Grondstoffen hebben een bewogen eerste jaarhelft achter de rug. De Bloomberg Commodity-index staat dit jaar al 36% in de plus. Maar binnen deze beleggingscategorie zijn er wel grote verschillen in rendementen. Bijvoorbeeld tussen energiegrondstoffen en edelmetalen.
De eerste jaarhelft zit er bijna op. Er was geen gebrek aan actie op de financiële markten. Aandelen en obligaties gingen onderuit, maar grondstoffen vielen als groep in positieve zin op. De Bloomberg Commodity index noteert op het moment van schrijven 36% hoger dan bij de start van 2022. Binnen deze heterogene groep zijn er wel grote verschillen in rendementen.
Energie: olie, gas, steenkool en uranium
De prijsstijgingen op de energiemarkten sprongen het meest in het oog omdat deze ook een directe impact hebben op ons dagelijks leven.
De hogere energieprijzen spelen een belangrijke rol in de inflatiecijfers, die in meer dan 40 jaar niet meer zo hoog waren. Dure energie blijft niet beperkt tot ruwe olie en afgeleide producten, maar ook voor aardgas, steenkool en uranium moet nu flink meer worden betaald dan een half jaar eerder.
Een vat ruwe olie werd dit jaar al bijna 60% duurder. Uitgedrukt in dollar ligt de olieprijs daarmee nog bijna 20% onder het recordniveau uit 2008. In euro en in yen noteert olie nu al op een nieuw hoogtepunt.
Daar komen nog torenhoge raffinagemarges bovenop door een tekort aan raffinage- en verwerkingscapaciteit. Hierdoor breken ook de brandstofprijzen (benzine, diesel, kerosine) record na record.
Demonisering van fossiele brandstoffen
Investeringen in fossiele brandstoffen werden het afgelopen decennium gedemoniseerd, terwijl er geen volwaardige alternatieven beschikbaar waren. De huidige schaarste aan de aanbodzijde is daarvan een direct gevolg.
De ESG-regels beletten dat institutionele beleggers vers investeringskapitaal in de sector pompen. Daardoor stonden ook de grote energiebedrijven niet te springen om zware investeringen te doen in extra productiecapaciteit, met schaarste tot gevolg.
In de Verenigde Staten waren de brandstofvoorraden in negen jaar niet meer zo laag. Tegelijk bevinden de Amerikaanse Strategische Petroleumvoorraden (SPR) zich op het laagste peil sinds 1987. Intussen wordt de prijscurve van de termijncontracten steeds steiler, met een oplopend verschil tussen het lopende en het volgende termijncontract.
Die situatie heet backwardation en is een indicatie van fysieke schaarste. Deze afloop zat er hoe dan ook aan te komen, maar de gevolgen van de oorlog in Oekraïne hebben deze onvermijdelijke uitkomst vervroegd.
OPEC+ niet langer relevant
De kans is groot dat we het hoogtepunt in de energieprijzen nog niet hebben gezien. De productiecapaciteit is namelijk heel beperkt.
OPEC+, bestaande uit het oliekartel aangevuld met dertien andere producenten (waaronder Rusland), besliste eerder deze maand de productiequota met 648.000 vaten per dag op te trekken. Dat is hoger dan de 432000 vaten per dag die er tot nog toe maandelijks bij kwamen. Maar dit zet weinig zoden aan de dijk, omdat deze quota om uiteenlopende redenen niet gehaald worden.
Quota versus targets
Opmerkelijk is dat de OPEC+ het tegenwoordig over targets (doelstellingen) heeft en niet langer over quota. Quota impliceren een maximum productiehoeveelheid waar de leden niet boven mogen gaan. Bij targets is het de bedoeling dat deze net wel worden gehaald.
De olieminister van de Verenigde Arabische Emiraten bevestigde het tekort aan reservecapaciteit. Ook in onder meer Libië, Nigeria en Angola ligt de output onder de officiële quota.
Daarnaast draait de situatie in Rusland, dat door de economische sancties veel minder olie produceert en uitvoert, bij aan de schaarste. Door het Europese verbod op de invoer van ruwe olie uit Rusland van over zee moet de EU tegen eind dit jaar 2 miljoen vaten per dag extra vinden.
China ontwaakt
Het aanbodtekort wordt binnenkort nog scherper gesteld wanneer de Chinese economie weer op volle toeren zal draaien.
Door de Covid-lockdowns in enkele grote steden daalde de consumptie en de verwerking van ruwe olie de voorbije maanden sterk. Maar de lockdowns worden stilaan opgeheven en in mei steeg de Chinese uitvoer al met 16,9% op jaarbasis. Dat wijst op een aantrekkende economische activiteit.
Op korte termijn loopt de weg van de minste weerstand voor de olieprijs naar omhoog.
Ontgoocheling bij goud en zilver
De prestatie van de edelmetalen (en gerelateerde aandelen) was voor veel beleggers de grootste ontgoocheling van de eerste jaarhelft.
Ik begrijp hun redenering volkomen. Aandelen, obligaties en crypto’s gaan onderuit, de inflatie was in vier decennia niet meer zo hoog en er is een oorlog aan de gang. Wordt er van de edelmetalen en dan met name van goud niet verwacht dat ze investeerders beschermen tegen dit soort onheil? Waarom staan goud en zilver dan niet veel hoger?
Hogere rente en dure dollar
Ik heb in het verleden al vaker geargumenteerd dat goud geen inflatiehedge is maar wel een systeemhedge. Daarover straks meer.
Bovendien moet een en ander in het juiste perspectief worden gezien. De Amerikaanse tienjaarse rente bedroeg een jaar geleden nog 1,5%. Nu is dat 3,36%, het hoogste cijfer sinds 2011. In Duitsland was de rente op de tienjaarse Bund tot eind januari nog negatief. Nu bedraagt deze 1,63%.
Nederland zit voor het eerst sinds 2014 aan 2%. Dat scheelt een hoop, want de rente op allerhande kredieten (waaronder de hypotheekrente) is op de langetermijnrente gebaseerd en dit blijft niet zonder gevolgen.
De langetermijnrente is nog lang niet zo hoog als de inflatie, dus de reële rente (nominale rente min inflatie) blijft ruim negatief. Alleen is deze wel minder negatief dan voorheen, en een stijging van de reële rente is negatief voor goud (opportunity cost).
Een ander element is de stijging van de dollar. Door de oplopende rente klom de dollarindex naar het hoogste niveau in twintig jaar. Ook dat is ongunstig voor goud.
Positief rendement voor goud
Tegen die achtergrond is de prestatie van goud nog niet zo slecht. In april bereikte het gele metaal in verschillende valuta een nieuw recordniveau. Dat was onder meer het geval in euro en in Japanse yen.
Op het moment van schrijven bedraagt het rendement van goud in euro 9% (en in JPY zelfs 17%). Daarmee is goud dit jaar een van de weinige activa die de inflatiestijging compenseert en dus in reële termen een positief rendement oplevert.
Normalisatie: reken er niet op
Deze argumenten nemen niet weg dat de perceptie tegenover goud negatief blijft. Hoe en wanneer kan dit veranderen?
Op dit moment is de consensus bij de grote marktpartijen (institutionele investeerders) dat de hoge inflatie niet structureel is maar tijdelijk, en dat alles binnenkort normaliseert. Er is met andere woorden nog een overweldigend vertrouwen in de centrale bankiers en hun acties, waardoor de economie snel zal hernemen en de inflatie weer naar pre-Covid niveaus zal terugvallen.
Ik zie deze normalisatie helaas niet gebeuren, althans niet op korte termijn. Een deel van de hoge inflatie is inderdaad het gevolg van tijdelijke factoren, maar het grootste stuk is structureel.
Wat ik aanhaalde bij olie over het gebrek aan investeringen, geldt ook voor veel andere grondstoffen. Het wereldwijde grondstoffenverbruik ligt nu meer dan een derde hoger dan tien jaar geleden. Tegelijk lagen de investeringen in productiecapaciteit vorig jaar op het laagste niveau in vijftien jaar.
Draai van 180 graden
Een aanhoudend hoge rentestand is gezien de historisch hoge schuldgraad van overheden niet gewenst. Maar hoe langer de inflatie hoog blijft, hoe meer de twijfel bij institutionele investeerders (en hun klanten) zal toeslaan.
De vraag is niet of maar wel wanneer de centrale bankiers een bocht van 180 graden zullen maken en weer in stimulus-modus zullen gaan. Dat zal gebeuren wanneer de koersdalingen op de financiële markten zullen evolueren van ordelijk naar chaotisch.
Die omslag kan best snel gebeuren. Goud en zilver kunnen in een eerste fase eveneens getroffen worden, door de massale liquidatie en bijhorende margin calls. Ik denk echter dat dit nog wel zal meevallen, want vorig jaar was er al een grote uitstroom uit fysieke goud ETF’s die dit jaar slechts voor een klein deel werd gecompenseerd. Er valt nu dus veel minder te verkopen.
Ook in 2008 ging goud mee onderuit met de rest van de activa. Alleen begon het herstel veel sneller en koerste het edelmetaal daarna naar een nieuwe recordprijs (2011). De geschiedenis herhaalt zich nooit identiek, maar het is ook nu niet ondenkbaar en zelfs waarschijnlijk dat goud herontdekt zal worden als een systeemhedge.
Edelmetalen in portefeuille?
Goud is geen mirakeloplossing tegen financieel onheil. Bescherming van een portefeuille ligt met name bij een voldoende mate van diversificatie.
Zolang de reële rente negatief blijft, en alles wijst erop dat dit nog een hele tijd het geval zal zijn, ben je als belegger met een portie edelmetalen in portefeuille al een heel eind op weg.