten en China bleef de markten wereldwijd in zijn greep houden.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 1,5 procent in de min op 520,62 punten. De MidKap zakte ook 1,5 procent, tot 785,71 punten. De beurzen in Londen, Parijs en Frankfurt verloren tot 1,5 procent.
Grootste daler bij de hoofdfondsen was ArcelorMittal met een verlies van meer dan 3 procent. Het staalbedrijf liet weten een nieuwe poging te wagen om het financieel geplaagde Indiase staalconcern Essar Steel in te lijven, nadat een eerder bod was verworpen. Arcelor trok daarbij op met de Japanse branchegenoot Nippon Steel. Tankopslagbedrijf Vopak en telecomconcern KPN waren de enige winnaars met winsten van 0,9 en 0,7 procent.
Dalers
In de MidKap sloten bodemonderzoeker Fugro en chipbedrijf Besi de rij met minnen van meer dan 3 procent. Beursintermediair Flow Traders profiteerde juist van de toegenomen activiteit en onrust op de markten en was de enige stijger met een plus van meer dan 8 procent.
Zakenbank NIBC en distributie- en groothandelsbedrijf B&S beleefden teleurstellende beursgangen op het Damrak. De aandelen gingen in lijn met de negatieve stemming op de wereldwijde beurzen omlaag. NIBC, dat voor 8,75 euro per aandeel zijn rentree maakte op Beursplein 5, noteerde bijna 5 procent lager. B&S, dat een introductieprijs had van 14,50 euro, stond 1,4 procent in de min.
Olieprijzen
In Frankfurt bracht Deutsche Bank (min 5,3 procent) zijn vermogensbeheertak DWS naar de beurs. DWS ging 0,4 procent omlaag.
De Britse farmaceut GlaxoSmithKline won in Londen 2,8 procent na terugtrekking van het bod op de consumentengezondheidstak van de Amerikaanse branchegenoot Pfizer. Eerder zagen Reckitt Benckiser en Johnson & Johnson al af van een overname van het onderdeel.
De olieprijzen stegen licht nadat Saudi-Arabië liet weten dat de productiebeperkingen tot in 2019 zouden kunnen worden voortgezet. Een vat Amerikaanse olie werd 0,3 procent duurder op 64,46 dollar. Brentolie klom 0,1 procent tot 69,00 dollar per vat. De euro was 1,2328 dollar waard, vergeleken met 1,2310 dollar een dag eerder.