Is beleggen in duurzame energie inderdaad lucratiever en minder risicovol dan beleggen in fossiele energie, zoals steeds vaker wordt geschreven? Twee energiefondsen, één 100% traditioneel en één 100% duurzaam, kruisen de degens.
Nog niets eens zo lang geleden was het doodnormaal om de portefeuille rond royaal dividend uitkerende multinationals als Shell te bouwen. Vandaar de beurswijsheid: Never sell Shell. Das war einmal.
Maar beleggers hebben er steeds minder moeite mee om het voormalige weduwen en wezenfonds van de hand te doen. Of nooit te kopen.
Uitsluiting
Het adviesbureau Arabella Advisors concludeerde eind december 2016 dat het aantal fondsen en investeerders dat fossiele energie-aandelen uitsluit of uit de portefeuille heeft verbannen in vijftien maanden was verdubbeld.
“Een jaar na het klimaatakkoord in Parijs, blijkt dat 60.000 particuliere beleggers en 684 institutionele beleggers, samen goed voor ruim 5,2 biljoen dollar, toegezegd hebben te desinvesteren uit olie, kolen en gas.”
Misschien wel de opmerkelijkste afzweerder van fossiele beleggingen is het Noorse staatspensioenfonds dat, met een beheerd vermogen van 850 miljard euro (eind 2016), het grootste sovereign wealth-fonds van de wereld is. De inleg bestaat uit de olie- en gaswinsten van Noorwegen maar de leiding van het fonds heeft onlangs bepaald niet langer in fossiele energie te beleggen.
Fossiele energie? Nee bedankt!
Dat steeds meer beleggers olie en gas links te laten liggen, heeft meerdere redenen:
1. Het verstoken van fossiele brandstoffen maakt de wereld ongezond warm. Het is volgens het onlangs gelanceerde klimaatdashboard van Schroders verreweg de belangrijkste bron van de temperatuurstijging.
2. Het alternatief van olie, gas en steenkool, duurzame energie, levert de belegger meer winst en minder risico op. Milieuregels en subsidie zijn niet langer de drijvende krachten achter het opwekken van duurzame energie. Economische motieven zijn veel belangrijker geworden.
Volgens Bloomberg is het opwekken van duurzame energie over 5 jaar in de VS, China en India goedkoper dan de inzet van fossiele brandstoffen. Het financiële nieuwsbureau verwacht dat wind- en zonne-energie de komende twee jaar met 33% zal groeien. Voor kolen wordt krimp verwacht.
De Nederlandse financiële sector heeft zijn keuze gemaakt. Op 28 juni jl stuurden de Nederlandse banken en pensioenfondsen een zwaarwegende brief naar de Kamer. De boodschap: help mee de noodzakelijke energietransitie mogelijk te maken.
De brief past helemaal bij de recente oproep van president Klaas Knot van de Nederlandsche Bank om werk te maken van de energietransitie. Knot schetste niet alleen de risico's, maar ook de kansen voor de financiële sector.
3. Jongeren en vrouwen vragen nadrukkelijk om een duurzaam beleggingsbeleid. In gesprekken, die ik zelf in de afgelopen maanden met beleggingshuizen en vermogensbeheerders heb gevoerd, is een duurzame beleggingspropositie een must om deze twee belangrijke groepen klanten aan zich te binden.
Maar fossiel blijft dominant
Maar toch, het zal nog wel even duren, totdat de wereld zonder fossiele energie kan. Sterker nog, volgens de laatste toekomstverwachting van het Internationale Energie Agentschap zal de behoefte aan fossiele energieën verder toenemen.
Zo voorspelt IEA in het rapport World Energy Outlook dat de energievraag op wereldniveau tot 2035 met een derde zal toenemen. Volgens topman Ben van Beurden van Shell zal de vraag naar olie in het volgende decennium pieken. Tot dan verstookt de wereld niet minder maar meer olie.
Fossiele brandstoffen blijven ook in Nederland dominant in de energiefinanciering. In 2020 moet 14% van de gebruikte energie in Nederland duurzaam zijn. Pas in 2050 moet bijna alle energie uit duurzame energie afkomstig zijn, zo schrijft het Energie-akkoord voor.
Onderwijl heeft de schalierevolutie in de VS de oliemarkt op zijn kop gezet. Pogingen van de OPEC om de olieprijs hoger te krijgen, mislukken omdat Amerikaanse schalieboeren iedere productiebeperking aangrijpen om de markt te overspoelen met extra olie. Dat drukt de olieprijs en maakt het lastiger voor duurzame energie-initiatieven om concurrerend te zijn.
Toekomstproof
Voor beleggers die puur voor het rendement gaan, valt er dus nog genoeg te zeggen om in de grote oliebedrijven te beleggen. Bedrijven als Shell zullen niet afwachten totdat hun businessmodel kapot is.
Shell investeert nu al 1 miljard per jaar in duurzame energie. Ook is het hard bezig zich om te vormen tot een belangrijke speler in de chemische sector. Voor analist Martin-Jan Crum van IEX was de gedaalde koers van Shell onlangs reden om het aandeel op een koop te zetten.
Hij schrijft: “Royal Dutch Shell geldt ook vandaag de dag nog als hoeksteen van een goed gespreide aandelenportefeuille. Op zichzelf is dat nog geen reden voor een koopadvies, maar de huidige relatief lage koers, in combinatie met het hoge dividendrendement (7%), zijn dat wel. Wij waarderen het aandeel daarom op van neutraal naar kopen.”
Oud tegen nieuw
Maar ja, als de toekomst aan de duurzame energie is, dan ben je als belegger gek om Shell te kopen. Helaas zijn de toekomstige beursprestaties van de huidige duurzame en niet-duurzame energiesector onbekend.
Wel is het mogelijk om historische prestaties van een traditioneel en duurzaam energiefonds tegenover elkaar te stellen. Twee energiefondsen die verschillende energieposities innemen zijn het NN Energy Fund en RobecoSAM Smart Energy Fund.
De uitgangspunten van de twee fondsen zijn compleet anders:
Het NN Energy Fund belegt: “In ondernemingen binnen de sector energie (olie en gas) die bijvoorbeeld actief zijn op de volgende gebieden: exploratie, productie, raffinage en/of distributie van olie en gas, winning van steenkool, olie-instrumenten en leveranciers van hieraan gerelateerde apparatuur en diensten.”
De beleggingsfocus van RobecoSAM Smart Energy Fund ligt op: “Hernieuwbare energie, aardgas, gedecentraliseerde energievoorziening en efficiënt energieverbruik.”
Fondsvergelijking
Hoe ziet het track record van beide fondsen eruit? Welke rendeerde het beste?
Rendement 5 jaar (gemiddeld per jaar)
NN fossiele energie: +0,1%
RobecoSAM nieuwe energie: +7,0%
Rendement 3 jaar (gemiddeld per jaar)
NN fossiele energie: -6,8%
RobecoSAM nieuwe energie: +8,2%
Rendement 1 jaar (gemiddeld per jaar)
NN fossiele energie: -0,5%
RobecoSAM nieuwe energie: +17,7%
Dividend
NN fossiele energie: 5,72%
RobecoSAM nieuwe energie: geen
Kosten
NN fossiele energie: 0,83%
RobecoSAM nieuwe energie: 1,45%
Risico (jaarlijkse koersbeweeglijkheid)
NN fossiele energie: 19,1%
RobecoSAM nieuwe energie: 14,8&
Aantal posities
NN fossiele energie: 35
RobecoSAM nieuwe energie: 62
Koerswinstverhouding portefeuille
NN fossiele energie: 19,6
RobecoSAM nieuwe energie: 23,5
Bron: Morningstar
Peildatum: 25 juli 2017
Conclusies
Ondanks de hoge kosten gedijde het slimme energiefonds van RobecoSAM veel beter dan het traditionele energiefonds van NN. Het verschil in rendement is enorm. Afgezien van het hoge dividend dat NN uitkeert, hebben aandeelhouders weinig reden om blij te zijn.
Over de afgelopen drie jaar verloor het fonds elk jaar 6,8% gemiddeld. Logisch dat de dividendinkomsten zo fors zijn. Hoe lager de koers van een olie-aandeel, hoe hoger het dividendpercentage. Tenminste, zolang het dividend wordt gehandhaafd, en juist daarover heersen twijfels.
Het energiefonds van RobecoSAM rendeerde dus veel beter dan dat van NN, maar hoe zit het met de risico’s? Ook daarin scoort RobecoSAM beter. Het fonds van NN beweegt met een standaarddeviatie van 19,1% wilder dan dat van RobecoSAM, dat jaarlijks gemiddeld 14,8% van zijn gemiddelde koers afweek.
Positief aan het ouderwetse energiefonds van NN is de waardering van de portefeuille. Die ligt iets lager dan die van RobecoSAM. Tenminste, zolang de oliewinsten op peil blijven. Maar ook die zijn niet langer zeker.