Afgelopen week kwamen er weer teleurstellende cijfers uit Zuid-Europa. Ik zal ze voor u opsommen:
- Detailhandelsverkopen: -4,2% op jaarbasis (Spanje)
- Hypotheekverstrekkingen: -31,5% op jaarbasis (Spanje)
- Goedkeuringen woonhuishypotheek: -42,7% op jaarbasis (Spanje)
- Detailhandelsverkopen: -0,9% op jaarbasis (Italië)
- Inflatie: 0,9% op jaarbasis
De Italiaanse en Spaanse economieën lijden zwaar onder het krimpende krediet in de eurozone (zie Schuldentijdbom). Een afname in krediet betekent minder verstrekte hypotheken en minder leningen voor consumenten en bedrijven. Dit komt duidelijk tot uiting in de hierboven genoemde cijfers.
Grotere schuldenberg
Ondertussen loopt de Italiaanse schuld ten opzichte van het bruto binnenlands product steeds verder op. Dit komt enerzijds doordat de Italiaanse economie krimpt en anderzijds door een overheid die te maken heeft met begrotingstekorten.
Die begrotingstekorten moeten weer gefinancierd worden door nieuwe leningen uit te geven tegen relatief hoge rentes. Zolang deze rentes hoger zijn dan de economische groei zal de schuldenberg ten opzichte van de totale economie blijven groeien.
Ik zie daarbij weinig lichtpuntjes op korte termijn, sterker nog de minpunten lijken toe te nemen. Italiaanse banken krijgen het steeds moeilijker nu het aantal leningen dat niet wordt terugbetaald fors aan het stijgen is.
Meer slechte leningen
In het eerste kwartaal van 2013 is het percentage slechte leningen het sterkst gegroeid sinds de crisis is gestart in 2008. De kredietkrimp heeft hier natuurlijk zijn invloed op. Als bedrijven hun bestaande leningen niet kunnen oversluiten dan zal een faillissement snel aan de orde zijn en ontstaat er een groei van het aantal slechte leningen.
In Spanje zie ik eenzelfde plaatje ontwikkelen. Hogere schulden en een krimpende economie. Ook voor dit land geldt dat het aantal slechte leningen momenteel fort toeneemt en sinds het begin van de crisis niet eerder zo hoog is geweest.
De aanpak van de crisis door politici en Europese beleidsmakers hebben de hogere schuldentrend nog niet kunnen keren. Politici in Italië staan daarbij voor een nieuwe uitdaging met het probleem Berlusconi. Zijn ministers zijn afgetreden en het kabinet wankelt hierdoor.
Weinig animo
Dit zal de ontwikkeling van de schuldenlast geen goed doen. En dan te beseffen dat de Italiaanse obligatiemarkt de derde grootste ter wereld is. In Italië en Spanje moet volgend jaar ook ongeveer 20% van de uitstaande schuld verlengd worden.
Ik kan me voorstellen dat het animo daarvoor steeds minder groot wordt tegen de huidige rentes en de politieke onzekerheid. De rijkere Noord-Europese landen moeten tot een structurele oplossing komen om de groeiende schulden daar te stoppen.
Er resteren straks weinige andere keuzes dan garant te gaan staan voor de Zuid-Europese schuldenlast of het opbreken van de euro. Beide oplossingen zijn geen prettig alternatief voor ons als Nederlanders, daarom wordt de beslissing steeds vooruit geschoven in de tijd.