De rechtbank van Amsterdam kwalificeert bitcoin als een "overdraagbare waarde". Dit is terug te lezen in de jurisprudentie die op 20 maart werd gepubliceerd. Hierin is te lezen dat een schuldeiser in het gelijk is gesteld dat 0.591 bitcoins (BTC) terugbetaald moesten worden aan de schuldeiser.
In de zaak tussen de schuldeiser en Koinz Trading BV, werd er in een eerder vonnis besloten dat de 0.591 bitcoins aan mining-opbrengesten aan de schuldeiser betaald moesten worden. Hier stond een dwangsom van €10.000 op.
Koinz Trading BV kon de 0.591 bitcoins echter niet opbrengen en is daarom failliet verklaard. Het opvallende aan deze zaak is dat in het vonnis van het hof uitdrukkelijk vermeld wordt dat bitcoin alle kenmerken vermogen vertoont, daarom is de claim om BTC over te dragen legitiem.
"Een bitcoin bestaat, zo begrijpt de rechtbank, uit een unieke, digitaal versleutelde reeks van cijfers en letters opgeslagen op de harde schijf van de computer van de rechthebbende.
Bitcoins worden ‘geleverd’ door het verzenden van bitcoins van de ene wallet naar de andere wallet. Bitcoins zijn op zichzelf staande waarde-bestanden, die bij een betaling rechtstreeks door de betaler aan de begunstigde worden geleverd. Hieruit volgt dat een bitcoin een waarde vertegenwoordigt en overdraagbaar is.
Naar het oordeel van de rechtbank vertoont het hiermee kenmerken van een vermogensrecht. Een vordering tot betaling in bitcoin is dus te beschouwen als een vordering die voor verificatie in aanmerking komt."
Valuta of...?
Hoewel de Nederlandse rechter mogelijk geleidelijk stappen zet om crypto te erkennen als valuta, herkennen andere organisaties het niet (nog) als zodanig.
Ook tijdens de G20 kwam men er nog niet helemaal uit. The Financial Stability Board (FSB) heeft op 20 maart een document naar buiten gebracht, waarin wordt gesuggereerd dat de FSB, cryptocurrencies als activa beschouwt in plaats van valuta.