Het lange termijn technische plaatje van de AEX voldoet nog niet aan de Triple Rule. Pas bij een stijging boven 604 punten springt er weer een licht op groen.
In deze column laat ik de waan van de dag voor wat het is en beoordeel het langere termijn technische plaatje van de Nederlandse beurs. Ik vergeet dus de afgelopen hectische week even.
Triple Rule
Er zijn twee belangrijke technische signalen, die opvallen:
- De lange termijn uitbraak van begin november (boven de julitoppen van 586,32 punten) is nog niet bevestigd door de 3%-regel
- De moneyflow laat nog geen actieve instroom van kapitaal zien.
Ik heb hier al eerder aangegeven dat de uitbraak boven de julitoppen rond 586,32 moet voldoen aan de Triple Rule. Om de betrouwbaarheid van een koopsignaal te toetsen, passen we de deze Triple Rule (de regel van drie) toe.
- Ten eerste moet het uitbraakniveau (boven de julitoppen van 586,32 punten) met minstens 3% worden overschreden. Deze voorwaarde maakt het koopsignaal objectief. Helaas heeft de uitbraak van de AEX hier niet aan voldaan. Het hoogste punt van de afgelopen weken lag rond 602,37 punten. Op basis van de 3%-regel zou de AEX het niveau van 604 of hoger moeten overschrijden.
- Ten tweede moet de koers minimaal drie dagen boven die oude horde weten stand te houden. Deze voorwaarde, minimaal drie slotkoersen boven het uitbraakpunt, voorkomt dat beleggers te snel reageren als de koers maar even buiten de trading range beweegt en meteen daarop terugvalt. In zo'n geval is het koopsignaal onvoldoende gematerialiseerd. Kleine nietszeggende uitbraakjes - de zogenaamde 'failures', of 'false moves' - mag u dus negeren. Aan deze voorwaarde heeft de AEX inmiddels wel voldaan.
- Tenslotte moet de beursomzet tijdens de uitbraak minimaal 33% boven het gemiddelde van de voorgaande periode liggen. Uit deze voorwaarde moet altijd blijken dat de markt tijdens de uitbraak massaal is ingestapt. Ik ben altijd enigszins argwanend indien een koopsignaal niet aan de omzetveriste voldoet, want dat weet ik dat er weinig beleggers tijdens de uitbraak actief waren. Ook aan deze voorwaarde heeft de uitbraak van de Nederlandse beurs niet voldaan.
Conclusie
Bij de AEX heeft de uitbraak van november (boven de julitoppen van 586,32 punten) dus slechts aan één van de drie bovenstaande voorwaarden getriggerd. De 3%-regel en het omzetprofiel hebben de uitbraak nog niet gevalideerd.
Beurs wacht op 3%-regel
De Nederlandse beurs heeft de vroegere weerstandslijn rond de toppen van de afgelopen jaren gebroken. Maar deze doorbraak is nog te klein om een harde verbetering aan te geven.
Op basis van de 3%-regel zou de AEX het niveau van 604 of hoger moeten overschrijden.
De recente daling zorgt er echter voor dat de AEX-index terugzakt naar die voormalige weerstandszone, gevormd door enkele koerstoppen uit de periode 2018-2019.
Zolang de AEX-index hierboven weet te blijven, is de technische schade beperkt.
Geld lekt weg
De moneyflow indicator daalt en dat suggereert dat er per saldo geld aan de beurs wordt onttrokken. Bovendien is de uitbraak van de AEX (boven de julitoppen van 586,32 punten) niet door een nieuwe high op de moneyflow gevalideerd.
De moneyflow-indicator van de AEX geeft de onderliggende geldstromen van de Nederlandse beurs weer. In de berekening van deze indicator worden de beursomzetten op het Damrak en het koersgedrag cumulatief verwerkt.
Een stijgende moneyflow duidt op de instroom van vers kapitaal. Een dalende moneyflow (zoals nu bij de AEX) geeft aan dat er geld aan de markt wordt onttrokken.