De koersreactie na Tesla’s “Battery Day” verraadde dat deze dag niet helemaal bracht wat beleggers ervan hadden verwacht.
Niettemin zette topman Elon Musk de wereldwijde markt van batterijen voor elektrische voertuigen op zijn kop met de aankondiging dat Tesla deze in de toekomst zelf wil gaan produceren. Maar erg concreet werd het allemaal niet.
Afhankelijkheid verminderen
Momenteel vindt de batterijproductie plaats in de zogenaamde Gigafactory in Nevada. Dit is een joint-venture met het Japanse Panasonic dat zelf kleinere batterijen produceert, die dan door Tesla tot een groot batterijpakket worden geassembleerd en vervolgens in een montagefabriek ingebouwd in de Model S, X , Y en 3. Een gelijksoortige fabriek is in aanbouw in Berlijn.
Tesla maakt zelf de software die het samenspel tussen batterijen en elektromotoren regelt, maar is voor de eigenlijke productie van de batterij en de chemische samenstelling ervan aangewezen op derde partijen. Naast Panasonic leveren ook LG Chem (Zuid-Korea) en CATL (China) batterijcellen aan.
Ontwikkeling nieuwe accu
Dit is Musk, die zo onafhankelijk mogelijk wil worden van externe leveranciers, al langer een doorn in het oog. Ter gelegenheid van Battery Day liet Tesla weten dat het tegen 2023 een model van ongeveer $25.000 op de markt wil brengen. De CEO rekent daarvoor met name op een vermindering van de batterijkosten.
Tesla-ingenieurs werken naar eigen zeggen aan een accu die niet alleen goedkoper moet zijn (-56%) maar ook efficiënter, waarbij met dezelfde capaciteit meer afstand afgelegd moet kunnen worden (+54%).
Tesla blijft voorlopig erg vaag over hoe het dit wil realiseren en op welke termijn. We leerden wel dat de autofabrikant wil inzetten op een ander ontwerp van de accu en een gewijzigde productiemethode. Tesla wil onder meer goedkopere grondstoffen gebruiken.
Er zijn momenteel meerdere types lithiumionbatterijen op de markt met een verschillende samenstelling. De twee meest populaire zijn NCA (nikkel-kobalt-aluminium) en NCM (nikkel-kobalt-mangaan).
Eigen productie én samenwerking
Een van de manieren waarop Tesla de batterijkosten wil halveren, is door zelf lithium te delven. De autofabrikant heeft daartoe de beschikking over een stuk land van 10.000 hectare in de Amerikaanse staat Nevada waar men lithium wil produceren via de extractie van klei.
Over deze nieuwe productiemethode en de timing maakte Tesla weinig details bekend. Hoe dan ook moet hier op korte termijn weinig heil van worden verwacht.
Amper enkele dagen na Battery Day maakte Tesla een overeenkomst bekend met Piedmont Lithium. Dit is een Amerikaans bedrijf dat in Noord-Carolina lithium haalt uit ertsen die rijk zijn aan het lithiumhoudende mineraal spodumeen.
Ongeveer een derde van de geplande jaarproductie (160.000 ton) is voorzien voor Tesla, en de autofabrikant heeft de optie om meer af te nemen. De overeenkomst gaat in tussen juli 2022 en 2023 en wordt afgesloten voor een periode van vijf jaar. Dit kan nog worden verlengd tot tien jaar.
Met de samenwerking geeft Tesla indirect toe dat de eigen productieplannen een langetermijnproject zijn en dat het voor het concern in elk geval dit decennium nog niet mogelijk is om volledig onafhankelijk te zijn van externe grondstoffenleveranciers.
Tesla heeft overigens ook al een afnameovereenkomst lopen voor kobalt met Glencore.
Vaste lithiumprijs
Een belangrijk onderdeel van de overeenkomst met Piedmont is dat het lithium tegen een vaste prijs wordt afgenomen. Dit is een belangrijk element voor kostencontrole, want de lithiumprijs evolueert erg volatiel.
De afgelopen twee jaar zat lithium in een dalende trend door de combinatie van overaanbod en lagere vraag door een sterke groeivertraging in de verkoop van elektrische voertuigen. In september was de lithiumprijs teruggevallen tot minder dan de helft van de top die in 2018 werd neergezet.
Een ton lithiumcarbonaat, de basisgrondstof voor lithiumhydroxide dat als elektrolyt in batterijen wordt gebruikt, kostte vorige maand nog $5.800. Dit prijsniveau is voor de meeste marktparticipanten te laag om in nieuwe productiecapaciteit te investeren.
Marktdominantie van vier bedrijven
De mondiale lithiummarkt wordt gedomineerd door vier bedrijven die samen 80% van het aanbod controleren: Albemarle uit de VS, Sociedad Quimica y Minera (SQM) uit Chili, Talison uit Australië (via een joint-venture met het Chinese Tianqi) en het Amerikaanse Livent. Daarnaast zijn er nog een groot aantal kleinere spelers actief in de sector (o.a. Piedmont en Lithium Americas).
Albemarle en SQM hebben de laagste productiekosten omdat zij lithium uit pekelreserves in Zuid-Amerika halen. De productiemethode waarbij lithium uit ertsen wordt gewonnen is veel duurder. Maar ook bij Albemarle en SQM liggen de gecombineerde kosten van operationele productie, belastingen en royalty’s rond 5000 dollar per ton. Inclusief milieukosten is dat zelfs nog meer.
Denktank Bloomberg New Energy Finance (BNEF) verwacht dat de voorraden tegen begin volgend jaar afgebouwd zullen zijn. Daarna neemt de behoefte aan lithium weer snel toe. BNEF voorspelt dat de jaarlijkse vraag naar lithiumionbatterijen wereldwijd tegen 2030 bijna zal verachtvoudigen. Er is dus behoefte aan extra aanbod, maar daar zijn hogere prijzen voor nodig.
Kobalt nog niet uitgefaseerd
Kobalt is een belangrijk element in batterijen voor elektrische voertuigen omdat het metaal de energiedichtheid in een lithiumcel sterk verhoogt. De batterij geeft daardoor meer kracht af en zorgt voor een grotere autonomie (meer afgelegde kilometers per lading).
Maar er zijn ook grote nadelen verbonden aan kobalt: het metaal is schaars en het grootste deel van de wereldwijde voorraad bevindt zich in de Democratische Republiek Congo (DRC), waar het meestal wordt opgedolven in mensonwaardige omstandigheden.
De kobaltprijs bereikte in 2018 een recordniveau van bijna $45 per pond in anticipatie op fysieke tekorten. De industrie experimenteert met nieuwe types batterijen die een hoger nikkelgehalte hebben en minder kobalt. Voorlopig lukt het nog niet om de prestaties van kobalthoudende batterijen te evenaren.
Vorig jaar kelderde de prijs naar $10 om de voorbije maanden te herstellen naar $15. Glencore, de grootste kobaltproducent ter wereld, sloot vorig jaar de Mutanda koper- en kobaltmijn in DRC. Marktonderzoeker Wood Mackenzie verwacht voor dit jaar al een klein deficit en Bloomberg New Energy Finance ziet vooral na 2022 de tekorten verder oplopen. Ook bij kobalt dringt een prijsherstel zich dus op.