Van beleggers
voor beleggers
desktop iconMarkt Monitor
  • Word abonnee
  • Inloggen

    Inloggen

    • Geen account? Registreren

    Wachtwoord vergeten?

Ontvang nu dagelijks onze kooptips!

word abonnee

Zijn de goedkoopste ETF’s de beste ETF’s?

Zijn de goedkoopste ETF’s de beste ETF’s?

ETF’s zijn de robots van de beleggingswereld. Ze denken niet na en doen netjes wat ze is opgedragen: zo goed mogelijk een beursindex volgen.

Dat is zowel de kracht van het product (goedkoop en effciënt) als het oncharmante (fantasieloos, je zult het nooit béter doen dan de index). Dat ze goedkoop en efficiënt zijn is voor veel beleggers afdoende reden om voor ETF’s te kiezen. En gelijk hebben ze: uit onderzoek blijkt dat actief beheerde fondsen veel moeite hebben om het beter te doen dan producten die gewoon een index volgen.

Lage kosten zijn vaak een betere voorspeller van toekomstige prestaties dan rendementen uit het verleden. ETF’s zijn de makkelijke keuze voor wie zich niet al te veel wil bezighouden met zaken als beleggingsbeleid en de visie van de fondsmanager. Maar dat maakt het kiezen van een ETF nog geen makkelijke opgave. Want er is behoorlijk veel keus. 

Follow that index!

Als kosten kennelijk de belangrijkste reden zijn om voor ETF’s te kiezen zou je denken dat de hoogte van die kosten ook het belangrijkste criterium moeten zijn. Uiteindelijk zijn het allemaal robotjes met dezelfde opdracht - volg die index - dus om het mogelijke rendement zo hoog mogelijk te laten zijn kun je maar het beste de goedkoopste kopen.

Lees ook: Hoe moet ik kiezen uit 50 Europese aandelen-ETF's?

Daar zit iets in, maar toch is dat niet het hele verhaal. Kosten zijn één ding, maar als we bijvoorbeeld naar een zeer gangbare categorie als wereldwijde aandelen kijken, dan zijn de lopende kosten van de beschikbare ETF’s zó laag dat de verschillen vrijwel verwaarloosbaar zijn. Andere verschillen springen dan meer in het oog.

Laten we er eens vier van de goedkoopste wereldwijde aandelen-ETF’s die in Nederland verkrijgnbaar zijn bij pakken.

  • iShares Core MSCI World UCITS ETF
  • SPDR MSCI World UCITS ETF
  • Think Global Equity UCITS ETF
  • X-Tracker MSCI World Index UCITS ETF

Honderdsten van procenten

De SPDR – spreek uit als het Engelse spider – is met lopende kosten van 0,12% het goedkoopst, de iShares-tracker is met 0,20% het duurst. We hebben het dus over verschillen van honderden van procenten.

Het rendement in het laatste jaar van al deze ETF’s lag boven de 10%. Daarbij vergeleken zijn de verschillen in kosten nauwelijks relevant.

Wat zou er relevanter kunnen zijn?

Eigenlijk hoef je bij trackers zoals deze maar op een beperkt aantal zaken te letten: welke index wordt er gevolgd en op welke manier wordt die gevolgd? Als je je er even in verdiept wordt al snel duidelijk dat de drie ETF’s op de MSCI World Index grotendeels vergelijkbaar zijn.

Ze volgen dezelfde index, ze bootsten die ‘geoptimaliseerd’ fysiek na (dus door daadwerkelijk de aandelen te kopen, maar de opbouw is uit overwegingen van kostenefficiëntie niet altijd volledig identiek aan de index) en ze herinvesteren het dividend dat de aandelen opleveren weer terug in de index.

Think different

De ETF van Think is de uitzondering. Die volgt een andere index en dat heeft – meer dan de kosten – zijn uitwerking op het gedrag van de ETF. De speciaal voor deze ETF ontwikkelde Global Equity Index heeft een maximale exposure (40%) per regio en weegt alle 250 aandelen in de index even zwaar mee.

Resultaat is een licht afwijkend patroon in risico en rendement. Over het laatste jaar gemeten bijvoorbeeld behaalde de Think-ETF een iets lager rendement dan de andere drie, maar daar stond een lager risico (de zogeheten volatiliteit) tegenover. Een ander onderscheid is de distributie van dividenden, die bij Think worden doorgegeven aan de belegger.

Je kunt het jezelf uiteraard nog moeilijker maken door verder onder de motorkap te kijken – daar zul je ongetwijfeld meer verschillen vinden - maar als je doel is om tegen zo weinig mogelijk kosten een wereldwijde aandelentracker te kopen dan ben je met dit kwartet al goed op weg.

Maar wat zijn de wérkelijke kosten?

Als vuistregel kun je hanteren dat beleggen in bekende marktbrede indices, waar veel geld in omgaat, over het algemeen goedkoper is dan beleggen in bijzondere smaakjes en afwijkende strategieën. In die zin is het knap dat de van huis uit Nederlandse ETF-maker Think met een niet-alledaagse index de kosten toch zo laag weet te houden.

Lees ook: De Beste Keuze ETF's in vijf categorieën

Helaas zit er nog wel een klein kostenaddertje onder het gras. De ‘lopende kosten’ die een fonds rapporteert hoeven niet per se gelijk te zijn aan de kosten die een belegger daadwerkelijk maakt.

Die werkelijke kosten zijn in feite niets anders dan het rendement van de index na een jaar, minus het rendement dat je als belegger in een ETF op die index hebt behaald.

Er zijn verschillende redenen waarom die rendementen kunnen afwijken: transactiekosten en eventuele vergoedingen voor het uitlenen van aandelen door ETF-aanbieders zijn een paar voorbeelden.

Kosten drukken niet zwaar op het rendement

Het klinkt als een simpele rekensom om die werkelijke kosten zichtbaar te maken, maar het vergt wel enig speurwerk en kennis van zaken om de exacte netto-rendementen van een index en een ETF op precies gelijke basis te kunnen achterhalen en met elkaar te kunnen vergelijken.

Bij veel verhandelde ETF’s met zeer lage kostenniveaus zoals de hier besproken wereldwijde aandelen-ETF’s kun je er redelijk zeker van zijn dat je geen enorm hoge afwijkingen van de gerapporteerde kosten zult zien. Op het uiteindelijke rendement van de belegging zal het geen grote impact hebben in ieder geval.

In de laatste vijf jaar schommelde het jaarrendement van deze ETF’s tussen de -5% en +15%. Verschillen van honderden of zelfs tienden van procenten zullen dan naar alle waarschijnlijkheid niet bepalen of zo’n belegging al dan niet een succes wordt.

Natuurlijk, wie het kleine niet eert, enzo, maar er komt ook een punt waarop kosten niet langer het belangrijkste criterium hoeven te zijn bij de keuze voor een ETF. 

 


Pieter Kort is hoofdredacteur van IEX Media. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Meld u aan voor de dagelijkse Beursupdate

Dagelijks een update van het laatste beursnieuws en beleggingskansen in uw mailbox!

 

Auteur: Pieter Kort

Pieter is hoofdredacteur van IEX.nl en de overige financiële titels van IEX Media.

Meer over Pieter Kort

Recente artikelen van Pieter Kort

  1. 25 apr Pre-slotcall: AEX in het rood, dapper Unilever en oh-oh-Adyen 2
  2. 24 apr Slotcall: ASMI en Tesla heersen, maar de AEX laat de winst glippen 1
  3. 23 apr Groene koersen op het bord, AEX-fondsen met cijfers en een volle agenda

Gerelateerd

Reacties

4 Posts
| Omlaag ↓
  1. forum rang 4 shaai 5 mei 2019 20:34
    bij aankoopkosten moet je ook naar de spread kijken, idd ook even inlezen van men met de vergoedingen doet voor securities lending, EN het kan ook uitmaken hoeveel men van de dividendbelasting weet terug te halen voor de belegger.
    Daar heeft de BV Nederland een enorme kans laten liggen: omdat NL heel erg goede belastingverdragen heeft, had NL een goed vestigingsland kunnen worden voor beleggingsfondsen waaronder ETFs.
    Nu zijn dat Ierse fondsen en Luxemburgse SICAVs. Die industrie had in NL kunnen zitten.
  2. forum rang 8 Leefloon 6 mei 2019 17:19
    quote:

    shaai schreef op 5 mei 2019 20:34:

    omdat NL heel erg goede belastingverdragen heeft, had NL een goed vestigingsland kunnen worden voor beleggingsfondsen waaronder ETFs.
    Paradoxiaal, daargelaten of Nederland voldoende opschiet met die brievenbusfirma's. Nederland zou "erg goede" verdragen hebben en moet het daarmee doen, maar had iets (anders) kunnen worden. Dan waren die verdragen dus on-topic niet "erg goed" voor ETFs.
  3. forum rang 4 shaai 6 mei 2019 17:49
    quote:

    Leefloon schreef op 6 mei 2019 17:19:

    [...]
    Paradoxiaal, daargelaten of Nederland voldoende opschiet met die brievenbusfirma's. Nederland zou "erg goede" verdragen hebben en moet het daarmee doen, maar had iets (anders) kunnen worden. Dan waren die verdragen dus on-topic niet "erg goed" voor ETFs.
    de vestiging van beleggingsfondsen is heel wat anders dan brievenbusfirma's.
    Het gaat hier om de juridische entiteit van bijv gewoon de Robeco-fondsen, maar ook Fidelity, en allerlei huisfondsen en ook de ETFs. Die fondsen zitten allemaal waar ze zitten (voor Robeco Rotterdam dus), maar juridisch zijn het SICAVs in Luxemburg. En bijna 'alle' Europese beleggingsfondsen zijn Luxemburgse SICAVs (of Iers), en per fonds gaat er een klein beetje geld naar Lux staat en klein beetje geld naar Lux accountant en klein beetje bij oprichting naar een Lux jurist. Die daar allemaal weer gewoon hun loonbelasting betalen en geld uitgeven.

    Dus ja, daar schiet een land aardig wat mee op, met gratis geld uit heel Europa.

    En paradoxaal is het ook niet: de verdragen hadden heel goed kunnen werken, maar NL had geen goede wetten (wel goede belastingverdragen) die het mogelijk zouden hebben gemaakt om beleggingsfondsen op te richten die voor heel Europa aantrekkelijk waren (de 'SICAVs', of de Ierse variant)

4 Posts
|Omhoog ↑

Meedoen aan de discussie?

Word nu gratis lid of log in met je emailadres en wachtwoord.

Lees verder op het IEX netwerk Let op: Artikelen linken naar andere sites

Gesponsorde links