Volgens een hardnekkige beurswijsheid moet je elk jaar mei verkopen en in september weer instappen. Maar het technische plaatje is ook belangrijk.
Hoe staat het met de beurswijsheid 'Sell in may... but remember to be back in September'? Is dat een wijdverbreid misverstand of moeten we nu toch maar weer instappen?
Ik zelf merk bijna elk jaar wel een soort eindejaarseffect, maar ik denk dat het voor een particuliere belegger best meevalt met de effecten hiervan.
Marginale verschillen
Uitstappen begin mei en later in het jaar weer terugkopen lijkt winstgevend. Ook dit jaar was het lonend geweest om eind april te verkopen. Maar ik waarschuw u, de verschillen zijn marginaal. De AEX is tussen eind april en eind augustus zo'n 2,5% gedaald.
Bovendien bedraagt het verschil op basis van de AEX Total Returnindex, dus inclusief dividenden, slechts een half procent. De AEX ETF van Think is in die periode 2,5% gedaald.
Verder is het tegenwoordig niet handig om je geld op een spaarrekening te zetten, zoals dat vroeger wel lonend was.
Instappen in november: iets hogere rendementen
De economen Jacobsen en Zhang hebben dit 'Sell in May effect..' uitgebreid onderzocht bij 109 aandelenbeurzen tussen 1693 en 2011. Zij komen tot de conclusie dat de rendementen tussen november en april doorgaans iets hoger liggen dan in de rest van het jaar.
Onderzoekers van ING hebben bovendien de rendementen van onze eigen AEX-index tegen het licht gehouden in de periode tussen 1993 en 2015.
Ook zij geven aan de beurswijsheid niet te letterlijk te nemen. Want wie elk jaar weer op 1 september was ingestapt, had het door de jaren heen iets minder goed gedaan dan beleggers die pas op 1 oktober hadden gekocht. Bovendien hadden de zittenblijvers het nauwelijks slechter gedaan.
Technische conditie is veel belangrijker
Kortom 'timing is everything' en ik vind het eigenlijk veel belangrijker om elke keer te de technische conditie van de markten goed in de schatten. Wat dat betreft heeft u het tij nu mee. De aandelenbeurzen hebben zich weer langzaam opgericht, waardoor de technische condities redelijk ogen.
Maar juist de laatste dagen laten aandelen weer een beperkte terugval zien, dus wie nu wil instappen krijgt wat korting.
Mijn collega Jasperien van Weerdt, redacteur bij IEXGeld, heeft de onderzoeken voor u op een rijtje gezet.
Deze keer leg ik een paar Europese aandelenmarkten langs de technische meetlat.
AEX blijft redelijk, ondanks recente terugval
De recente correctie brengt de AEX-index terug naar de voorliggende koerstoppen. Zolang de koers hierboven weet te blijven, oogt het technische beeld redelijk positief.
Weerstand ligt op 586,32 punten (gevormd op 25 juli). Steun hanteren we op 534,49 punten (de bodem van 3 juni).
Europese beursgemiddelde toont weer wat kracht
De recente correctie van de Euro Stoxx 50 index vindt plaats binnen de stijgende trend. Zolang de koers boven de voorgaande top weet te blijven, oogt het technische beeld redelijk positief.
Er ligt steun op 3.273,68 punten (de bodem van 8 maart). Weerstand ligt rond 3.549,26 punten (gevormd op 5 juli).
Duitse beurs lijkt een hogere bodem te vormen
De recente daling zorgt ervoor dat de DAX-index terugzakt naar de voormalige weerstand, gevormd door enkele oude koerstoppen.
Zolang de DAX hierboven weet te blijven, handhaven we onze (gematigd) positieve visie. Steun ligt op 11.551,99 punten (de bodem van 26 augustus).
Weerstand wacht rond 12.656,05 punten (gevormd op 4 juli).
De CAC40 index veert op vanaf de steun van 5.152,30
De Franse beurs (CAC40 index in Parijs) komt er technisch bezien wat beter bij te liggen. Binnen de neutrale trend worden hogere bodems gevormd. Dit signaleert een aantrekkende vraag.
Om naar boven meer ruimte vrij te maken, moet de CAC40 index boven de weerstand van 5.657,44 punten (gevormd op 21 mei 2018) zien te breken.
De steun ligt op 5.152,30 punten (de bodem van 3 juni).
Bel 20 index opgevangen door recente koersbodems
De beurs van Brussel (Bel 20 index) verbetert op de korte termijn, nu de correctieve beweging opwaarts wordt gebroken.
De beurs van Brussel (Bel 20 index) laat afgezien hiervan bewegingen zien boven de steun van 3.382,83 punten (de bodem van 3 juni).
Voor een volgende verbetering is een doorbraak boven de weerstand van 3.868,32 punten (de top van 15 april) noodzakelijk.
Bij een daling onder de steun van 3.382,83 punten (de bodem van 3 juni) verzwakt het beeld.