Beleggingsfondsen zijn er in alle soorten en maten en zijn eigenlijk al ontstaan in de achttiende eeuw. De laatste twee decennia stonden overwegend in het teken van indextrackers, maar wat wordt de mogelijke opvolger van de ETF?
Historie
Het eerste beleggingsfonds vond zijn oorsprong in Amsterdam in het jaar 1772. Abraham van Ketwich kwam met het idee om gespreide obligaties te bundelen in een fonds, waardoor het risico voor de belegger zou afnemen.
Hij noemde zijn fonds ‘Eendragt Maakt Magt’. Dit beleggingsvehikel werd uiteindelijk, na een roerige periode van oorlogen en conflicten, in 1824 geliquideerd.
Veel later, pas in de jaren 60 van de vorige eeuw, verschenen de eerste beleggingsfondsen zoals wij die tegenwoordig kennen. Wetenschappers ontwikkelden modellen voor kapitaalmarkten, welke uiteindelijk leidde tot marktgewogen indices, zoals de AEX.
Eind 1990 kwam factorbeleggen in opkomst die zich richtten op factoren als lage volatiliteit, waarde, momentum en kwaliteit, met als doel een beter risico-rendementsprofiel. Kenmerkend voor deze periode is het naast elkaar bestaan van verschillende fondsstructuren, zoals kwantitatieve fondsen, laagrisicofondsen en indextrackers.
Directe indexering
Deze recente vorm van beleggen lijkt veel op een ETF: een mandje van aandelen die een bepaalde benchmark volgen. Het grote verschil is dat directe indexering zich doorgaans richt op een bepaalde selectie uit een volledige index. Andere verschillen liggen met name op het vlak van risicobenadering.
In beginsel stelt men een portefeuille samen met individuele aandelen. Institutionele beleggers of vermogende particulieren kunnen elke index kiezen die ze willen repliceren en de daardoor de beschikking hebben over de aandelen in een afzonderlijk beheerde account.
Risicoaanpassing
Stel dat u in de bankensector werkt en daarom wilt u deze bedrijfstak onderwegen in uw portefeuille. Dat kunt u niet doen met een brede indextracker. U kunt niet om de AEX vragen, minus de bankensector. Maar met een directe index is dat wel mogelijk. Net als bij alle afzonderlijk beheerde accounts kunnen de holdings worden aangepast aan de individuele behoeften van de belegger.
Directe indexering is met name geschikt voor één van de grootste beleggingstrends van vandaag: ESG, ofwel het kopen van aandelen op basis van factoren op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur. Deze manier van beleggen laat zich moeilijk schikken in een reguliere benchmark, waardoor actief beleggen voor de hand ligt.
Directe indexering biedt de flexibiliteit om bepaalde beleggingen uit te sluiten of op te nemen wat u wilt. Het draait natuurlijk veel om maatwerk in dit geval.
Nieuwe mogelijkheden
Het is niet gek om te bedenken dat voortschrijdende technologie directe indexering via bijvoorbeeld smartphones zal kunnen voortbrengen. Chinees techbedrijf Alibaba biedt al gratis asset-allocatiemodellen aan in een app.
Stelt u zich voor wat voor mogelijkheden dit kan bieden voor partijen als een Alphabet of Amazon op dit vlak. Ze kunnen een flink stuk van de markt gaan opeisen als deze ontwikkeling aanslaat.
Bestaansrecht
Vanzelfsprekend zal het succes van deze vorm van beleggen nauw samenhangen met toezeggingen op het gebied van kapitaal. Er zal een minimum vereiste som geld nodig zijn om break-even te draaien.
In de praktijk komen er meer en meer zogeheten actieve ETF’s op de markt met speciale eigenschappen, welke niet de daadwerkelijke vraag en aanbod op de beleggersmarkt matchen. Zo verdwijnen veel van die ETF’s van de beurs omdat er niet voldoende belegd vermogen in de tracker stroomt om de kosten te dekken.
Desalniettemin ben ik van mening dat directe indexering wél een efficiënte oplossing is voor maatwerk in fondsbeleggen en een grote kans maakt om de ETF te zijner tijd op te volgen.