Door Eddy Markus en Andy Langenkamp
Europa komt steeds meer in de politieke en economische verdrukking tussen Trumpiaans Amerika en een almaar assertiever China, geflankeerd door meer autoritaire staten.
Na de Tweede Wereldoorlog had Europa (ten westen van de Muur) samen met de VS grotendeels een monopolie op technologische vooruitgang en vormden de communistische en dictatoriale landen geen directe economische bedreiging/concurrentie.
De wereld is veranderd
Met de intrede van het marktdenken in China en de val van de Muur veranderde dit rap. De concurrentie nam snel toe.
Daartegenover maakte Europa weinig aanstalten tot verbetering van de eigen concurrentiepositie, bijvoorbeeld door middel van een betere opleiding van de beroepsbevolking, verbetering van de infrastructuur, deregulering en meer uitgaven aan en fiscale ondersteuning van R&D.
Bubbel oppompen
In plaats daarvan werd de achteruitgang in concurrentiepositie - en onder meer daardoor steeds lagere loonstijgingen – verdoezeld met steeds meer schulden. Hiervoor waren steeds lagere rentes, hogere asset prices en oplopende geldgroei nodig.
Dit alles bleek zeer gunstig voor de bedrijfswinsten. Door de toenemende internationale concurrentie bleven loonstijgingen achter bij de productiviteitstoename terwijl de eindvraag door de schuldenopbouw toch toenam.
Deflatiegevaar
De concurrentiepositie bleef echter wel verslechteren, waardoor rentes nu dicht in de buurt van de 0% of zelfs negatief staan, de groeivooruitzichten zeer matig zijn en de inflatie zeer laag is.
De zorgen nemen dan ook stel toe of deflatiegevaar nog wel voldoende bestreden kan worden. Deflatie moet namelijk per se voorkomen worden, omdat de combinatie van hoge schulden en deflatie vernietigend kan werken voor een economie.
Lonen en populisme
Deze zorgen vallen samen met krachten die de concurrentiepositie versneld verslechteren. Ten eerste zorgen globalisering en het opblazen van de asset prices voor een verdere tweedeling in de maatschappij.
Een groot deel van de bevolking worstelt met stagnerende of zelfs inkrimpende inkomens en vermogensposities. De elite gaat er juist fors op vooruit.
Deze ontwikkeling is mede debet aan het succes van populistische bewegingen, die nauwelijks of geen werk willen maken van de hierboven genoemde structurele hervormingen. Eerder wordt het heil gezocht in protectionisme. Dit helpt de concurrentiepositie even, maar op langere termijn werkt het averechts.
Pompen of verzuipen
Via welke weg kan de economie dan nog wel gestimuleerd worden en deflatie voorkomen worden als de rentes al zeer laag staan?
Er kunnen nog wat noodverbanden aangelegd worden via o.a. hernieuwde goedkope leningen aan banken door de ECB en het verder opvoeren van de overheidstekorten die op hun beurt gefinancierd worden door de centrale bank.
Een kwestie van tijd
Met pappen en nathouden kan de groei nog wel iets aantrekken. Geleidelijk zal echter het besef doordringen, dat alleen maar tijd gekocht wordt zonder dat dieperliggende oorzaken van de matige groei aangepakt worden en dat de monetaire en fiscale gereedschapskist zoals die nu voorhanden is ontoereikend is.
Dan zullen we getuige zijn van veel lagere aandelenkoersen, hogere credit spreads en een sterk verzwakkende euro.
Eddy Markus en Andy Langenkamp zijn hoofdeconoom en senior politiek analist bij ECR Research.