Gisteren kwam mijn schoonmoeder er al mee aan, vandaag duikt het FD bovenop de brief die de Rabobank gisteren stuurde aan de houders van Ledencertificaten van de bank. Het FD:
"Het product is vooral verkocht aan de trouwste leden, van wie sommigen hun gehele vermogen in certificaten stopten."
Mijn schoonmoeder was uit zichzelf al wijs genoeg om niet haar hele hebben en houden in een achtergestelde lening aan een bank te steken. Maar je vraagt je af hoe het kan dat een bank als de Rabo het kon toestaan dat mensen dat wel deden. We herdenken vijf jaar kredietcrisis en dan blijken mensen nog steeds al hun geld in één financieel product te hebben zitten.
Een product dat ze, getuige de FD-tekst, lang niet allemaal begrijpen:
"Volgens een woordvoerder van Rabobank hadden certificaathouders in die periode veel vragen. ‘Daarbij bleek ons dat niet alle houders wisten wat voor soort papier ze in handen hadden."
De volgende regel ligt voor de hand:
"Een voormalig Rabo-directeur ziet de brief vooral als een manier voor de bank om zich ‘in te dekken’ tegen eventuele toekomstige zorgplichtclaims."
Dat klanten volledig ongespreid beleggen is tot daar aan toe, maar claims tegen de bank dienen te allen tijde vermeden te worden. De bank centraal.
Enfin, beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, moeten we kennelijk denken. Toch was mijn eerste gedachte een andere toen ik gisteren die brief las. De Rabobank vindt "maximaal 20% van uw vermogen in Ledencertificaten passend". Ik wist toen nog niet dat er mensen zijn die zelfs hun héle vermogen in dit product hebben zitten, maar ik vind 20% eerlijk gezegd ook al vrij veel om bij één debiteur te stallen, zelfs als dat de Rabobank is.
Een bank met toegang tot het volledige wereldwijde beleggingsaanbod vindt het een prima idee als mensen 20% achtergesteld in de bank zelf steken. Stel je voor wat er zou zijn gebeurd als SNS Reaal een brief had rondgestuurd met het advies om maximaal 20% in preferente SNS-obligaties te investeren. Dat hoofdpijndossier is Jeroen Dijsselbloem gelukkig bespaard gebleven.
(Met medewerking van Arend Jan Kamp)