NEW YORK (AFN) - De aandelenbeurzen in New York stonden maandag halverwege de sessie in de plus. Net als op de financiële markten elders in de wereld reageren beleggers op Wall Street positief op de pauze in het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China.
De Dow-Jonesindex noteerde omstreeks 19.30 uur (Nederlandse tijd) 1,2 procent in de plus op 25.011 punten. De brede S&P 500 steeg 0,8 procent tot 2733 punten en de technologiebeurs Nasdaq klom 0,6 procent tot 7397 punten.
De Amerikaanse minister van Financiën Steve Mnuchin heeft gezegd dat de handelsoorlog tussen zijn land en China voorlopig stilligt. De Amerikaanse importheffingen op Chinees staal zijn opgeschort, nadat beide landen vooruitgang hebben geboekt bij de handelsbesprekingen van de afgelopen dagen. Staalconcerns als AK Steel en US Steel verloren daarop tot 4,6 procent.
China
Bedrijven die veel zakendoen met China stonden juist op winst. Vliegtuigbouwer Boeing, machineproducent Caterpillar en chipbedrijf Intel wonnen tot 3,5 procent. Ook voor chipproducent Micron Technology waren de wegebbende handelsspanningen goed nieuws. Het bedrijf verhoogde tevens zijn winstverwachtingen voor het lopende boekjaar. Beleggers zetten het aandeel Micron 4,2 procent hoger.
Industrieel conglomeraat General Electric (GE) won 2,7 procent. GE heeft een deal gesloten om zijn transportonderdeel met bijvoorbeeld locomotieven te fuseren met de fabrikant van treinen en spoorwegapparatuur Wabtec in een transactie van ruim 11 miljard dollar. De aandeelhouders van GE en het bedrijf zelf krijgen iets meer dan de helft van het fusiebedrijf in handen en GE ontvangt 2,9 miljard dollar in contanten.
Blackstone
Verder werd bekend dat investeerder Blackstone voor 4,8 miljard dollar hotelexploitant LaSalle Hotel Properties overneemt. Het aandeel LaSalle won 5,6 procent. Financieel dienstverlener Fifth Third Bancorp verloor bijna 8 procent aan beurswaarde nadat het bekendmaakte branchegenoot MB Financial (plus 13,2 procent) over te nemen voor een bedrag van 4,7 miljard dollar.
De euro was 1,1773 dollar waard, tegen 1,1760 bij het slot van de Europese beurzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 1,2 procent tot 72,13 dollar. Brentolie kostte 0,6 procent meer op 79,02 dollar per vat.