Jarenlang zagen we in de financiële media herhaaldelijk waarschuwingen over een ophanden zijnde "harde landing" of steile conjunctuurdaling in China, 's werelds op één na grootste economie. Gemeten naar bbp ofwel bruto binnenlands product, een alom toegepaste overheidsmaatstaf voor de nationale output.
Deze zorgen kregen in 2018 hernieuwde aandacht. In brede kringen werd gewaarschuwd dat zich in de tragere groei van vorig jaar eindelijk de veronderstelde problemen van het land aftekenden.
Dit zijn de cijfers
De bbp-groei over het volledige jaar daalde naar het laagste cijfer sinds 1990. Plaatsen we de cijfers echter in de juiste context, dan is er volgens ons overvloedig bewijs dat de Chinese economie er beter aan toe is dan algemeen wordt beweerd.
De vertraging van de bbp-groei haalde veel krantenkoppen, maar was niet het enige punt van zorg. Zoals de onderstaande grafieken laten zien, ging het met de meeste maandcijfers in de loop van 2018 bergaf en werden de in- en uitvoercijfers in december zelfs negatief.
Figuur 1: de recente Chinese economie in cijfers (2018)
Bron: Chinees nationaal bureau voor de statistiek, per 29/1/2019. Alle cijfers zijn jaar-op-jaar-cijfers, met uitzondering van het cijfer over beleggen in vaste activa, waarmee de verandering sinds het begin van het jaar wordt afgezet tegen de ontwikkeling in dezelfde periode van het voorgaande jaar. Het Chinese nationaal bureau voor de statistiek telt januari op bij februari om zo weinig mogelijk vertekening te verkrijgen door de lange nieuwjaarsvakantie, die afhangt van de maanstand en dus elk jaar op een andere datum valt. Het beleggen in vaste activa wordt becijferd als kapitaaluitgaven voor fysieke activa waarvan ondernemingen verwachten dat ze deze gedurende langer dan een jaar zullen bezitten.
Figuur 2: cijfers over de Chinese handel in 2018
Bron: Chinees nationaal bureau voor de statistiek, per 29/1/2019. Percentage verandering jaar-op-jaar in invoer en uitvoer.
Alsof dat nog niet genoeg was, meldt de Chinese industrie voor het eerst in drie jaar lagere winstcijfers. De officiële index en de Caixin-index van de aankoopmanagers in de maakindustrie (PMI’s) stonden in december op respectievelijk 49,4 en 49,7. In de PMI-enquêtes wordt aan de hand van een aantal ijkpunten gevraagd of bedrijven groei dan wel krimp doormaken.
De enquêteurs brengen de antwoorden bijeen en berekenen daaruit per maand de indexcijfers die een schatting vormen van het percentage ondernemingen dat (in totaal en onderverdeeld) in expansie verkeert. Dat de cijfers voor december minder dan 50 bedroegen, wijst erop dat in de meeste geënquêteerde ondernemingen sprake was van krimp.
Is het echt zo erg?
Deze cijfers lijken te bevestigen dat de Chinese economie er slecht aan toe is. Maar laten we even kijken naar het recente verleden. De industriële winstcijfers daalden voor het laatst in december 2015. De daling viel samen met de periode eind 2015 - begin 2016 waarin beide PMI's van de maakindustrie maandenlang beneden de 50 bleven.
De vertraging in de industrie leek echter opzettelijk te zijn teweeggebracht. Volgens ons kwam daarin het duidelijke streven van de Chinese regering tot uiting naar een overgang van de centraal geplande, op zware industrie gebaseerde groei naar een consumptie- en diensteneconomie.
Dat dit de doelstelling op lange termijn is, is vaak bevestigd in officiële Chinese verklaringen. Bovendien veroorzaakten meerdere maanden van krimp in de PMI's van de maakindustrie geen marktbrede harde landing. Het Chinese bbp vertraagt al jaren – zonder dat daar een wereldwijde recessie van gekomen is. Van deze langetermijntrend kijken wij niet op.
In de financiële pers wordt her en der betoogd dat het deze keer anders is omdat de zogenaamde handelsoorlog met de VS de vertraging veroorzaakt. Misschien heeft de dreigende heffing van invoerrechten de activiteit hier en daar wat vervroegd omdat ondernemingen hun koopwaar wilden uitvoeren voordat de invoerrechten van kracht werden, zodat de groei naderhand nog meer vertraagde.
Misschien is dat te zien aan de krimp van -4,4% j-o-j van de Chinese uitvoer na een dubbelcijferige groei gedurende het grootste deel van 2018. Maar zelfs als dit het begin van een trend blijkt te zijn, betekent dat niet noodzakelijkerwijs dat de harde landing een feit is. Gedurende het grootste gedeelte van 2016 waren de Chinese handelscijfers negatief, en toch vertraagde de bbp-groei slechts geleidelijk en lag hij in het verlengde van de officiële streefcijfers.
Waar komt de vertraging dan door?
Volgens ons is de vertraging in China meer te wijten aan de inspanningen van de regering om het terrein van de schaduwbanken onder controle te krijgen dan aan de schermutselingen op handelsgebied. Onder schaduwbanken wordt verstaan de opname en verlening van kredieten buiten het traditionele bankensysteem om.
Schaduwbanken bestaan weliswaar in de hele wereld, maar doordat de Chinese wet de individuele spaarder verbiedt om rechtstreeks schuldinstrumenten te kopen en er voor de kredietverlening bij grote banken officiële leningcontingenten bestaan, is een grote schaduwbankensector ontstaan. Vorig jaar viel uit de verklaringen en het optreden van de beleidsbepalers op te maken dat zij prioriteit gaven aan het verleggen van de activiteiten van de schaduwbankensector naar de traditionele financiële markten. Onze analyse wijst echter uit dat het midden- en kleinbedrijf, dat bij de grote staatsbanken van oudsher in de kou blijft staan vanwege de leningcontingenten, hierdoor onevenredig zwaar getroffen werd.
Om het leed te verzachten is de overheid met stimuleringsmaatregelen op de proppen gekomen. De Chinese centrale bank verlaagde vorig jaar de reserveverplichting (het bedrag dat banken ter dekking van leningen in reserve moeten houden) viermaal, en in januari 2019 opnieuw, en zette daarmee de banken aan tot kredietverlening. De regering verlaagde ook de belastingen voor natuurlijke personen en ging meer in lokale infrastructuur investeren.
De impact van dergelijke maatregelen komt doorgaans echter met vertraging, zodat het nut ervan niet meteen uit de cijfers zal blijken. Ook weten we niet hoe doeltreffend ze zullen blijken. Misschien zullen de voorschriften in het kader van de bestrijding van het schaduwbankieren op den duur beletten dat het geld terechtkomt bij de kleinere ondernemingen die vorig jaar werden uitgesloten.
Andere informatiebronnen
Hoe het ook zij, de deskundigen in onze overzichten van de westerse financiële media waarschuwen dat de cijfers opgesmukt zouden kunnen zijn. Hoewel wij een gezonde dosis scepsis goed achten, dient deze volgens ons niet te worden voorbehouden voor Chinese cijfers. Naar onze mening geldt deze logica in uiteenlopende mate voor de cijfers van alle landen – zelfs de grote Europese landen – omdat alle economische datasets hun onvolkomenheden en beperkingen hebben.
Zo wordt niet alle economische activiteit ten volle in het bbp verrekend. In de officiële metingen wordt geen rekening gehouden met de officieuze of "zwarte" economie. Bovendien is het moeilijker om activiteiten te meten die buiten de traditionele systemen vallen, zoals schaduwbankieren, en moeten analisten daarbij van schattingen uitgaan, met alle onvolkomenheden van dien.
Maar de officiële cijfers van de Chinese overheid zijn niet de enige informatiebron. Er zijn andere landen, en particuliere ondernemingen die ook gegevens inwinnen, en hun cijfers zijn in de regel positief. Afgaande op onze analyse van een aantal recente conference calls over de kwartaalwinst, bevestigen de meeste ondernemingen met zakenrelaties in China dat de vraag er ondanks de groeivertraging groot blijft. Zo melden een aantal bedrijven voor duurzame consumptiegoederen een grote vraag naar luxeartikelen.
Veel bedrijven uit de gezondheidszorg blijven zwaar investeren in China. Apparatuurgerelateerde technologiebedrijven – die smartphone-onderdelen, microchips en andere onderdelen van technologische producten toeleveren – zien de toekomst van het land nog steeds op lange termijn positief in, ook al verwachten ze op korte termijn een groeivertraging.
De bedrijven geven weliswaar toe dat de handelsspanningen en invoerrechten het sentiment drukken, maar hebben hun toeleveringsketens – waarvan de ontwikkeling veelal een kwestie van jaren was – niet ingrijpend veranderd. Al met al staan de zaken er volgens ons goed voor, ook al is de groei niet zo denderend.
Rijk der fabelen
In ons overzicht van de financiële media treffen we al jaren bezorgde berichten over de Chinese economie aan, waarin wordt gewaarschuwd voor wereldwijde gevolgen. De onheilsprofeten hebben echter ongelijk gekregen.
Momenteel lijkt het misschien anders vanwege het gebabbel over de handelsoorlog, maar wij horen daarin slechts een variatie op hetzelfde thema: de vrees voor een harde landing. Dat die ons te wachten staat, wordt niet onderbouwd door onze analyse en de commentaren van in China werkzame bedrijfsleiders. Wij zijn geneigd om de instorting van de Chinese economie vooralsnog naar het rijk der fabelen te verwijzen.