Fleur van Dalsem werkt ruim vijftien jaar bij IEX en Beursduivel en is sinds haar studietijd actief in het wereldje van de financieel economische journalistiek. Als redacteur werkte zij voor verschillende financieel economische tijdschriften en websites.

Fleur schrijft artikelen, maar werkt nu vooral achter de schermen als coördinator van IEX Expert.

Column

Private equity voor beginners

Iedereen kan investeren in private equity, in bedrijven zonder beursnotering dus. De belangrijkste vormen op een rij.

Letterlijk betekent private equity 'privaat vermogen'. Het is de benaming voor investeringen in bedrijven zonder beursnotering, door fondsen of privé-beleggers.

Private equity wordt ook wel durfkapitaal genoemd, omdat het niet zelden belegd wordt in startende of hele jonge bedrijven of ondernemingen met een onzekere toekomst. Deze bedrijven vergen niet zoveel investeringen, maar kunnen na groei of reorganisatie later bij de verkoop van het belang wel een hoop geld opleveren.

Investeren met private equity herbergt net zoveel, zo niet meer, risico als aandelenbeleggingen.

  • Meer risico vanwege het gebrek aan liquiditeit, want nadat een investeerder is ingestapt, duurt het gemiddeld vijf jaar voordat hij zijn geld terug krijgt.

  • Meer risico omdat private equity-beleggers in goede economische tijden hun investeringen deels door de banken lieten (mee)financieren. Deze zogeheten levaraged buy-outs – of soms buy-ins – zadelden het gekochte bedrijf de eerste jaren op met een hoop schulden. Op dit moment is deze hefboomwerking niet meer aan de orde, althans niet in die mate. Banken zijn allang niet meer zo happig op het stevig financieren van overnames. Private equity-beleggers moeten het overnamekapitaal dus zelf ophoesten.

De grootste deals van de afgelopen jaren in Nederland (bron: Wikipedia):

Bedrijf Bedrag
in miljard euro
Private equity-investeerder
VNU 8,3 Alpinvest, Blackstone, KKR, Carlyle
Philips Halfgeleiders 7,4 Alpinvest, KKR, Apax
Essent Kabelcom 2,6 Warburg Pincus, Cinven
Casema 2,1 Warburg Pincus, Cinven
NIB Capital 2,1 J.C. Flowers
Gouden Gids 2,1 Apax, Cinven
Vendex KBB 1,8 Alpinvest, Change Capital Partners (CCP) en KKR
Unilever Diepvries 1,7 Permira
SBS Broadcasting 1,7 KKR, Permira
TNT Logistics 1,5 Apollo Management

Kan iedereen die geld overheeft en dat niet op de beurs wil beleggen, meedoen met private equity? Ja, in principe wel. Al hanteren de grote fondsen hoge instapgrenzen die alleen haalbaar zijn voor pensioenfondsen en verzekeraars.

Maar er zijn veel meer vormen van private equity met evenzoveel kansen en risico’s met meer of minder inspraak en managementbemoeienissen bij de aangekochte ondernemingen De belangrijkste vormen op een rijtje.

1. Op de beurs
De meest laagdrempelige vorm is beleggen in een private equity-vehikel dat aan de beurs genoteerd is. Zo hoeven beleggers alleen de prijs van het aandeel te betalen en liquiditeit is er ook dagelijks.

Voor 2008 zijn er de nodige bedrijven uit de sector naar de beurs gegaan, ook in Amsterdam. De partners wilden blijkbaar ook wel eens cashen. Denk aan Carlyle en KKR. Veel bedrijven zijn inmiddels weer vertrokken. Een aandelenkoers kan dalen of is in ieder geval volatiel en de combinatie van moeilijk verhandelbare bedrijfsbelangen en dagelijkse handelsmogelijkheden op de beurs levert bij plotselinge verkoopgolven al snel problemen op.

Daarnaast heeft het open en bloot opereren (jaarverslag, aandeelhoudersvergaderingen) niet de voorkeur van iedere private equity-fondsmanager.

2. Direct beleggen
Beleggers die over een flink vermogen beschikken kunnen dat rechtstreeks beleggen in bedrijven. Vaak wordt dit gedaan met een groepje zakenvrienden of bedrijven. Direct meedoen in de financiering kost wel veel tijd, omdat het om niet-beursgenoteerde aandelen, belangen of participaties gaat, ontbreekt vaak de bijbehorende (koers)transparantie.

  • Wat is het bedrijf waard?
  • Zitten er lijken in de kast?
  • Hoe goed is het management?
  • Wie zijn de concurrenten?
  • Wat is het groeimodel?

Allemaal zaken waar beleggers in zo’n geval tenminste een beetje verstand van moeten hebben. Natuurlijk kunnen adviseurs en accountants helpen, maar die moeten wel opdrachten krijgen. Een belegger is met deze methode eigenlijk meer ondernemer dan belegger.

3. Grote families, vermogensbeheerders en pensioenfondsen
De helft van de lezers van dit stuk belegt wellicht in private equity zonder dat ze het weten. Pensioenfondsen en verzekeraars zijn al jaren actief in deze sector. Alpinvest is het bekendste vehikel (zie ook het rijtje grote deals hierboven). Nu is Alpinvest verkocht aan de Carlyle Group, maar de twee oprichters (ABP en PGGM) blijven de grootste klanten van het fonds.

Family offices, hele sjieke vermogensbeheerders, en rijke families beleggen vaak via hun eigen investeringsbedrijven in private equity. Neem Egeria, een van de grootste private equity-fondsen in Nederland, onder andere opgericht door leden van de familie Brenninkmeijer (C&A). Inmiddels is het fonds ook open voor een select aantal externe investeerders.

Een bekendere naam is die van Hal Investments van de familie van der Vorm (Holland Amerika-lijn) en – via de Amsterdamse beurs – ook van andere beleggers.

4. Fund of funds
Niet zelf direct beleggen, maar een fondsmanager de private equity-bedrijven laten uitzoeken en de portefeuille laten beheren, dat is fund of fund-beleggen. Robeco heeft zo’n fonds, het Private Equity Fund of Funds. Beleggers hoeven niets te doen, alleen kapitaal binnenbrengen, maar betalen de fondsmanager daar natuurlijk wel voor.

Het voordeel is dat het fonds in alle markten belegt; van venture capital, mid-market capital tot grote buyout-fondsen en dat het fonds liquide is. Beleggers kunnen uitstappen wanneer ze willen.

5. Seed capital
Een investering in een bedrijf dat net gestart is of nog moet starten. Dit is een van de meest risicovolle vormen van bedrijfsfinanciering, want het bedrijf en de managers hebben nog geen trackrecord. Deze manier van financiering komt vaak voor bij een startend hedgefund of ander soort beleggingsfonds. Vaak niet alleen in ruil voor aandelen, maar ook met zeggenschap in het beleggingsbeleid en voor een bepaalde, vooraf afgesproken periode.

6. Venture capital
Heet ook wel durfkapitaal. Dit is een investering in een jong bedrijf dat vaak de opstartfase voorbij is, maar vooral nog veelbelovend is. De bedoeling is dat zo’n bedrijf na een durfkapitaalinjectie snel verder kan groeien, zodat de marktwaarde van de onderneming snel stijgt. Niet nodig om te zeggen dat deze investering een hoog risicogehalte heeft. Jammer genoeg wordt de belastingheffingskorting voor direct investeren met durfkapitaal per 1 januari 2013 afgeschaft.

7. Lening
Een andere manier is geld lenen aan een bedrijf. Dit is meer te vergelijken met een obligatielening. Beleggers krijgen hieruit direct inkomen in de vorm van rente, maar zijn doorgaans geen participant in de onderneming en profiteren niet bij verkoop. Of er een onderpand is, hangt af van de afspraken. De risico’s? Als het bedrijf niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen, kunnen ze de rente ook niet meer betalen.

8. Mezzaninefinanciering
Een tussenvorm tussen eigen en vreemd vermogen, veelal in de vorm van een achtergestelde lening. Dat betekent dat beleggers bij een faillissement achteraan in de rij mogen aansluiten en er geen onderpand is. Het risico dat een investeerder loopt is dus hoog, dus de rente die hij kan vragen is dat ook. Vaak krijgen beleggers in deze constructie ook een warrant die het recht geeft om bij verkoop of beursgang aandelen te kopen tegen een afgesproken prijs.

9. MKB-obligatie
Nieuw en dus veel in het nieuws is de MKB-obligatie. Bedrijven hebben momenteel meer moeite om een lening te krijgen bij de bank en een (beursgenoteerde) obligatielening uitschrijven kan voor bedrijf en voor beleggers een interessante optie zijn. IEX-columnist Marcel Tak heeft over de eerste MKB-obligatie, die van CE Management een recensie geschreven. Zijn conclusie: hoge rendementen mogelijk, maar aanzienlijk risico.

10. Social funding of crowd funding
De kleinste investeringsbedragen gaan om in het informele circuit. Jonge ondernemers, maar ook filmmakers of kunstenaars vragenfamilie en bekenden te investeren. Vaak gaat dit via moderne media zoals Twitter en Facebook. Quote had recent een aardig voorbeeld van hoe zoiets in zijn werk gaat. Ga als belegger niet uit van dikke rendementen. Soms krijgen funders eerst alleen maar een T-Shirt, gratis toegangskaartjes of een hippe gadget. Leuk, maar als belegger niks aan natuurlijk.

Vinger aan de pols
Hoe zit het met het toezicht? Veel van deze beleggingen vallen onder een of ander vorm van toezicht, hoewel participaties die meer dan 100.000 per stuk zijn niet onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) vallen; wel onder die van De Nederlandsche Bank (DNB).

Hoe kunnen beleggers controleren of hun kapitaal juist terecht komt en volgens de regels besteed wordt? Die verantwoordelijkheid ligt – helaas – vooral bij beleggers zelf. Transparantie van het bedrijf in kwestie is in ieder geval een noodzakelijke voorwaarde.

Tips om snel van de hoed en de rand te weten:

  • vraag informatie op over het bedrijf en de eigenaar bij de Kamer van Koophandel
  • doe een achtergrondonderzoek naar de ondernemer op internet en in uw kennissenkring
  • vraag bij een grote investering een stoel in de raad van commissarissen of advies
  • vraag regelmatig rapporten met cijfers en bel regelmatig met de bedrijfseigenaren voor een update

Zo kunnen beleggers nooit voor verrassingen komen te staan als het mis gaat.

Fleur van Dalsem is redacteur bij IEX.nl. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Lees meer

  1. 2023 was een verloren jaar voor private equity
  2. Zo belegt u in private markten
  3. Private equity doet deals met minder schulden
  4. Private equity domineert op de Nederlandse zorgmarkt
  5. Waterland: veel incidenten, maar het geld blijft stromen