Van beleggers
voor beleggers
desktop iconMarkt Monitor
  • Word abonnee
  • Inloggen

    Inloggen

    • Geen account? Registreren

    Wachtwoord vergeten?

Ontvang nu dagelijks onze kooptips!

word abonnee

Aandeel Pharming Group AEX:PHARM.NL, NL0010391025

  • 0,899 3 mei 2024 17:35
  • +0,000 (+0,06%) Dagrange 0,898 - 0,914
  • 4.659.264 Gem. (3M) 6,6M

Morgen 21.05 op NED 3 : Tegenlicht

17 Posts
| Omlaag ↓
  1. Ferdy_S 30 november 2002 16:10
    Hoe Nederland de biotechboot miste zondag 1 december 2002 21:00 vrijdag 6 december 2002 15:00 (herhaling) Stier Herman was eens Nederlands trots op het gebied van biotechnologie. Maar door tegenwerking van de overheid zijn alle nakomelingen inmiddels afgemaakt en brengt Herman zijn oude dag door bij Naturalis in Leiden. Nederland lijkt daardoor een belangrijke boot te missen. Tegenlicht maakte een reconstructie van de moeizame start van gentechnologie in de polder. Op 16 december 1990 werd stier Herman geboren, het eerste transgene rund ter wereld. Met de komst van Herman stond Nederland aan de wieg van grote biotechnologische ontwikkelingen. Stier Herman was ontwikkeld met de bedoeling dat zijn vrouwelijke nakomelingen eiwitten zouden produceren in hun melk, die eenvoudig verwerkt zouden kunnen worden tot medicijnen. Sindsdien zijn er wereldwijd grote ontwikkelingen geweest op het gebied van genetische manipulatie. Op verscheidene plekken lopen geiten en koeien rond die tot vijftien verschillende eiwitten in hun melk aanmaken. In Nederland is het echter gebleven bij die ene stier, waarvan alle nakomelingen inmiddels dus afgemaakt zijn. Waarom is er hier zo weinig terecht gekomen van deze veelbelovende technologie? Heeft Nederland de boot gemist? Het verhaal van stier Herman is een aaneenschakeling van verborgen doelstellingen, een twijfelende overheid en een opiniebepalende Dierenbescherming. Het is ook het verhaal van Nederlands bekendste biotech bedrijf Pharming dat tot 26 september in surseance van betaling verkeerde en ternauwernood werd gered van definitieve ondergang. Niet in de laatste plaats is dit het verhaal van biochemicus Herman de Boer, die in Amerika bedacht dat je medicinale eiwitten het best zou kunnen aanmaken in de melk van koeien. De Boer was immers in Zuid-Friesland tussen de koeien opgegroeid en wist dus hoeveel melk ze produceren. Eenmaal terug in Nederland ging hij voortvarend aan de slag om zijn droom te realiseren. Aanvankelijk waren er nauwelijks reacties op De Boers plan een genetisch gemodificeerde koe te gaan maken. Maar dat veranderde op slag bij de geboorte van stier Herman: de maatschappelijke storm die er toen uitbrak, heeft in Nederland de productie van medicijnen via de melk van transgene koeien tot op de huidige dag onmogelijk gemaakt. VPRO's Tegenlicht reconstrueert in gesprekken met direct betrokkenen het verhaal achter Nederlands bekendste stier die onlangs een nieuw onderkomen vond bij het natuurhistorisch museum Naturalis. Werknemers, directie, financiers, Dierenbescherming, minister Bukman, Herman de Boer en de concurrent Genzyme vertellen wat er met de droom van Herman de Boer is gebeurd.
  2. Ferdy_S 30 november 2002 16:16
    Met de ontdekking dat al het DNA van alle organismen uit precies dezelfde stoffen bestaat, kon het idee van maakbaar leven pas echt tot wasdom komen. Want waarom zou je dan niet de genen van het ene organisme in de cellen van een ander wezen kunnen stoppen? De gemiste kans Het was even zoeken naar een techniek die dat mogelijk maakte, maar in 1973 was het eerste experiment met genetische 'vermenging' een feit: de bacterie Escherichia coli kreeg erfelijk materiaal van een Afrikaanse klauwpad ingebouwd. Een half jaar later bleek dat zulke ingebouwde genen ook echt konden werken: de bacterie produceerde eiwitten die normaal door de pad worden gefabriceerd. Vanaf dat moment werd er geprobeerd ook menselijke genen met het DNA van andere organismen te mengen. Het eerste succes werd in 1978 gerapporteerd, toen een E. coli-bacterie het menselijke gen kreeg ingebouwd dat het groeihormoon somatostatine maakt. Later dat jaar volgden bacteriën die met hun stukje menselijk DNA insuline produceerden, het stofwisselingshormoon dat suikerpatiënten krijgen toegediend. Al het onderzoek werd in de Verenigde Staten uitgevoerd, onder meer bij het bedrijf Genentech in San Francisco. Daar ging ook de Nederlandse biochemicus Herman de Boer aan het werk, in 1980. Het was aanvankelijk de bedoeling dat De Boer een jaar zou blijven, maar dat werden er zeven. Tegen de tijd dat hij terugkeerde, voor een leerstoel aan de Universiteit van Leiden, kreeg De Boer het plan om koeien met menselijke genen uit te rusten. De kunstmatige productie van menselijke eiwitten die ziektes bestrijden stond destijds nog in de kinderschoenen. Het idee was om de genen die zulke eiwitten aanmaken in de koeien te bouwen, zodat de koeien de eiwitten dan in hun melk zouden afscheiden. Met een hele kudde van zulke dieren zou dan eenvoudig een grote hoeveelheid eiwitten gewonnen kunnen worden. De nieuwbakken hoogleraar ontvouwde zijn plannen tijdens zijn inaugurele rede, op 13 januari 1989. Op dat moment was De Boer al een van de directeuren van het bedrijf Gene Pharming, dat met de Leidse universiteit en IVO-DLO, het landbouwinstituut van de overheid, aan de totstandkoming van de runderen werkte. De ondernemingsplannen genereerden vlot een startkapitaal, en vanaf het einde van 1989 gingen slachthuizen eierstokken van koeien aan het bedrijf leveren. In het laboratorium werd geprobeerd de eicellen uit te rusten met het menselijk gen voor lactoferrine, een eiwit dat bekend stond als een bestrijder van bacteriële infecties. Gene Pharming gebruikte de techniek van de micro-injectie. Daarbij wordt met een injectienaald het in te bouwen gen op goed geluk in de bevruchte eicel gespoten, in de hoop dat het gen zich zal nestelen op de chromosomen. Het rendement van die methode is echter erg laag. Gene Pharming micro-injecteerde bij de eerste experimenten 1154 bevruchte eicellen met het lactoferrine-gen. Daar kwamen uiteindelijk niet meer dan 21 zwangerschappen uit voort. Van hen hadden slechts twee kalveren het lactoferrine-gen. Toch was dat twee keer pech voor het bedrijf: het eerste kalf werd op 16 december 1990 geboren, maar bleek een stier - stier Herman - en die produceerde natuurlijk geen melk. Het andere kalf, de koe Ineke, deed dat wel, maar zij bleek een zogeheten 'mozaïek': sommige van haar cellen hadden wel het lactoferrine-gen, andere niet. Kennelijk was de micro-injectie niet helemaal verlopen zoals bedoeld. Desondanks veranderde het bedrijf de strategie niet. Was het de Wet van de Remmende Voorsprong? Met stier Herman had Gene Pharming een primeur, want hij was het eerste rund ter wereld dat een menselijk gen had gekregen. De onderneming meende te hebben aangetoond dat de techniek werkte, en ging er mee door - al was het maar omdat de financiers van het bedrijf snel rendement voor hun investeringen wensten te zien. De concurrenten echter zochten nieuwe wegen en andere technieken, waarmee het DNA van runderen wellicht doelmatiger te manipuleren zou zijn. vervolg...
  3. Ferdy_S 30 november 2002 16:18
    Gene Pharming wilde met Hermans sperma een kudde koeien maken van dieren die allemaal lactoferrine in hun melk zouden produceren. Jammer was wel dat pakweg de helft van Hermans nageslacht uit onbruikbare stiertjes zou bestaan. Idealiter zou hij uitsluitend lactoferrine-producerende koeien voortbrengen, liefst allemaal van dezelfde kwaliteit. Je zou zo'n koe met andere woorden het liefst willen klonen. Dolly, Polly, Molly en Holly - en Belle Het klonen van dieren kwam in 1997 groots in het nieuws, toen schaap Dolly aan de wereld werd gepresenteerd. In werkelijkheid echter waren kloonexperimenten al veel langer aan de gang. Eind 1992, toen Gene Pharming toestemming van de overheid kreeg om stier Herman vader te maken, had een ander Nederlands bedrijf, Embrytec uit Zeist, al twee kalfjes gekloond. Embrytec was opgericht door onder meer de vleesindustrie, het Ministerie van Economische Zaken en de Rabobank. Het bedrijf experimenteerde met de zogeheten 'celkerntransplantatie'. Uit een cel van een runderembryo werd de kern verwijderd, en overgebracht naar de eicel van een koe. Het DNA dat oorspronkelijk in de eicel aanwezig was, was al verwijderd. De eicel met het erfelijk materiaal van het runderembryo werd in een draagkoe geplaatst, in de hoop dat het tot een zwangerschap zou leiden. Dat lukte Embrytec twee keer: er werden twee kalfjes uit de experimenten geboren, kloontjes van het runderembryo. Het plan was om kuddes koeien te klonen die allemaal dezelfde kwaliteit vlees produceerden, maar het duurde allemaal langer dan was ingeschat. In 1993 ging Embrytec daarom op de fles. De twee gekloonde dieren zijn geslacht en in de menselijke voedselketen terecht gekomen. Maar de techniek van de celkerntransplantatie bleef bestaan. In 1995 gebruikte het Roslin Institute in het Schotse Edinburgh bijna dezelfde procedure om twee schapen uit een schapenembryo te klonen. De twee, Megan en Morgan, werden gepresenteerd in het vakblad Nature, maar trokken hoegenaamd geen aandacht. Een jaar later was dat wel anders, toen Nature de geboorte van Dolly meldde, een creatie van hetzelfde Roslin Institute. In zekere zin was Dolly ook wel specialer dan Megan en Morgan: die kwamen voort uit een gekloonde embryonale cel, terwijl Dolly was gekopieerd uit de cel van een volwassen dier. Dankzij Dolly is duidelijk dat elk volwassen dier - en volwassen mens - in principe gereproduceerd kan worden. Later in 1997 deden de Schotten nog een keer van zich spreken. Opnieuw toonden ze de wereld twee gekloonde schapen - Polly en Molly - met opnieuw een primeur: de twee hadden een menselijk gen gekregen. In zekere zin waren het dan ook de gekloonde evenknieën van stier Herman. Hermans rol in wetenschappelijk opzicht was op dat moment al uitgespeeld, omdat gebleken was dat het lactoferrine-gen toch niet ongeschonden in zijn DNA terecht was gekomen. Er ontbrak een stukje, zodat Hermans dochters geen bruikbare lactoferrine in hun melk produceerden. Daarom werkte Pharming, zoals het bedrijf inmiddels was gaan heten, met Max en Julius, twee nieuwe stieren met een menselijk lactoferrine-gen. Maar de Schotse resultaten hadden de Leidse onderzoekers zenuwachtig gemaakt, zodat het bedrijf zelf ging experimenteren met klonen. In februari 1998 leidde dat tot de geboorte van de gekloonde kalfjes Holly en Belle, overigens zonder menselijk gen. Pharming meende de toekomst van het bedrijf verzekerd te hebben. Maar helaas, op dezelfde dag dat de kalfjes aan de pers werden getoond, reageerde de Nederlandse overheid met een verbod op verdere kloonexperimenten. Het bedrijf overwoog dan maar naar het buitenland te gaan, maar speelde eveneens met de gedachte het onderzoek aan runderen stop te zetten. Een van de redenen was dat er ondanks allerlei beweringen onduidelijk bleef tegen welke ziekte lactoferrine zou moeten worden ingezet. (vervolg: Lactoferrine - eiwit op zoek naar een medicijn)
  4. Ferdy_S 30 november 2002 16:20
    Toen de experimenten met het lactoferrine-gen begonnen, was er over het eiwit niet erg veel bekend. Goed, het komt in betrekkelijke grote hoeveelheden voor in moedermelk, maar het was niet duidelijk waarom, zodat slechts werd aangenomen dat het eiwit goed zou zijn voor het afweersysteem van zuigelingen. Lactoferrine: eiwit op zoek naar een ziekte Nutricia, producent van kindervoedingsmiddelen, was om die reden al enige tijd bezig om lactoferrine kunstmatig te maken, in de hoop de producten ermee te verrijken. Dat lukte niet, zodat een samenwerking met Gene Pharming voor de hand lag. De twee ondernemingen sloten een (geheim) contract, dat Gene Pharming ongeveer verplichtte om met lactoferrine aan de slag te gaan. Het bedrijf heeft altijd last gehad van de onduidelijkheid rondom het eiwit. Aanvankelijk heette het dat lactoferrine bacteriële infecties bestreed. Dat was zo'n algemeen begrip, dat er - met name in de pers - allerlei specifieke aandoeningen bij ter sprake kwamen. Astma, reuma, ja zelfs aids en de gevolgen van een chemokuur aan kankerpatiënten zou het eiwit kunnen verlichten. Maar toen een ethische commissie in opdracht van de overheid moest bepalen of de experimenten met Herman mochten voortgaan, zei Gene Pharming zelf dat lactoferrine ontwikkeld werd tegen mastitis, uierontsteking bij koeien. Vreemd genoeg stelde toen niemand de vraag waarom je menselijke genen in een rund probeerde te krijgen, met de bedoeling er een geneesmiddel voor koeien mee te maken. Maar ook mastitis verdween weer uit de officiële beleidspapieren van het bedrijf. Nu werd lactoferrine een natuurlijk antibioticum genoemd, die met name infecties in de maag en de darmen bestreed. Nooit echter was er ook maar ergens een wetenschappelijk artikel gepubliceerd waarin werd aangetoond dat lactoferrine ergens tegen hielp. Bovendien viel de lactoferrineproductie van de dochters van Herman zwaar tegen - later bleek dat deels te zijn veroorzaakt doordat Hermans lactoferrine-gen een mutatie had ondergaan. Er kwam nog een doorstart, toen eind 1995 de stieren Julius en Max werden geboren, die ook een menselijk lactoferrine-gen droegen. Het verzet uit de samenleving tegen genetisch gemanipuleerde dieren werd echter sterker en sterker, en het bedrijf realiseerde zich dat het tenminste enkele jaren zou duren voordat de twee nieuwe stiertjes een kudde lactoferrine-producerende koeien konden voortbrengen. Dat zou veel tijd en geld kosten, met onderzoek dat in de maatschappij in opspraak is, terwijl er voor het te produceren lactoferrine geen markt bestond. Bovendien gloorde er hoop voor een ander eiwit: het eiwit alfa-glycosidase, dat tegen de erfelijke ziekte van Pompe zou kunnen helpen. (vervolg: Konijnenmelk en hamstercellen - de ziekte van Pompe)
  5. Ferdy_S 30 november 2002 16:22
    Al snel na de oprichting van Gene Pharming ontstond het plan om naast lactoferrine nog een ander menselijk eiwit in runderen te produceren. Aan de Rotterdamse Erasmus-universiteit werd onderzoek gedaan naar de ziekte van Pompe, een spieraandoening die met name onder zuigelingen dodelijk is. Daaruit bleek dat een enkel eiwit wel eens wonderen zou kunnen doen. Konijnenmelk en hamstercellen: de ziekte van Pompe Tien jaar geleden, toen Gene Pharming nog stevig aan de weg timmerde, was het eiwit alfa-glycosidase onmogelijk kunstmatig te maken. Toch was dat noodzakelijk voor de genezing van patiënten met de ziekte van Pompe. Zij hopen afvalstoffen in hun cellen op, met name in de spierweefsels, die daardoor vergiftigd raken. Bij zuigelingen heeft dat ernstige, meestal fatale gevolgen voor het hart, terwijl kinderen en volwassenen doorgaans alleen te kampen krijgen met langzaam verslappende skeletspieren. De ziekte ontstaat door een erfelijke afwijking, die ervoor zorgt dat er geen alfa-glycosidase wordt geproduceerd, het eiwit dat normaal de afvalstoffen wel afbreekt. De Erasmus-universiteit zocht al snel samenwerking met Gene Pharming, en er volgden enige jaren waarin experimenteel werd onderzocht of het eiwit werkelijk zo helend zou uitpakken. Alle resultaten heten hoopgevend, zodat besloten moest worden welke dieren het alfa-glycosidase in hun melk zouden moeten produceren. In het vooronderzoek waren dat muizen, maar die maken erg weinig melk. Een productielijn met koeien zou te lang duren, en genetisch gemanipuleerde geiten en schapen waren al geoctrooieerd. Mede daarom werd gekozen voor konijnen. Zij kregen het gen voor de aanmaak van alfa-glycosidase ingebouwd, en inderdaad bevatte hun melk het eiwit. Het aantal Pompe-patiënten in de westerse wereld wordt geschat op ruim 5000 - hoeveel het er elders in de wereld zijn, is onbekend. Om al die patiënten met alfa-glycosidase te kunnen behandelen, zijn erg veel konijnen nodig. Het risico op een mislukking bestond, zodat Pharming samenwerking zocht met het Amerikaanse bedrijf Genzyme, eveneens een producent van menselijke, medicinale eiwitten. Genzyme gebruikte echter geen genetisch gemanipuleerde dieren, maar gemanipuleerde eierstokcellen van Chinese hamsters. Volgens Genzyme zijn die ook geschikt voor de productie van eiwitten. De Erasmus-universiteit begon vijf Pompe-patiënten, onder wie drie kinderen, met het alfa-glycosidase van konijnen te behandelen, als eerste stap in de ontwikkeling van het medicijn. De resultaten waren hoopvol, en het experiment werd voortgezet. Maar onder druk van geldnood krijgt Genzyme steeds meer te zeggen. Een probleem is dat de FDA, de instantie die bepaalt of een geneesmiddel op de Amerikaanse markt wordt toegelaten, geen ervaring heeft met medicijnen uit dierenmelk. Met de hamstercellen wel, zodat het bedrijf verwacht dat een volledig ontwikkeld Pompe-medicijn uit de eierstokken eerder wordt goed gekeurd. Pharming stopte dan ook met de productie in konijnen, hoewel het bedrijf beloofde dat het experiment met de vijf Rotterdamse patiënten gewoon met 'konijnen-alfa-glycosidase' door zou gaan. Toen het bedrijf medio 2001 bijna failliet ging, en het Pompe-onderzoek overdeed aan Genzyme, beloofden de Amerikanen hetzelfde. Maar sinds het voorjaar van 2002 zijn er moeilijkheden. Door een foutje ging een deel van het 'konijnen-alfa-glycosidase' verloren, en Genzyme wilde de vijf patiënten verder behandelen met het eiwit dat door de hamstercellen is gemaakt. Volgens het bedrijf is dat beter dan het konijnenproduct, en veel goedkoper te produceren. Maar de Rotterdamse onderzoekers willen daar eerst het bewijs van zien. Genzyme zegt daar aan te werken. Beide partijen hebben nu afgesproken om de levering van het alfa-glycosidase uit konijnen tot in ieder geval het voorjaar van 2003 te continueren.
  6. [verwijderd] 30 november 2002 19:33
    Is Humaan Lactoferrine een gelopen wedstrijd of is er nog potentie voor Pharming? Agennix en DSM Pharmaceutical Products openen fabriek voor productie van recombinant humaan lactoferrine Heerlen, NL / Houston (TX),USA,17-sep-2002 Gespecialiseerde fabriek in Capua (Italië) in bedrijf Agennix Inc. en DSM Pharmaceutical Products, een business group van DSM N.V., hebben vandaag gezamenlijk een nieuwe fabriek in bedrijf gesteld op de fermentatie-locatie van DSM in Capua (Italië). De fabriek, die iets ten noorden van Napels ligt, zal uitsluitend worden gebruikt voor de commerciële productie van recombinant humaan lactoferrine (rhLF) voor farmaceutische doeleinden. RhLF, een eiwit dat van nature voorkomt in melk en andere endocriene secreties, speelt een belangrijke rol bij het stimuleren van het immuunsysteem van het lichaam in de strijd tegen kanker en infecties en biedt bescherming tegen astma en andere allergische aandoeningen. "Met dit project onderstreept DSM zijn strategische keuze om verder te investeren in de Life Science-industrie in het algemeen en biotechnologie in het bijzonder," verklaarde Henk Numan, directeur van DSM Pharmaceutical Products.“ Fermentatie is een van DSM’s kerntechnologieën en wordt breed toegepast voor de productie van allerlei geneesmiddelen. De opening van de nieuwe fabriek is de kroon op het vele werk dat is gedaan door een speciaal projectteam, in zeer nauwe samenwerking met Agennix. We zijn trots op dit succes en verheugen ons op de voortzetting van de uitstekende samenwerking met Agennix.” “We zijn zeer tevreden over onze samenwerking met DSM Pharmaceutical Products,” zei Rick Barsky, Chief Executive Officer van Agennix. “De opening van deze fabriek is een mijlpaal in ontwikkeling van rhLF door Agennix. Onze productiecapaciteit neemt hierdoor toe van enkele tientallen kilo’s tot verscheidene tonnen per jaar.” Agennix Agennix is een in Houston (VS) gevestigde onderneming die zich specialiseert in biofarmaceutische producten. Het bedrijf is toonaangevend in de wereld op het gebied van de ontwikkeling van recombinant humaan lactoferrine (rhLF), een natuurlijk eiwit dat het immuunsysteem stimuleert en infecties tegengaat, en een groot aantal gepatenteerde peptiden. RhLF is getest op meer dan 275 personen. Bij niet één daarvan traden ernstige ongunstige effecten op als gevolg van de toediening. De stof is werkzaam gebleken bij de behandeling van kanker, astma en infecties. Agennix is het eerste en tot nu toe enige bedrijf dat in staat is grote hoeveelheden humaan lactoferrine te produceren. Het bedrijf heeft wereldwijd octrooi op zijn technologie. Veertig octrooien zijn al verleend, en 65 octrooiaanvragen zijn in behandeling. In 2002 zal Agennix zeven Fase II proeven starten of afronden voor een aantal indicaties, waaronder de behandeling van kanker, de behandeling van infecties bij chemotherapie-patienten en de behandeling van astma. DSM DSM is wereldwijd actief in life science-producten, hoogwaardige materialen en industriële chemicaliën. DSM heeft een omzet van bijna EUR 6 miljard en telt wereldwijd circa 20.000 medewerkers, werkzaam in meer dan 200 vestigingen. DSM behoort in veel van zijn activiteiten tot de wereldtop. De strategie is gericht op een groei van de omzet, mede door middel van acquisities, naar een niveau van circa EUR 10 miljard in 2005. Minstens 80% daarvan zal worden gerealiseerd in specialties: biotechnologische en chemische producten voor de life science-industrie, en hoogwaardige materialen. DSM zet daarmee de eerder ingezette concentratie op en transformatie naar leidende mondiale posities in activiteiten met hogere toegevoegde waarde, sterke groei en stabielere resultaten voort. DSM Pharmaceutical Products De onlangs opgerichte business group DSM Pharmaceutical Products heeft een jaaromzet van ruim EUR 500 miljoen en productielocaties en laboratoria over de hele wereld. Er zijn wereldwijd ongeveer 3000 mensen werkzaam bij de business group. Met zijn unieke technologie en zeer moderne productie-installaties biedt DSM Pharmaceutical Products als enige onafhankelijke contractproducent een compleet pakket activiteiten, van de grootschalige productie van biofarmaceutische API’s, geavanceerde tussenproducten en via chemische synthese bereide API’s tot het steriel afvullen van farmaceutische eindproducten.
  7. [verwijderd] 30 november 2002 20:27
    he masalto Leuk bericht, wat bij mij ook al bekend was. Reeds eerder, weet ff niet precies wanneer, heb ik al eerder DSM getipt als een van de mogelijke partners op het moment dat ze ineens gingen investeren in een fabriek bij Wisconsin (letterlijk naast de koeien van Pharming). Ik heb geen bewijzen, maar dit is ook weer zon signaaltjes dat je moet onthouden en niet vergeten. Er komt een tijd en dan weet je dat 1 en 1 is 2, volgens mij ben je warm. Ik hoop voor je dat dit een aanmoediging is om door te gaan op deze lijn, wie weet wat er nog uit komt. Succes.
  8. [verwijderd] 30 november 2002 23:59
    Gelukvogel, het ging me niet zo zeer om een eventuele relatie tussen Pharming en DSM aan te geven, maar meer om aan forumleden te vragen of ze iets meer weten over wat er met het onderzoek op het gebied van recombinant human lactoferrin is gebeurd. Dit omdat het in het VPRO programma werd besproken. Er was een samenwerking met Numico, maar verder weet ik niets en omdat het laatste nieuws zo oud is krijg ik de indruk dat Pharming met verdere research gestopt is. Weet iemand of dit klopt? Mvrg Masalto
17 Posts
|Omhoog ↑

Meedoen aan de discussie?

Word nu gratis lid of log in met je emailadres en wachtwoord.

Direct naar Forum

Premium

Logische herfinanciering Pharming

Het laatste advies leest u als abonnee van IEX Premium

Inloggen Word Abonnee

Lees verder op het IEX netwerk Let op: Artikelen linken naar andere sites

Gesponsorde links